Terug naar bibliotheek
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5654 - Rechtbank Overijssel verlengt TBS, maar wijkt af van de gevorderde termijn - 22 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBOVE:2025:565422 september 2025

Essentie

De rechtbank Overijssel verlengt de terbeschikkingstelling van een man die is veroordeeld voor brandstichting. Ondanks het advies van deskundigen om met twee jaar te verlengen, kiest de rechtbank voor één jaar om de recente positieve ontwikkelingen en stabiliteit van betrokkene te kunnen monitoren.

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Team Strafrecht

Zittingsplaats Zwolle

Parketnummer: 08.180605.21 Datum uitspraak: 22 september 2025

Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:

[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats], verblijvende aan de [verblijfplaats], hierna te noemen: betrokkene.

1 De aanleiding

Betrokkene is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 augustus 2023 ter beschikking gesteld, waarbij betreffende het gedrag van betrokkene voorwaarden zijn gesteld, na bewezenverklaring van het misdrijf: opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en terwijl daarvan levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.

De terbeschikkingstelling is ingegaan op 3 augustus 2025 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 3 augustus 2025.

2 De stukken

De rechtbank heeft kennisgenomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:

3 De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 19 juni 2025 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaren.

Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 8 september 2025. De rechtbank heeft op die terechtzitting gehoord:

De officier van justitie heeft de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren gehandhaafd.

Betrokkene en zijn raadsman hebben verzocht de duur van de verlenging van de maatregel te beperken tot een jaar.

4 De beoordeling

De vordering is op 19 juni 2025 ingediend. Dit is tijdig.

De rechtbank stelt vast dat het onderzoek van de zaak niet uiterlijk twee maanden na de ontvangst van de vordering heeft plaatsgevonden. De rechtbank acht dit onwenselijk, maar volstaat met de constatering dat de bedoelde termijn is overschreden.

De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.

De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over betrokkene opgemaakte reclasseringsadvies, de over betrokkene opgemaakte pro Justitia rapportage en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.

Het rapport van de reclassering houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. Betrokkene is in juli 2023 opgenomen bij Trajectum [locatie]. Betrokkene functioneerde hier goed en er zijn geen noemenswaardige incidenten geweest. Bij vlagen is de gemoedstoestand van betrokkene neerslachtig en negatief. De nabijheid en sturing van het behandelend team, de reclassering en de raadsman zijn van belang om dit te doorbreken. Betrokkene is in december 2023 doorgestroomd naar afdeling de [afdeling 1], waar meer zelfstandigheid wordt verwacht. In mei 2024 is betrokkene doorgestroomd naar afdeling de [afdeling 2]. De [afdeling 2] betreft een kleinere afdeling waarin nog meer een beroep wordt gedaan op zijn zelfstandigheid. Op deze afdeling is er een positieve dynamiek tussen medecliënten en betrokkene. Nadat er een aantal cliënten uitstroomden veranderde deze dynamiek en vertelde betrokkene zich meermaals eenzaam te voelen. De gemoedstoestand van betrokkene was opnieuw afhankelijk van het functioneren van medecliënten. De verloven van betrokkene bestonden uit begeleide en onbegeleide verloven in de omgeving van de kliniek en naar [plaats 1] of [plaats 2]. Daarnaast had betrokkene begeleide verloven voor medische afspraken. De verloven zijn naar ieders tevredenheid verlopen, mits de verloven gingen zoals betrokkene in zijn hoofd had. Wanneer de taxi te laat was, annuleerde betrokkene het verlof en kan hij niet op andere gedachten worden gebracht. Betrokkene had soms moeite met de wisselingen in personeel, de afwezigheid van een regiebehandelaar en het gebrek aan perspectief. Hij diende klachten in die hij later weer introk. Tijdens de klinische opname is er aandacht geweest voor het forse alcoholgebruik van betrokkene (sinds zijn arrestatie in remissie). Betrokkene is gemotiveerd om abstinent door het leven te gaan, wat een belangrijke beschermende factor is. Tevens ziet hij in dat hij afhankelijk blijft van externe ondersteuning en begeleiding, wat ook beschermend is. De risico's zijn gelegen in zijn geringe copingvaardigheden, wat wordt verklaard door zijn licht verstandelijke beperking. Dit maakt dat betrokkene impulsief is en weinig probleembesef heeft. Bij beëindiging van de terbeschikkingstelling schat de reclassering het recidiverisico in als gemiddeld tot hoog. Momenteel komt de klinische fase tot een afronding. Betrokkene wacht op een overgang naar een vervolgplek. Betrokkene is aangemeld bij de [plaats 3], onderdeel van Trajectum. Dit betreft een woonlocatie waarin 24-uurszorg geboden wordt. Er is nog geen plaatsingsdatum bekend bij de [plaats 3]. Het is van belang om het verblijf in de [plaats 3] nog een periode te monitoren voordat een overgang naar de Wet langdurige zorg (Wlz) gerealiseerd wordt. De verwachting is dat betrokkene moeite zal hebben met een nieuwe omgeving, nieuwe begeleiders en een geheel andere setting waarin hij ook meer verantwoordelijkheden heeft. De reclassering adviseert om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.

