Artikel 5:32b (Vaststelling bedragen en maximum dwangsom)
1. Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd, dan wel per overtreding van de last.
2. Het bestuursorgaan stelt tevens een bedrag vast waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd.
3. De bedragen staan in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en tot de beoogde werking van de dwangsom.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd, dan wel per overtreding van de last.
Dit betekent dat het bestuursorgaan de dwangsom vaststelt. Dit kan op drie manieren: ofwel als een bedrag ineens, ofwel als een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd, ofwel per overtreding van de last.
2. Het bestuursorgaan stelt tevens een bedrag vast waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd.
Dit houdt in dat het bestuursorgaan ook een maximumbedrag vaststelt. Boven dit bedrag wordt geen dwangsom meer verbeurd (oftewel, er hoeft dan geen dwangsom meer betaald te worden).
3. De bedragen staan in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en tot de beoogde werking van de dwangsom.
Dit lid stelt dat de vastgestelde bedragen in redelijke verhouding moeten staan tot de zwaarte van het geschonden belang (hoe ernstig het belang is dat geschaad is) en tot de beoogde werking van de dwangsom (het doel dat met de dwangsom wordt nagestreefd).
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RVS:2025:3555 - Raad van State - 30 juli 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:7827 - Rechtbank Limburg - 8 augustus 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3807 - Rechtbank Noord-Nederland - 29 juli 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:6290 - Rechtbank Limburg - 2 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4697 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:11015 - Rechtbank Noord-Holland - 22 september 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5826 - Last onder dwangsom voor permanente bewoning recreatiewoning blijft in stand - 12 september 2025
De voorzieningenrechter oordeelt dat het college terecht een last onder dwangsom heeft opgelegd om permanente bewoning van een recreatiewoning te beëindigen. De persoonlijke omstandigheden van de bewoner, zoals woningnood en medische conditie, maken handhaving in dit concrete geval niet onevenredig.