ECLI:NL:RBZWB:2025:5966 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 4 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/6981 WMO tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 september 2025 in de zaak tussen
(gemachtigde: mr. R. Kaya),
en
- Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de aanvraag van eiseres om een woonvoorziening in de vorm van een onderrijdbare keuken. Eiseres is het niet eens met deze afwijzing. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan.
Procesverloop
- Op 21 maart 2024 heeft het college de aanvraag van eiseres om een woonvoorziening in de vorm van een automatische deuropener en onderrijdbare keuken op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) afgewezen.
2.1. Met het bestreden besluit van 22 augustus 2024 op het bezwaar van eiseres heeft het college eiseres alsnog een automatische deuropener toegekend. Het college blijft bij het besluit dat eiseres geen recht heeft op een onderrijdbare keuken.
2.2. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.3. Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.4. De rechtbank heeft het beroep op 26 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en namens het college [naam 1] en [naam 2].
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
- Eiseres is geboren op 29 augustus 2000. Zij heeft meerdere aandoeningen aan het bewegingsapparaat en ervaart diverse psychische, lichamelijke en pijnklachten. Eiseres is (grotendeels) rolstoelafhankelijk en woont zelfstandig in een op grond van de Wmo toegewezen appartement.
3.1. Op 20 oktober 2023 heeft zij zich bij de gemeente gemeld voor ondersteuning op grond van de Wmo en om woningaanpassing verzocht. Op 30 januari 2024 heeft een huisbezoek plaatsgevonden.
3.2. Medisch adviseur [naam 3] van adviesbureau [bedrijf] heeft het dossier bestudeerd en een huisbezoek afgelegd. Op 19 februari 2024 heeft hij een adviesrapportage uitgebracht.
3.3. Op 10 maart 2024 heeft eiseres een aanvraag op grond van de Wmo ingediend voor een woonvoorziening in de vorm van een automatische deuropener en een onderrijdbare keuken.
3.4. Met het besluit van 21 maart 2024 heeft het college de aanvraag afgewezen omdat eiseres haar hulpvraag kan oplossen met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke hulpmiddelen.
3.5. Met het bestreden besluit is het bezwaar van eiseres hiertegen deels gegrond verklaard. Eiseres krijgt alsnog een woonvoorziening in de vorm van een automatische deuropener. Het college blijft bij het besluit om eiseres geen onderrijdbare keuken toe te kennen.
3.6. Medisch adviseur [naam 4] van [bedrijf] heeft op verzoek van het college op 23 januari 2025 een aanvullende adviesrapportage uitgebracht. In deze rapportage worden nadere vragen van het college over de (medische) mogelijkheden van eiseres beantwoord.
Standpunt van het college
- Het college stelt zich op het standpunt dat eiseres haar hulpvraag kan oplossen met algemeen gebruikelijke hulpmiddelen. De keuken kan worden aangepast, door de kookplaat op een andere plaats neer te zetten, het voorbereiden van eten kan eiseres aan de eettafel doen, een keukentrolley kan gebruikt worden om keukenspullen te verplaatsen en er kan een verlengde eenhendel-mengkraan worden geïnstalleerd om vanuit een zittende positie water te pakken. Bij de herinrichting van de keuken met algemeen gebruikelijke voorzieningen kan eventueel de hulp van een ergotherapeut ondersteuning bieden.
Ook heeft het college gewezen op de mogelijkheid van een maaltijdvoorziening.
Beroepsgronden
- De door het college voorgestelde maatregelen om in aanvaardbare mate gebruik te maken van de keuken zijn volgens eiseres geen adequate oplossingen. Zij kan haar benen niet kwijt onder de kastjes en bij reiken zullen de benen van de grond komen, wat veel pijn doet. Eiseres heeft geen ruimte om de elektrische kookplaat elders te positioneren. Het verplaatsen van spullen op een trolley is niet te doen vanuit de rolstoel.
Het college heeft ten onrechte niet onderzocht of de voorgestelde voorzieningen een volwaardig alternatief bieden. Volgens het college zouden de voorgestelde hulpmiddelen behoren tot algemene gebruiksmiddelen. Eiseres heeft echter niet de financiële middelen om de door het college voorgestelde voorzieningen aan te schaffen. Zij heeft bovendien een studieschuld € 25.000,-. Het college heeft ten onechte het onderzoek dat is verricht door ergotherapeut [naam 5], die een onderrijdbare keuken en verlaagde kastjes adviseert, naast zich neergelegd. Het onderzoek door [bedrijf] is erg summier en onvolledig. Zo is er geen onderzoek gedaan naar het gebruik van de keuken. Rekening houdend met de beperkingen, de pijnklachten en het beperkte energieniveau had de gehele medische situatie in combinatie met de te maken hoeveelheid transfers en rotaties die per dag gemaakt moeten worden in ogenschouw genomen moeten worden. Vanwege allergieën en intoleranties kan eiseres geen gebruik maken van de door het college voorgestelde maaltijdservices, aangezien deze geen garanties kunnen bieden. Ook worden geen lunches en ontbijt aangeboden. Het gebruik maken van een maaltijdvoorziening is financieel niet haalbaar. Bovendien draagt gebruikmaken van een maaltijdvoorziening niet bij aan de zelfredzaamheid van eiseres. Haar hobby koken kan zij niet langer uitoefenen. Door te verwijzen naar maaltijdservices zonder rekening te houden met de bredere gebruiksfunctie van de keuken en de kosten die ermee gemoeid zijn, handelt het college in strijd met gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, aldus eiseres.