De deskundige heeft het advies ter zitting gehandhaafd en verklaard dat betrokkene in juli 2025 is verhuisd naar de [plaats 3]. Het zal tijd kosten om te monitoren hoe betrokkene hier functioneert en ook het verkrijgen van een Wlz-indicatie kost tijd. Daarom is verlenging met twee jaren noodzakelijk.

Het rapport van de psycholoog houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. Bij betrokkene is sprake van een lichte verstandelijke beperking en verslavingsproblematiek (alcohol en benzodiazepinen, in langdurige remissie). Betrokkene is in juli 2023 klinisch opgenomen in [locatie] (onderdeel van Trajectum). Hij heeft naar vermogen meegewerkt aan de geïndiceerde behandelonderdelen. Hij is abstinent van alcohol en benzodiazepinen. De vraag is of hij dit kan volhouden wanneer hij meer vrijheid heeft en de verantwoordelijkheid meer bij hem komt te liggen. Verdere klinische behandeling zal geen meerwaarde hebben. In het kader van verslaving is het van belang om duidelijk te krijgen waarom betrokkene nog steeds methylfenidaat en verschillende antidepressiva voorgeschreven krijgt. De psycholoog ondersteunt het voornemen van de reclassering en Trajectum om betrokkene te laten doorstromen naar een toekomstbestendige 24-uurs vervolgvoorziening met voldoende externe sturing en voldoende aanspraak. Bij beëindiging van de terbeschikkingstelling schat de psycholoog het recidiverisico in als matig tot hoog. De risicotaxatie laat zien dat betrokkene vooral een gestructureerde en ondersteunende context van professionals nodig heeft om stabiel te functioneren. De psycholoog adviseert de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen. Deze tijd is nodig om betrokkene over te plaatsen naar een vervolgvoorziening en hem hier te monitoren. Gelet op zijn verstandelijke beperking met het risico op overvraging is het van belang om hem gefaseerd te laten uitstromen. Indien betrokkene stabiel blijft functioneren kan over twee jaar worden overwogen of betrokkene hier kan blijven wonen in het kader van de Wlz.

Het oordeel van de rechtbank Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van de inhoud van de rapportages van de reclassering en de psycholoog en hetgeen ter zitting is toegelicht, stelt de rechtbank vast dat bij betrokkene sprake is van een stoornis en dat sprake is van recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is daarom voldaan.

De rechtbank stelt vast dat betrokkene de afgelopen periode grote stappen heeft gezet. Betrokkene is in juli 2025 vanuit [locatie] doorgestroomd naar de [plaats 3]. Daar heeft betrokkene een goede start gemaakt. Het komende jaar zal worden getoetst of betrokkene de stabiliteit kan behouden als de vrijheden en prikkels toenemen. Indien betrokkene de positieve lijn doorzet, bestaat de mogelijkheid dat over een jaar de beëindiging van de terbeschikkingstelling aan de orde is, hoewel er nog veel stappen te zetten zijn. De rechtbank acht het wenselijk om de ontwikkelingen van het komende jaar te monitoren en zal daarom de terbeschikkingstelling met een jaar verlengen. Aan deze verlenging met een jaar mag betrokkene niet de verwachting ontlenen dat na dit jaar beëindiging van de maatregel volgt.

5 De beslissing

De rechtbank:

  • verlengt de terbeschikkingstelling van **[betrokkene]**met een jaar;

Aldus gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S.H. Peper en mr. R.J. Postma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Drent als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 september 2025.