Terug naar bibliotheek
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4825 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 23 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBZWB:2025:482523 juli 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Civiel recht

Zittingsplaats Middelburg

Zaaknummer: C/02/432406 / HA ZA 25-120

Vonnis in incident van 23 juli 2025

in de zaak van

1 METRO AG,

te Düssseldorf (Duitsland),2. METRO GROSSHANDELSGESELLSCHAFT MBH, te Düssseldorf (Duitsland),3. METRO DEUTSCHLAND GMBH, te Düssseldorf (Duitsland),4. MCC TRADING DEUTSCHLAND GMBH, te Düssseldorf (Duitsland),5. MULTI-CENTER WARENVERTRIEBS GMBH, te Düssseldorf (Duitsland),6. METRO SB-GROSSMÄRKTE GMBH & CO. KOMMANDITGESELLSCHAFT, te Stuttgart (Duitsland),7. METRO SB-GROSSMÄRKTE GMBH & CO. KOMMANDITGESELLSCHAFT, te Giessen (Duitsland),8. METRO LOGISTICS GERMANY GMBH, te Düsseldorf (Duitsland),9. MGL METRO GROUP LOGISTICS GMBH, te Düsseldorf (Duitsland),10. RUNGIS EXPRESS GMBH, te Bonn (Duitsland),11. PETIT RUNGIS EXPRESS GMBH, te Bonn (Duitsland),12. CCG DE GMBH, te Darmstadt (Duitsland),13. METRO ITALIA S.P.A., te San Donato Milanese (Italië),14. METRO DOLOMITI S.P.A., te San Donato Milanese (Italië),15. METRO CASH & CARRY NEDERLAND B.V., te Amsterdam-Duivendrecht,16. METRO CASH & CARRY INTERNATIONAL HOLDING BV, te Amsterdam-Duivendrecht,17. METRO FSD FRANCE, te Montauban (Frankrijk),18. PRO A PRO SAS, te Montauban (Frankrijk),19. PRO A PRO DISTRIBUTION EXPORT SAS, te Montauban (Frankrijk),20. METRO FRANCE SAS, te Nanterre (Frankrijk),21. MAKRO DISTRIBUCIÓN MAYORISTA S.A.U., te Madrid (Spanje),22. PRO A PRO HOSTELERIA ORGANIZADA S.A., te Sant Just Desvern (Spanje), eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident, hierna samen te noemen: Metro AG c.s., advocaat: mr. R. Meijer en mr. M. Gülcür,

tegen

1 COROOS INTERNATIONAL N.V.,

te Curaçao,

  1. COROOS BEHEER B.V.,

te Kapelle,

  1. COROOS CONSERVEN B.V.,

te Kapelle, advocaat: mr. R. Elkerbout en mr. M.R. Baneke, hierna gezamenlijk te noemen: Coroos c.s.,

4 4. BONDUELLE SCA,

te Ruisscheure (Frankrijk),

  1. BONDUELLE SA,

te Ruisscheure (Frankrijk),

  1. BONDUELLE EUROPE LONG LIFE SAS,

te Ruisscheure (Frankrijk), advocaat: mr. M.G. Bredenoord-Spoek, hierna gezamenlijk te noemen: Bonduelle,

7 7. COOPÉRATIVE EUREDEN SCA,

te Mellac (Frankrijk),

  1. D'AUCY FRANCE (SAS),

te Theix-Noyalo (Frankrijk),

  1. SERVICES GROUP GIE in liquidatie,

te Kerlurec (Frankrijk), advocaat: mr. P.N. Malanczuk en mr. M.L.S. Klein, hierna gezamenlijk te noemen: d’aucy c.s.,

  1. CONSERVE ITALIA - CONSORZIO ITALIANO FRA COOPERATIVE AGRICOLE – S OCIETA’ COOPERATIVA AGRICOLA,

te San Lazzaro di Savena (Italië),

  1. CONSERVES FRANCE S.A.,

te Tarascon (Frankrijk), advocaat: mr. M.A. Poelman en mr. Y. Koudstaal, hierna gezamenlijk te noemen: Conserve c.s.,

gedaagden in de hoofdzaak, verzoekers in het incident.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de dagvaarding- de akte houdende bekende verweren van Metro AG c.s.

  • de akte overlegging producties tevens houdende eisvermindering

  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring tevens verzoek tot aanhouding van D’aucy c.s.

  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring tevens verzoek tot aanhouding van Conserve c.s.

