ECLI:NL:RBROT:2025:10013 - Rechtbank Rotterdam - 16 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
vonnis
Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/701834 / KG ZA 25-623
Vonnis in kort geding van 16 juli 2025
in de zaak van
de rechtspersoon naar vreemd recht EMCA GLOBAL S.L., gevestigd te Madrid, Spanje, eiseres in conventie, verweerster in reconventie, advocaat mr. W.E. Boonk te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TOP LOGISTICS B.V., gevestigd te Ridderkerk, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, advocaten mrs. L.E. Ettema en J.Th. van der Goot te Groningen.
Partijen worden hierna EMCA en TOP genoemd.
1 De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
2 De feiten
2.1. EMCA handelt onder meer in dranken. TOP is een logistieke dienstverlener.
2.2. TOP heeft in opdracht van EMCA ladingen bier vervoerd. De ene lading is vervoerd naar Letland en werd gehouden door Kravu Centrs SIA. Die lading is feitelijk in delen, in en vlak na april 2025, vrijgegeven en afgeleverd aan klanten van EMCA. De andere lading is vervoerd naar Maleisië. Die lading, die zich nu in de haven van Labuan, Maleisië, bevindt, omvat twee containers met Carlsberg bier, met nummers [containernummer 1] en [containernummer 2] met [kenmerk 1] en [kenmerk 2] , vervoerd onder B/L/ no. [nummer] . Het bier heeft een beperkte houdbaarheid tot 31 oktober 2025 (‘best before date’).
2.3. TOP heeft zich vanwege een geschil tussen partijen over onbetaald gebleven facturen beroepen op een retentierecht op de lading in Maleisië. TOP houdt die lading daarom sinds 11 april 2025 vast. Volgens TOP gaat het in dat geschil om een totaal gefactureerd bedrag van € 68.145,36, waarvan € 51.946,86 onbetwist is gebleven (exclusief rente en kosten). Volgens EMCA ligt dit anders; zij trekt van het totaal gefactureerde bedrag in elk geval in twijfel:
- een bedrag van € 29.834,60, omdat dit volgens haar teveel in rekening is gebracht, en
- de demurrage kosten, omdat deze ten onrechte zijn berekend. Feitelijk stelt EMCA ook nog een tegenvordering op TOP te hebben bestaande uit door toedoen van TOP geleden en te lijden schade. Van de facturen van TOP heeft EMCA niets voldaan.
2.4. Partijen zijn medio mei 2025 met elkaar in gesprek gegaan over de vrijgave van de lading(en). Over de totstandkoming, inhoud en nakoming van de beweerdelijke afspraken die partijen al dan niet in dat verband zouden hebben gemaakt, bestaat ook geschil. Dat geschil is, net als het geschil over de facturen (2.3), tot op heden niet opgelost.
2.5. De handelsrelatie tussen partijen is inmiddels geëindigd.
2.6. Bij brief van 15 juni 2025 heeft de koper van de lading in Maleisië, PSA Trading Ltd., aflevering geweigerd. Zij maakt aanspraak op restitutie van de oorspronkelijke koopprijs van € 60.720,-.
3 Het geschil in conventie
3.1. EMCA vordert om bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, TOP te bevelen de lading in Maleisië voor aflevering te doen vrijgeven, binnen 24 uur na betaling door EMCA aan TOP van het bedrag van € 30.000,-, op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per dag of gedeelte daarvan dat TOP met de naleving van dit bevel in gebreke blijft, een en ander met veroordeling van TOP in de kosten van het geding.
3.2. TOP voert verweer. Zij concludeert tot afwijzing van de vordering van EMCA, met veroordeling van EMCA in de kosten van het geding.
4 Het geschil in reconventie
4.1. TOP vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
-
in geval van afwijzing van de vordering in conventie: EMCA te veroordelen tot betaling van:
-
in geval toewijzing van de vordering in conventie: EMCA te veroordelen tot betaling van:
-
in beide gevallen: meer subsidiair tot betaling van een door [de voorzieningenrechter van] uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
-
met veroordeling van EMCA in de kosten van dit geding.
4.2. EMCA voert verweer. Zij concludeert tot afwijzing van de vorderingen van TOP, met veroordeling van TOP in de kosten van het geding.
5 De beoordeling
5.1. De internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter staat tussen partijen - terecht - niet ter discussie. Ook zijn partijen het eens dat hun geschil moet worden beoordeeld naar Nederlands recht.
Spoedeisendheid
In conventie
5.2. EMCA heeft gesteld dat de kwaliteit van het bier in de containers in Maleisië, gelet op de uiterste houdbaarheidsdatum, steeds verder achteruit gaat en minder waard wordt, waardoor het bier moeilijker verkoopbaar of zelfs onverkoopbaar wordt. Daarmee is - los van de al dan niet rechtsgeldige totstandkoming, uitleg, nakoming en eventuele beëindiging van enige beweerdelijke afspraak die tussen partijen zou zijn gemaakt over vrijgave van die lading en/of de lading in Letland - het belang van EMCA bij spoedige vrijgave van de lading in Maleisië voldoende gegeven. TOP heeft het spoedeisend belang van EMCA bij de vordering in conventie ook niet betwist.
In reconventie
5.3. EMCA heeft op haar beurt het spoedeisend belang van TOP bij haar vorderingen in reconventie wel betwist. Dat gaat naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet aan. Juist omdat EMCA in conventie spoedeisend belang heeft bij de vrijgave van de lading, heeft TOP ook spoedeisend belang bij haar geldvordering. Beide vorderingen hangen onlosmakelijk met elkaar samen. In feite heeft EMCA door niet(s) te betalen en wél vrijgave van de lading te vorderen het spoedeisend belang van TOP gecreëerd.