Wettelijk kader
- De relevante wettelijke bepalingen zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
Omvang van het geding
- Partijen zijn verdeeld over de vraag of eiseres op grond van de Wmo recht heeft op een onderrijdbare keuken. Ter zitting heeft eiseres nader toegelicht dat zij specifiek een onderrijdbare en in hoogte verstelbare zogeheten hoog-laagkeuken wenst. Nu het college niet heeft weersproken dat de aanvraag van eiseres ziet op een in hoogte verstelbare onderrijdbare keuken, gaat de rechtbank bij de beoordeling hiervan uit.
Onderzoek door het college
- Bij een aanvraag om een woonvoorziening ligt het op de weg van het college onderzoek te doen. Daarbij geldt volgens vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), de hoogte rechter in dit soort zaken, het volgende stappenplan.
[1]
Het college moet onderzoeken:
Pas als die mogelijkheden ontoereikend zijn, moet het college een maatwerkvoorziening verlenen.
Hulpvraag en beperkingen
- Ten aanzien van de hulpvraag geldt dat eiseres heeft aangegeven dat zij gevarieerd wil kunnen eten en zonder pijnklachten gebruik maken van de keuken. Om dit te kunnen bereiken wenst zij een onderrijdbare hoog-laag keuken.
9.1. Eiseres stelt dat zij door een combinatie van lichamelijke en psychische klachten de keuken niet op een normale manier kan gebruiken zonder dat zij pijn heeft. Vanwege de pijnklachten lukt het haar op dit moment niet om meer dan één keer in de week te koken.
9.2. De rechtbank stelt hierbij vast dat het gebruik maken van de keuken meer behelst dat het bereiden van een warme maaltijd. Ook bijvoorbeeld afwassen en gebruik maken van de kraan voor hygiënische doeleinden, waaronder handen wassen, valt onder het gebruik maken van de keuken. In dit verband is ter zitting besproken dat eiseres op dit moment geen gebruik kan maken van de aanwezige vaatwasser, omdat die te hoog staat. Daardoor wordt de afwas nu maar één maal per week gedaan door de hulp die zij krijgt in het kader van de Wmo, terwijl dit eigenlijk niet tot haar taak behoort. Dit is een onwenselijke situatie waarvoor (ook) een oplossing moet komen.
Onderzoek door het college
- Het college heeft [bedrijf] ingeschakeld om advies uit te laten brengen. In de adviesaanvraag aan [bedrijf] is uitdrukkelijk vermeld dat [bedrijf] geen uitspraak mag doen over de vraag of een maatwerkvoorziening noodzakelijk is. Ter zitting is toegelicht dat het college zelf de regie wil houden over het al dan niet noodzakelijk zijn van een voorziening in het kader van de Wmo. [bedrijf] wordt alleen ingeschakeld als deskundige om de medische beperkingen in kaart te brengen.
10.1. In de adviesrapportage van [bedrijf] van 19 februari 2024 wordt antwoord gegeven op de door het college geformuleerde vragen over waar eiseres lichamelijk nog toe in staat is.
10.2. Naar aanleiding van een klacht van eiseres tegen een medewerker die bij de eerste beoordeling was betrokken, heeft het college [bedrijf] opnieuw om advies gevraagd. Medisch adviseur [naam 4] van [bedrijf] heeft een huisbezoek afgelegd en op 23 januari 2025 een adviesrapportage uitgebracht. In deze rapportage worden nadere vragen van het college over de (medische) mogelijkheden van eiseres beantwoord.
10.3. De rechtbank stelt vast dat het tweede onderzoek van [bedrijf] dateert van na de datum van het bestreden besluit. Partijen hebben ter zitting aangegeven er geen bezwaar tegen te hebben om beide onderzoeken van [bedrijf] bij de beoordeling in deze zaak te betrekken.
