ECLI:NL:RBOVE:2025:5859 - Rechtbank Overijssel - 6 oktober 2025
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.179946.25 en 08.127351.25 (ttz.gev) (P) Datum vonnis: 6 oktober 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte], geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats] , nu verblijvende in de P.I. [verblijfplaats] .
1 Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 22 september 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door de raadsman van verdachte, mr. R. Oude Breuil, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.
2 De tenlastelegging
Parketnummer 08.179946.25 De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte: feit 1: op 11 juni 2025 in Enschede, al dan niet samen met een ander, een fietsaccu van de politie Oost-Nederland heeft gestolen, dan wel die fietsaccu heeft geheeld; feit 2: op 12 april 2025 in Hengelo een fietsaccu van [slachtoffer 1] heeft gestolen.
Parketnummer 08.127351-25 De verdenkingkomt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 26 april 2025 in Enschede, al dan niet samen met een ander, een fietsaccu van [slachtoffer 2] (hierna ook: [slachtoffer 2] ) heeft gestolen.
Voluit luiden de tenlasteleggingen aan verdachte, dat:
Parketnummer 08.179946.25
1 zij op of omstreeks 11 juni 2025 te Enschede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (fiets)accu, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan politie Oost-Nederland, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 11 juni 2025 te Enschede, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (fiets)accu, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en haar mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof
2 zij op of omstreeks 12 april 2025 te Hengelo, althans in de gemeente Hengelo (O) een (fiest)accu, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 08.127351.25
zij op of omstreeks 26 april 2025 te Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een accu, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
3 De bewijsmotivering
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich in de zaak met parketnummer 08.179946.25 op het standpunt gesteld dat beide feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De verdediging heeft zich in de zaak met parketnummer 08.127351.25 op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 08.179946.25
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Parketnummer 08.127351.25
De vaststelling van de feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van het dossier en hetgeen ter terechtzitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 27 april 2025 doet [slachtoffer 2] aangifte van diefstal, gepleegd op 26 april 2025, van de accu uit zijn elektrische fiets. De fiets van [slachtoffer 2] stond op 26 april 2025 tegen een hek aan de [adres] . Een getuige, [getuige] (hierna ook: [getuige] ) ziet die middag dat een man en een vrouw tegen een hek gaan staan. [getuige] hoort een knal en ziet dat de vrouw een accu uit een fiets trekt en deze aan de man geeft. De man stopt de accu in een gele boodschappentas van Jumbo. [getuige] belt de politie en geeft een signalement van de man en de vrouw. Verbalisanten zien later die middag een man en vrouw die aan het signalement voldoen. Bij de staandehouding blijken dit verdachte en de medeverdachte (hierna ook: [medeverdachte] ) te zijn. Verbalisanten zien ook een Jumbo-tas hangen aan het stuur van de fiets, die verdachte en medeverdachte bij zich hadden. In deze tas treffen zij een fietsaccu aan.
De overwegingen van de rechtbank
Verdachte ontkent dat zij de accu uit de fiets van [slachtoffer 2] heeft gestolen. Uit de bewijsmiddelen volgt dat [medeverdachte] heeft verklaard dat hij samen met verdachte was, dat verdachte de accu uit de fiets heeft gehaald en vervolgens aan hem heeft gegeven. [medeverdachte] heeft ook verklaard dat hij de accu in een Jumbo-tas heeft gestopt. Deze verklaring komt overeen met hetgeen [getuige] heeft gezien en verklaard. Daar komt bij dat verdachte en [medeverdachte] voldeden aan het door [getuige] gegeven signalement en er bij hun staande houding – kort na de melding van [getuige] – een accu in een jumbotas is aangetroffen.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verdachte samen met [medeverdachte] de accu uit de fiets van [slachtoffer 2] heeft gestolen en dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
3.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08.179946.25
1 zij op 11 juni 2025 te Enschede, tezamen en in vereniging met een ander, een fietsaccu, die aan politie Oost-Nederland, toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2 zij op 12 april 2025 te Hengelo (O), een fietsaccu, die aan [slachtoffer 1] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 08.127351.25
zij op 26 april 2025 te Enschede, tezamen en in vereniging met een ander, een accu, die aan [slachtoffer 2] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 08.179946.25
feit 1 het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 2 het misdrijf: diefstal;
Parketnummer 08.127351.25
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen.