  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van Bonduelle c.s.

  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van Coroos c.s.

  • de incidentele conclusie van antwoord.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2 Het geschil in de hoofdzaak in het kort

2.1. Metro AG c.s. is een internationale levensmiddelengroot- en detailhandel voor de horeca en zelfstandige winkeliers. Metro AG c.s. verkoopt diverse food en non-food artikelen, die zij inkoopt bij derden. Op 27 september 2019 en 19 november 2021 heeft de Europese Commissie boetes van in totaal meer dan 50 miljoen euro opgelegd aan verschillende fabrikanten van blikgroenten wegens ernstige schendingen van de EU-mededingingsregels. De Europese Commissie heeft vastgesteld dat deze fabrikanten in de periode 2000 tot en met 2013 een kartel hebben gevormd. Metro AG c.s. heeft hierdoor schade opgelopen omdat zij blikgroenten heeft ingekocht tegen een te hoge prijs. Metro AG c.s. wil met deze procedure de schade verhalen op de fabrikanten die het kartel hebben gevormd.

2.2. Gedaagden hebben nog geen conclusie van antwoord genomen.

3 Het geschil en de beoordeling in het incident

3.1. D’aucy c.s. verzoekt de rechtbank haar verlof te verlenen om de overige gedaagden in vrijwaring op te roepen. Metro AG c.s. stelt namelijk dat de overige gedaagden mede draagplichtig zijn, zodat die partijen d’aucy c.s. (gedeeltelijk) dienen te vrijwaren voor de in dat geval op haar rustende plicht de door Metro AG c.s. geleden schade te vergoeden. D’Aucy c.s. verzoekt daarnaast de eventuele datum waartegen partijen in vrijwaring mogen worden opgeroepen, op minimaal 12 weken te bepalen, omdat de dagvaardingen nog moeten worden opgesteld. Voorts verzoekt d’aucy c.s. de rechtbank om haar toe te staan desgewenst in de gelegenheid te stellen in de toekomst nadere verzoeken in te dienen voor het verkrijgen van verlof om andere partijen op te roepen, mochten (nieuwe) ontwikkelingen of nader verkregen informatie daartoe aanleiding geven. Ook verzoekt d’aucy de verdere behandeling van de hoofdzaak aan te houden. Metro AG c.s. stelt dat het op haar vorderingen toepasselijke recht moet worden bepaald aan de hand van de Rome II verordening en dat zij eenzijdig kan kiezen voor Nederlands recht. Metro AG c.s. stelt daarnaast dat toepassing van de Wet Conflictenrecht Onrechtmatige Daad (hierna: WCOD) niet tot een andere uitkomst leidt. D’aucy betwist dit en zal dat in de hoofdzaak nader uiteenzetten. Daarbij is relevant dat de Hoge Raad in de ‘air cargo’ en ‘trucks’ zaken tussenarresten heeft gewezen over het in die zaken toepasselijke recht. De Hoge Raad heeft overwogen dat redelijke twijfel mogelijk is over de temporele toepasselijkheid van Rome II. De Hoge Raad is om die reden voornemens prejudiciële vragen voor te leggen aan het HvJEU. Gelet hierop verzoekt d’aucy de procedure tenminste aan te houden totdat de Hoge Raad arrest heeft gewezen.

3.2. Conserve c.s. verzoekt de rechtbank haar verlof te verlenen om op een termijn van 12 weken de overige gedaagden in vrijwaring op te roepen. Voorts verzoekt Conserve c.s. te bepalen dat het Conserve c.s. vrijstaat om, mocht daartoe aanleiding bestaan, aanvullend verlof te vragen om het aantal in vrijwaring op te roepen partijen uit te breiden en/of aan te passen. Ook verzoekt Conserve c.s. de procedure aan te houden, omdat de Hoge Raad voornemens is prejudiciële vragen voor te leggen aan het HvJEU over onderwerpen die ook in deze zaak van belang zijn.

3.3. Bonduelle c.s. verzoekt de rechtbank haar verlof te verlenen om op een termijn van 12 weken de overige gedaagden in vrijwaring op te roepen. Voorts verzoekt Bonduelle c.s. te bepalen dat Bonduelle c.s. in de gelegenheid wordt gesteld om, mocht daartoe aanleiding bestaan, aanvullend verlof te vragen om andere partijen in vrijwaring op te roepen.

