Artikel 5:1 (Definities overtreding en overtreder)
1. In deze wet wordt verstaan onder overtreding: een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.
2. Onder overtreder wordt verstaan: degene die de overtreding pleegt of medepleegt.
3. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Artikel 51, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafrecht is van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. In deze wet wordt verstaan onder overtreding: een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.
Dit lid definieert wat in deze wet onder een 'overtreding' wordt begrepen. Het stelt dat een overtreding een 'gedraging' is die 'in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift'.
2. Onder overtreder wordt verstaan: degene die de overtreding pleegt of medepleegt.
Dit lid geeft de definitie van 'overtreder'. Een overtreder is volgens deze bepaling 'degene die de overtreding pleegt of medepleegt'.
3. Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Artikel 51, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafrecht is van overeenkomstige toepassing.
Dit lid specificeert dat 'overtredingen' kunnen worden begaan door zowel 'natuurlijke personen' als 'rechtspersonen'. Verder stelt het dat artikel 51, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafrecht 'van overeenkomstige toepassing' is, wat inhoudt dat deze specifieke bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht ook voor deze overtredingen gelden.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RVS:2025:3693 - Raad van State - 6 augustus 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11504 - Rechtbank Rotterdam - 30 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11207 - Rechtbank Rotterdam - 2 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4700 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 juli 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:2868 - Rechtbank Noord-Nederland - 16 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4068 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4697 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 18 juli 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5954 - Rechtbank Oost-Brabant - 29 september 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:11015 - Rechtbank Noord-Holland - 22 september 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5659 - Voorzieningenrechter schorst last onder dwangsom vanwege onredelijk korte begunstigingstermijn - 22 september 2025
De voorzieningenrechter oordeelt dat een begunstigingstermijn bij een last onder dwangsom weliswaar niet onnodig lang mag zijn, maar dat een bestuursorgaan bij bijzondere omstandigheden de belangen van de overtreder, zoals aanzienlijke en onomkeerbare schade, zwaarder moet laten wegen dan het algemeen belang bij handhaving.
ECLI:NL:RBNHO:2025:10476 - Rechtbank: Intrekking horecavergunningen wegens slecht levensgedrag leidinggevende gerechtvaardigd - 12 september 2025
De rechtbank oordeelt dat de burgemeester de horeca-vergunningen mocht intrekken. Een langdurig patroon van incidenten, waaronder het schenken van alcohol aan minderjarigen en geweldsincidenten, rechtvaardigt de conclusie dat de leidinggevende van slecht levensgedrag is. De dwingende bepaling van artikel 31 Alcoholwet laat geen ruimte voor een evenredigheidstoets.
ECLI:NL:RBZWB:2025:6101 - Woningsluiting na vier maanden door tijdsverloop niet langer geschikt en noodzakelijk - 12 september 2025
De voorzieningenrechter schorst een woningsluiting op grond van artikel 13b Opiumwet omdat na vier maanden de noodzaak en geschiktheid ontbreken. Door het tijdsverloop en het gebrek aan concrete aanwijzingen voor handel of overlast, wordt aangenomen dat de openbare orde reeds is hersteld.
ECLI:NL:RBOBR:2025:5719 - Voorlopige voorziening: belangenafweging schorst last onder dwangsom bodemverontreiniging - 11 september 2025
De voorzieningenrechter schorst een last onder dwangsom voor bodemsanering na een belangenafweging. Omdat de rechtmatigheid van de last in de bodemprocedure moet worden vastgesteld, wegen de aanzienlijke kosten voor de verzoeker zwaarder dan het door het college gestelde, maar niet direct acute, milieubelang.