5 De strafbaarheid van verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het de bewezenverklaarde feiten.
6 De op te leggen straf of maatregel
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat aan verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna ook: de ISD-maatregel) moet worden opgelegd.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat aan verdachte een gevangenisstraf moet worden opgelegd die gelijk is aan de hoogte van de tijd die zij in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Subsidiair merkt de verdediging op dat aan alle voorwaarden voor het opleggen van een ISD-maatregel is voldaan. Hoewel het geen formeel beletsel is heeft verdachte ook nog bijna twee jaar strafrestant van niet onherroepelijke strafzaken die zij dan mogelijk na de ISD-maatregel nog zou moeten uitzitten. De verdediging heeft verzocht hier rekening mee te houden.
6.3 De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van meerdere diefstallen, al dan niet gepleegd met een medeverdachte. Dit brengt hinder en (financiële) schade met zich mee en veroorzaakt veel overlast in de maatschappij. Verdachte heeft op geen enkele wijze respect getoond voor de eigendommen van anderen. Zij is hierbij alleen op haar eigen financiële gewin uit geweest om haar drugsverslaving te bekostigen en haar schuld bij haar dealer af te lossen.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 3 september 2025 opgemaakt en ondertekent door [reclasseringswerker 1] , reclasseringsmedewerker, en [reclasseringswerker 2] , unitmanager, bij Reclassering Nederland. Uit dit rapport volgt, voor zover relevant, het volgende.
Verdachte komt al sinds een jonge leeftijd in aanraking met politie en justitie wegens overlastgevend en agressief gedrag. Er wordt een patroon gezien van gewelds- en vermogensdelicten, gepleegd onder invloed van middelen en in samenhang met haar verslavingsproblematiek. Er zijn forse problemen op alle leefgebieden. Verdachte heeft een verstandelijke beperking met daarnaast persoonlijkheidsproblematiek bestaande uit een antisociale- en borderline persoonlijkheidsstoornis. Het ontbreekt verdachte aan emotieregulatie- en copingvaardigheden waardoor frustratie vaak uitmondt in woede-uitbarstingen. Hierbij laat verdachte ongeremd en agressief gedrag zien. Ze is impulsief en prikkelbaar en niet gemotiveerd voor gedragsverandering. Verdachte staat niet open voor hulpverlening of reclasseringsinterventies. Verdachte heeft in het verleden meerdere malen laten zien zich niet te willen of kunnen conformeren aan bijzondere voorwaarden. Zij recidiveerde steeds binnen de proeftijden. De risico’s op recidive, op letsel en op het onttrekken aan de voorwaarden worden ingeschat als hoog en de mogelijkheden tot gedragsbeïnvloeding en risicobeheersing zijn minimaal. De reclassering adviseert om een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen. De reclassering merkt hierbij op dat een ISD-traject naar verwachting te kort zal zijn om een daadwerkelijke gedragsverandering te bewerkstellingen. De maatregel zal dan vooral werken als een tijdelijke ontlasting van de maatschappij. Idealiter zou de ISD-maatregel ook gebruikt kunnen worden als opstapje naar een beschermde woonvorm.
De strafmodaliteit en de hoogte daarvan
De rechtbank stelt vast dat aan alle voorwaarden die artikel 38m Sr stelt voor het opleggen van de ISD-maatregel is voldaan.
De bewezenverklaarde feiten zijn feiten waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan. Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte van 17 september 2025 blijkt dat zij in de vijf jaren voorafgaand aan de door haar begane feiten ten minste driemaal onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel is veroordeeld. Ook zijn de bewezenverklaarde feiten begaan na de tenuitvoerlegging van deze straffen of maatregelen. Gelet op de uitgebreide documentatie van verdachte en het door de reclassering ingeschatte hoge risico op recidive moet er bovendien ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte in de toekomst wederom een misdrijf zal plegen en dat de veiligheid van personen of goederen het opleggen van de ISD-maatregel eist. De rechtbank is zich bewust van de zwaarte van de maatregel maar ziet geen andere mogelijkheid om een gedragsverandering te kunnen bewerkstelligen dan met een langdurige behandeling binnen een gedwongen kader. Bovendien is gebleken dat verdachte een zeer actieve veelpleger is, wat maakt dat het opleggen van ISD-maatregel ook tot doel heeft de samenleving voor langere tijd te beschermen tegen het overlastgevende gedrag van verdachte.
Verdachte voldoet verder aan de definitie van een zeer actieve veelpleger zoals bedoeld in de “Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers”. Tegen verdachte zijn over een periode van vijf jaar processen-verbaal opgemaakt voor meer dan tien misdrijven, waarvan tenminste een in de laatste twaalf maanden teruggerekend vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte de ISD-maatregel opleggen voor de duur van twee jaren. De rechtbank acht het enerzijds van belang dat er voldoende tijd is om alle kansen te geven aan de behandeling van verdachte en anderzijds om de samenleving voor langere tijd te beschermen tegen haar overlastgevende gedrag.
