ECLI:NL:RVS:2025:4450 - Kennisgeving van gewijzigde identiteitsgegevens is een niet-appellabel voorbereidingsbesluit - 18 september 2025
Uitspraak
Essentie
Een ‘kennisgeving gewijzigde identiteitsgegevens’ is wel een besluit in de zin van de Awb, maar dient ter voorbereiding van het besluit op de asielaanvraag. Op grond van artikel 6:3 Awb is een dergelijk voorbereidingsbesluit niet appellabel, tenzij het de vreemdeling rechtstreeks in zijn belang treft.
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
202405968/1/V1.
Datum uitspraak: 18 september 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:
[appellant],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 26 augustus 2024 in zaak nr. NL24.5076 in het geding tussen:
appellant
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij ‘kennisgeving gewijzigde identiteitsgegevens’ (hierna: de kennisgeving) van 15 november 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel laten weten de geboortedatum van appellant te hebben gewijzigd.
Bij besluit van 15 januari 2024 heeft de staatssecretaris het daartegen door appellant gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 26 augustus 2024 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. J.I.T. Sopacua, advocaat in Heerlen, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1. In zijn enige grief klaagt appellant over het oordeel van de rechtbank dat de kennisgeving geen appellabel besluit is.
2. Hoewel appellant terecht betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb, leidt dit betoog niet tot het beoogde doel. De Afdeling heeft namelijk in haar uitspraak van 18 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:5256, onder 4 tot en met 6, geoordeeld dat de kennisgeving een besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb, maar het ter voorbereiding dient van het besluit op de asielaanvraag. Op grond van artikel 6:3 van de Awb is zo een besluit niet appellabel, tenzij het een vreemdeling rechtstreeks in zijn belang treft. Daar is hier geen sprake van. De rechtbank heeft daarom terecht geoordeeld dat geen bezwaar of beroep mogelijk is tegen de kennisgeving en het beroep ongegrond verklaard. De grief slaagt niet.
3. Het hoger beroep is ongegrond. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank met verbetering van gronden. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. M. Soffers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.E. Pronk, griffier.
w.g. Soffers
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Pronk
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 september 2025
282-1046