10.4. Naar het oordeel van de rechtbank is het onderzoek van het college bij het nemen van het bestreden besluit summier en onvolledig geweest. Het eerste onderzoek van [bedrijf] was te summier om daar een goed onderbouwd oordeel op te kunnen baseren. Zo is er niet goed doorgevraagd naar de problemen die eiseres ondervindt bij het gebruik van de keuken. Kennelijk heeft het college een tweede advies van [bedrijf] nodig bevonden om de medische situatie van eiseres goed in beeld te brengen. Ook naar het oordeel van de rechtbank was dit noodzakelijk, want pas met het tweede advies van [bedrijf] is er een volledig(er) beeld ontstaan van de beperkingen en mogelijkheden van eiseres.
10.5. Hieruit volgt reeds dat het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en dat er een motiveringsgebrek kleeft aan het bestreden besluit.
Gebruikmaken van de keuken
- Naar het oordeel van de rechtbank is met de twee adviezen van [bedrijf] inmiddels voldoende in kaart gebracht welke medische problemen eiseres heeft. Eiseres heeft ook aangegeven het eens te zijn met de (medische) strekking van de adviezen van [bedrijf]. Echter, uit deze adviezen blijkt – mede door de beperkte vraagstelling van het college – onvoldoende of, en zo ja in welke mate, eiseres ondanks haar medische beperkingen ook gebruik kan maken van haar keuken.
11.2. Het college benadrukt dat eiseres haar keuken anders zou moeten indelen, zodat ze wel gebruik kan maken van de keuken. De kookplaat kan daarbij elders worden gepositioneerd en het aanrecht kan worden verlengd. Ter zitting is daar nog aan toegevoegd dat ook de vaatwasser verplaatst zou moeten worden, zodat eiseres daar wel gebruik van kan maken. Eiseres stelt, onder verwijzing naar het advies van haar ergotherapeut, dat het anders indelen van de keuken niet mogelijk is. De kastjes zijn te hoog en er is te weinig ruimte om met de rolstoel te kunnen draaien.
11.3. Uit het dossier blijkt niet dat c.q. hoe er bij de besluitvorming aandacht is geweest voor het advies van de ergotherapeut van eiseres. Naar het oordeel van de rechtbank lag het, mede gezien dat advies, op de weg van het college om concreet aan te geven hoe eiseres haar keuken anders zou moeten indelen, zodat zij daar met gebruikmaking van haar rolstoel in voldoende mate zelfstandig gebruik van kan maken. Het bestreden besluit is ook op dit punt onvoldoende gemotiveerd.
Eenhendel-mengkraan
- Voor de rechtbank is ook niet duidelijk hoe een eenhendel-mengkraan de problemen van eiseres bij het gebruik van de kraan zou kunnen oplossen. Daarmee is de bediening weliswaar eenvoudiger, maar eiseres zal nog steeds moeten opstaan uit haar rolstoel of trippelstoel om van de kraan gebruik te kunnen maken. Vooralsnog heeft het college dan ook op dit punt onvoldoende gemotiveerd dat zelfstandig gebruik van de keuken mogelijk is met andere voorzieningen dan een Wmo-voorziening.
Maaltijdvoorziening
- Volgens het college kan eiseres ook gebruik maken van een maaltijdvoorziening aan huis en is dit een algemeen gebruikelijk hulpmiddel. Eiseres ontkent dat zij hier gebruik van kan maken en wijst op de hoge kosten en het feit dat zij op een speciaal dieet is aangewezen vanwege allergieën en intoleranties. Bovendien vindt eiseres maaltijden van een maaltijdvoorziening niet lekker en is koken juist een hobby van haar. Dat is voor haar een manier om te participeren in de samenleving.
13.1. Het college heeft gesteld dat maaltijdaanbieder Apetito heeft aangegeven maaltijden te kunnen leveren, waarbij rekening wordt gehouden met de allergieën en dieetwensen van eiseres. De rechtbank wijst eiseres erop dat uit de stukken niet blijkt dat haar voedselintoleranties en -allergieën zo ver gaan dat maaltijdaanbieder Apetito niet zou kunnen voorzien in haar warme maaltijden. Het is aan eiseres om met stukken te onderbouwen dat een maaltijdvoorziening van Apetito niet geschikt zou zijn. Daarbij overweegt de rechtbank nog dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij door haar beperkingen niet zelf kan voorzien in ontbijt en lunch, zodat het feit dat door Apetitot geen lunches en ontbijt worden aangeboden, geen reden is om deze maaltijdvoorziening ongeschikt te achten..
13.2. De rechtbank wijst eiseres er ook op dat het op haar weg ligt om te onderbouwen dat gebruikmaken van een maaltijdvoorziening, ondanks dat zij een betaalde baan heeft, financieel niet haalbaar zou zijn.