Het door de raadsman aangevoerde argument met betrekking tot strafrestanten wordt door de rechtbank -hoewel er op zich begrip voor op te brengen zou zijn- als een niet rechtens te respecteren belang gepasseerd. De uitspraken waarop de raadsman doelt zijn nu eenmaal niet onherroepelijk en daarom staat niet vast dat daar vrijheidsbenemende straffen uit voortvloeien.
7 De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 38n en 57 Sr.
8 De beslissing
De rechtbank:
bewezenverklaring
-
verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
-
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
-
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
-
verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08.179946.25 feit 1, het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen; *feit 2,*het misdrijf: diefstal; Parketnummer 08.127351.25 het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
maatregel
- legt aan de verdachte op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 (twee) jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Heblij, voorzitter, mr. J. Wentink en mr. T.H. Kapinga, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.H. Bomans-Weekhout, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2025.
Buiten staat Mr. J. Wentink is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Parketnummer 08.179946.25
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2025273534 van 12 juni 2025. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1 Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 12 juni 2025,
2 Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 12 juni 2025,
3 Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] van 16 april 2025,
- Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] van 12 juni 2025, pagina’s 22-25.
Parketnummer 08.127351.25
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2025193523 van 27 april 2025. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
- Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] van 27 april 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 18-19, 21 en 22):
Op 26 april 2025 omstreeks 13.45 stalden mijn vriendin en ik onze fietsen tegen een hek welke in de berm stond langs de [adres] . Dit was ter hoogte van het [locatie 1] . Ik heb de accu die slotvast was bevestigd aan mijn fiets laten zitten. Op dezelfde dag omstreeks 18.00 uur werd ik gebeld door een vriendin. Zij zag dat de accu van mijn fiets weg was. Toen ik omstreeks 21.00 uur bij onze fietsen terug kwam zag ik dat de accu van mijn fiets verdwenen was.
Goednummer : PL0600-2025193361-3441616 Object : Accu Merk/type : Bosch Powerpack 400 Kleur : Zwart
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 7-9):
Ik was vandaag 26 april 2025 samen met wat vrienden in het centrum van Enschede. Ik liep naar mijn fiets die ik bij het stadskantoor had gestald. Op het moment dat ik daar stond te praten zag ik een man en een vrouw aan komen lopen. Ik vond dat de vrouw wat raar deed en hield haar in de gaten. Ik zag dat ze aan de overkant van de straat tegen het hek ging staan. De man kwam er voor staan. Kort daarop hoorde ik een harde knal. Ik zag daarop dat de vrouw met zwarte jas met bondkraag de accu uit de fiets trok. Ik zag dat ze de accu aan de man gaf die de accu in de gele boodschappentas van de Jumbo stopte. Vervolgens zag ik dat ze wegliepen in de richting van het stadskantoor en richting het station. Ik zag dat ze richting het busstation liepen en vervolgens linksaf richting het politie bureau.
Het signalement van de dame is: blanke vrouw, Nederlands uiterlijk, zwarte jas met bondkraag en zwarte broek.
Het signalement van de man is: blanke man, Nederlands uiterlijk, groene trui of jas met een wit kruis op de rug. Hij was op een fiets en had een gele bigshopper van de jumbo aan het stuur van zijn fiets hangen.
- Het proces-verbaal van aanhouding verdachte [verdachte] , opgemaakt door [verbalisant 4] en [verbalisant 5] van 26 april 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 56-57):
Op 26 april 2025 kregen wij melding van diefstal van accu van een elektrische fiets. Getuige had gezien dat er een man en vrouw een accu van de elektrische fiets haalden en deze in een gele jumbo tas stopten. Wij zagen twee personen die voldeden aan het signalement. Wij hebben de verdachten staande gehouden. Wij zagen een gele jumbo tas aan het stuur van de fiets hangen. Hierin zagen wij een accu van een fiets in zitten
- Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] van 26 april 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 53-55):
Ik was vandaag, 26 april 2025, in het centrum van Enschede. Ik kwam [verdachte] tegen aan de [adres] . Wij liepen vervolgens samen in de stad en zagen aan de [adres] ter hoogte van de [locatie 2] een elektrische fiets staan. Zonder wat te zeggen is [verdachte] naar deze fiets gestapt. Ik zag dat zij een schroevendraaier stopte tussen de accu en de plek waar de accu aan vast zit. Vervolgens zag ik dat zij de accu uit zijn plaats klikte. Ze trok vervolgens de accu uit de fiets en gaf deze aan mij. Ik heb vervolgens de accu in een jumbotas gestopt en zijn wij daar gelijk weggelopen in de richting van het station.