Inhoudelijk
In conventie en in reconventie
5.4. Ter zitting heeft EMCA een nieuwe grondslag voor haar vordering in conventie naar voren gebracht: vergoeding van door toedoen van TOP door haar geleden en nog te lijden schade. EMCA wenst de vergoeding van de door haar gesteld geleden schade deels in natura in de vorm van de afgifte van de containers (artikel 6:103 BW) te ontvangen en op die manier tevens de door haar nog te lijden schade, als gevolg van verdere waardevermindering, te beperken. TOP heeft tegen de nieuwe grondslag bezwaar gemaakt. Dat bezwaar wordt gehonoreerd. Het ter zitting aanvoeren van een nieuwe grondslag is te laat en in strijd met de goede procesorde. Daarbij is van belang dat deze nieuwe grondslag een wezenlijk ander debat aansnijdt dan waarop TOP bedacht hoefde te zijn. Tot de zitting ging het wat EMCA betreft immers alleen om de nakoming door TOP van haar verbintenissen onder een beweerdelijk tot stand gekomen overeenkomst. De nieuw aangevoerde grondslag wordt daarom buiten beschouwing gelaten.
5.5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de discussie tussen partijen over de aan de vordering in conventie ten grondslag gelegde nakoming van de beweerdelijk bestaande afspraak over vrijgave van de lading in Maleisië, en in combinatie daarmee de discussie over de juistheid van de facturen, waarvan in reconventie betaling wordt gevraagd, in dit kort geding niet te beslechten valt. De standpunten die partijen hierover innemen, staan lijnrecht tegenover elkaar en zijn onvoldoende uitgekristalliseerd. Het gaat daarbij om de vraag wat partijen hebben bedoeld overeen te komen toen zij onderhandelden over vrijgave van ladingen (slechts die in Letland of ook die in Maleisië?), of zij überhaupt tot een gave overeenkomst zijn gekomen, hoe het zit met de facturen van TOP en of EMCA inmiddels door toedoen van TOP schade heeft geleden. In conventie en in reconventie is op al deze punten nader onderzoek nodig om te bepalen wie van partijen het gelijk aan haar zijde heeft. Daarvoor leent dit kort geding zich niet. Het lijkt aangewezen dat partijen de discussie uitvechten in een bodemprocedure, waarin plaats is voor bewijslevering. Het voorgaande zou normaal gesproken moeten leiden tot afwijzing van de vorderingen in conventie en in reconventie.
5.6. Tijdens de zitting is echter duidelijk geworden dat de belangen van beide partijen niet gediend zijn met afwijzing van alle vorderingen. Intussen staan immers in Maleisië containers met bier, dat met elke dag die verstrijkt minder waard wordt. EMCA heeft gesteld dat de koper van deze partij bier de koop inmiddels heeft ontbonden en aanspraak maakt op terugbetaling van de koopsom. Vanwege de naderende uiterste houdbaarheidsdatum is aannemelijk dat een nieuwe koper, als die al gevonden wordt, het bier slechts tegen een aanzienlijke korting zal willen overnemen. EMCA heeft dus zonder meer belang bij zo spoedig mogelijke vrijgave van de lading. Aannemelijk is echter dat dit ook in het belang is van TOP. Zij houdt de lading achter als zekerheid voor de betaling van haar facturen, maar de waarde van die zekerheid neemt net zo goed iedere dag af, terwijl de kosten van opslag oplopen. Bij deze stand van zaken vergt het belang van beide partijen dat een voorziening wordt getroffen waarbij de lading wordt vrijgegeven en die ook recht doet aan het gerechtvaardigde belang van TOP bij het behoud van enige vorm van zekerheid.
5.7. De voorzieningenrechter zal daarom de hierna vermelde voorziening treffen, waarbij wordt aangesloten bij het in conventie en in reconventie onder 3 gevorderde. TOP zal worden veroordeeld tot vrijgave van de lading in de beide containers binnen 24 uur na betaling door EMCA aan TOP van € 30.000,- en zekerheidsstelling door EMCA tot een bedrag van € 38.145,36 door storting van dit bedrag op de derdengeldrekening van [notaris] , waar dit bedrag wordt gehouden totdat in een aanhangig te maken bodemprocedure over het gehele geschil tussen partijen (totstandkoming, uitleg en al dan niet nakoming van beweerdelijk gemaakte afspraken, facturen én schade) is beslist of totdat partijen ter zake een minnelijke regeling hebben getroffen. Partijen kunnen vanzelfsprekend ook een andere vorm van zekerheid overeenkomen. Aan de vrijgave van de lading (nadat de betalingen hebben plaatsgevonden) zal een beperkte en gemaximeerde dwangsom worden verbonden.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
5.8. Bij het karakter van het kort geding past dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard, zoals beide partijen ten aanzien van de eigen vorderingen ook hebben gevorderd.
Proceskosten
5.9. Aangezien partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, worden de proceskosten in conventie en in reconventie gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
6 De beslissing
De voorzieningenrechter
In conventie en in reconventie
6.1. veroordeelt TOP tot vrijgave van de lading in de beide containers met bier, welke lading zich in de haven van Labuan, Maleisië, bevindt, binnen 24 uur na 1) betaling door EMCA aan TOP van € 30.000,- en 2) zekerheidsstelling door EMCA tot een bedrag van € 38.145,36 door storting van dit bedrag op de derdengeldrekening van [notaris] , waar dit bedrag wordt gehouden totdat in een aanhangig te maken bodemprocedure over het gehele geschil tussen partijen is beslist of totdat partijen ter zake een minnelijke regeling hebben getroffen, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag(deel) dat TOP hieraan niet voldoet, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 100.000,-,
6.2. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.3. compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt,
6.4. wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2025.1734/1981