3.4. Coroos c.s. verzoekt de rechtbank haar verlof te verlenen om op een termijn van tenminste 12 weken de overige gedaagden in vrijwaring op te roepen. Voorts verzoekt Bonduelle c.s. te bepalen dat Coroos c.s. in de gelegenheid wordt gesteld om, mocht daartoe aanleiding bestaan, aanvullend verlof te vragen om andere partijen in vrijwaring op te roepen.

3.5. De rechtbank overweegt als volgt.

3.6. De vorderingen van incidenteel eisers om de medegedaagden in vrijwaring te mogen oproepen liggen voor toewijzing gereed. Incidenteel eisers hebben voldoende gemotiveerd gesteld dat tussen hen een rechtsverhouding bestaat, die een verplichting tot vrijwaring kan meebrengen. De aangevoerde gronden kunnen de vorderingen dragen en Metro AG c.s. heeft zich op dat punt gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

3.7. Metro AG c.s. heeft geen bezwaar gemaakt tegen de verzoeken om de oproepingstermijn op 12 weken te bepalen, op voorwaarde dat de hoofdzaak hierdoor niet onnodig wordt vertraagd. Hiervan is geen sprake zodat de rechtbank aanleiding ziet een oproepingstermijn van 12 weken te hanteren.

3.8. Metro AG c.s. heeft geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek van gedaagden, om – indien zij dat wensen – in een later stadium aanvullende vrijwaringsverzoeken aan de rechtbank voor te leggen. De rechtbank zal gedaagden dit toestaan.

3.9. Het verzoek van Conserve c.s. en d’aucy c.s. om de hoofdzaak aan te houden dan wel te schorsen, wordt afgewezen. Gedaagden hebben nog niet geconcludeerd voor antwoord. Het is om die reden nog niet duidelijk in hoeverre de door de Hoge Raad te stellen prejudiciële vragen aan het HvJEU (en de uiteindelijke beantwoording daarvan) van invloed zullen zijn op deze procedure.

3.10. Conserve c.s. heeft de rechtbank verzocht om, voor zover hun incidentele vorderingen geheel of gedeeltelijk worden afgewezen, tegen dat oordeel tussentijds hoger beroep open te stellen. Coroos c.s. heeft de rechtbank verzocht tussentijds hoger beroep open te stellen, maar enkel voor zover haar incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen. Aangezien de incidentele vorderingen tot oproeping in vrijwaring niet zijn afgewezen, is er geen aanleiding om hiervoor tussentijds hoger beroep open te stellen. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om tussentijds hoger beroep open te stellen met betrekking tot het afgewezen verzoek van Conserve c.s. om de hoofdzaak aan te houden. Conserve c.s. heeft op dat punt niet nader aangevoerd welk zwaarwegend belang is gemoeid met het afwijken van de hoofdregel dat geen hoger beroep openstaat in incidentele vonnissen. Deze verzoeken zullen daarom worden afgewezen.

3.11. De rechtbank ziet aanleiding de proceskosten van de incidenten te compenseren.

4 De beoordeling in de hoofdzaak

4.1. De rechtbank zal bepalen dat de procedure op de hierna te noemen roldatum zal komen, zodat gedaagden in de gelegenheid worden gesteld voor antwoord te concluderen.

4.2. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5 De beslissing

De rechtbank

in de incidenten

5.1. staat toe dat gedaagden sub 4 tot en met 11 door Coroos c.s. worden gedagvaard tegen de terechtzitting van woensdag 15 oktober 2025,

5.2. staat toe dat gedaagden sub 1 tot en met 3 en gedaagden sub 7 tot en met 11 door Bonduelle c.s. worden gedagvaard tegen de terechtzitting van woensdag 15 oktober 2025,

5.3. staat toe dat gedaagden sub 1 tot en met 6 en gedaagden 10 en 11 door d’aucy c.s. worden gedagvaard tegen de terechtzitting van woensdag 15 oktober 2025,

5.4. staat toe dat gedaagden sub 1 tot en met 9 door Conserve c.s. worden gedagvaard tegen de terechtzitting van woensdag 15 oktober 2025,

5.5. compenseert de kosten tussen partijen zodat iedere partij de eigen kosten draagt,

5.6. wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd,

in de hoofdzaak

5.7. bepaalt dat de zaak op de rol zal komen van woensdag 3 september 2025 voor conclusie van antwoord aan de zijde van gedaagden,

5.8. houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. Swaanen en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.