13.3. Los van de vraag of een maaltijdvoorziening geschikt is voor de voedselallergieën en -intoleranties van eiseres, vraagt de rechtbank zich ernstig af of een maaltijdvoorziening voor iemand van 25 jaar oud, die in de huidige situatie niet zelf kan voorzien in de eigen maaltijden, maar wel wil en kan koken in een aangepaste keuken, algemeen gebruikelijk en passend is te achten. Uit de stukken is de rechtbank niet gebleken of, en zo ja, in hoeverre bij de besluitvorming van het college het feit dat koken een hobby is van eiseres een rol heeft gespeeld. Eiseres zal, indien zij afhankelijk wordt van een maaltijdvoorziening, voor de rest van haar leven niet in haar eigen maaltijden kunnen voorzien en daarmee ook haar hobby koken niet kunnen uitoefenen. De rechtbank vraagt zich af of dit niet indruist tegen de uitgangspunten van de Wmo dat mensen zo veel mogelijk zelfredzaam moeten zijn en moeten kunnen participeren in de maatschappij. Naar het oordeel van de rechtbank ontbeert het bestreden besluit ook op dit punt een draagkrachtige motivering.
Conclusies en bestuurlijke lus
- Uit het voorgaande volgt dat het onderzoek van het college onvoldoende is geweest en dat de beslissing onvoldoende is gemotiveerd. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit komt voor vernietiging in aanmerking.
14.1. Op grond van artikel 8:51a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen, de zogeheten 'bestuurlijke lus'. De rechtbank ziet aanleiding om van deze mogelijkheid gebruik te maken en zal het college in de gelegenheid stellen om de hiervoor geconstateerde onderzoeks- en motiveringsgebreken te herstellen.
14.2. Meer concreet dient het college nader te onderbouwen op welke wijze herindeling van de keuken praktisch mogelijk is en in hoeverre dat een passende oplossing is voor de door eiseres ervaren beperkingen bij het gebruik van haar keuken. Een medewerker van de gemeente zal samen met de ergotherapeut van eiseres ter plekke moeten kijken wat de mogelijkheden zijn voor een eventuele herindeling van de keuken en wat een praktische en werkbare oplossing voor eiseres zou zijn, ook met betrekking tot afwas en gebruik van de kraan. De rechtbank verwacht van het college een min of meer uitgewerkt plan met daarbij een reactie van de ergotherapeut. Mochten het college en de ergotherapeut geen gezamenlijk standpunt weten te bereiken, dan ontvangt de rechtbank graag de visie van zowel het college als de ergotherapeut op schrift.
14.3. Indien het college bij zijn standpunt blijft dat voor eiseres een maaltijdvoorziening een passende algemeen gebruikelijke voorziening is, zal het dit nader moeten motiveren.
14.4. De rechtbank bepaalt de termijn waarbinnen het college het gebrek kan herstellen op zes weken na verzending van deze uitspraak. Als het college hiervan geen gebruik wil maken, dan moet het college dit binnen twee weken aan de rechtbank meedelen.
14.5. Als het college gebruik maakt van die gelegenheid, zal de rechtbank vervolgens eiseres in de gelegenheid stellen om binnen vier weken te reageren op de herstelpoging van het college.
14.6. In beginsel, ook in de situatie dat het college de hersteltermijn ongebruikt laat verstrijken, zal de rechtbank zonder tweede zitting uitspraak doen op het beroep.
14.7. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep. Dit betekent ook dat zij over de proceskosten en het griffierecht nu nog geen beslissing neemt.
Beslissing
De rechtbank:
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, rechter, in aanwezigheid van mr. E.A. Vermunt, griffier op 4 september 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. De griffier is niet in de gelegenheid deze uitspraak mede te ondertekenen.
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze tussenuitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak. Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Wet maatschappelijke ondersteuning Artikel 2.3.5, derde lid Het college beslist tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Verordening maatschappelijke ondersteuning Breda 2021 Artikel 3.1 Algemeen
- Een cliënt die zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de gemeente Breda kan in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet:
a. op eigen kracht;
b. met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen;
c. met gebruikelijke hulp;
d. met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk; dan wel
e. met gebruikmaking van algemene voorzieningen;
kan verminderen of wegnemen.
- De maatwerkvoorziening als bedoeld in het eerste lid levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.1 van de verordening, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en daardoor zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
[ .. ]
Artikel 3.3 Criteria maatwerkvoorzieningen algemeen
-
Er bestaat slechts aanspraak op een maatwerkvoorziening voor zover deze:
-
[ .. ]
-
Geen aanspraak op een maatwerkvoorziening bestaat als de cliënt:
Zie de uitspraken van 21 maart 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:819 en van 11 juli 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2182.