ECLI:NL:RBOVE:2025:5485 - Rechtbank Overijssel - 8 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-337060-22 Datum uitspraak: 8 september 2025
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1979 in [geboorteplaats], wonende aan de [woonplaats], hierna te noemen: betrokkene.
1 De aanleiding
Betrokkene is bij vonnis van de rechtbank van 13 juli 2023 ter beschikking gesteld, waarbij betreffende het gedrag van betrokkene voorwaarden zijn gesteld, na bewezenverklaring van de misdrijven:
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 14 juli 2023 en zou, behoudens nadere voorziening, zijn geëindigd op 14 juli 2025.
2 De stukken
De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
3 De procedure
Het Openbaar Ministerie heeft op 6 juni 2025 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met één jaar. Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 25 augustus 2025. De rechtbank heeft op de openbare terechtzitting gehoord:
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar conform het verlengingsadvies.
De raadsman van betrokkene heeft primair verzocht de vordering tot verlenging af te wijzen, omdat niet wordt voldaan aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat het risico op recidive op dit moment tot een zodanig aanvaardbaar niveau is teruggebracht dat de terbeschikkingstelling niet langer wordt geëist door de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen. Verder heeft de raadsman aangevoerd dat betrokkene beschikt over voldoende ziektebesef en inzicht. Betrokkene blijft behandelingen volgen en de voorgeschreven medicatie gebruiken. Subsidiair heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Betrokkene heeft geen bezwaar gemaakt tegen een wijziging van de voorwaarden.
4 De beoordeling
De vordering is op 6 juni 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het verlengingsadvies van de reclassering, de pro Justitia rapportage en de toelichting van de deskundigen op de zitting van 25 augustus 2025 in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de reclassering
Het rapport van de reclassering houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. Betrokkene is in juli 2023 opgenomen in de FPA in Utrecht voor een klinische behandeling. Zij heeft de klinische behandeling positief afgesloten, waarna deze is over gegaan in een ambulante behandeling bij Transfore in Zwolle. De behandeling bij Transfore verloopt goed en betrokkene is intrinsiek gemotiveerd. Ook neemt betrokkene haar verantwoordelijkheid om stabiel te blijven, door onder meer de behandelafspraken na te komen, medicatie te gebruiken, mee te werken aan controle op de inname van medicatie en het bespreekbaar maken van stress of spanning. Verder toont betrokkene verantwoordelijkheid om te voorkomen dat zij uit balans raakt en is zij in staat om actief hulp te vragen. In het verleden heeft betrokkene meermaals haar medicatie inname gestaakt, wat heeft geleid tot een decompensatie. Het behouden van medicatietrouw blijft een aandachtspunt. Betrokkene volgt verschillende therapieën bij de polikliniek en de psychische gezondheid van betrokkene wordt gemonitord door forFACT. De psychiatrische en psychische kwetsbaarheid van betrokkene is een risicofactor. Er hebben zich geen incidenten voorgedaan en inmiddels is betrokkene gestabiliseerd. De reclassering acht het van belang om betrokkene nog één jaar te monitoren om te kijken hoe de positieve ontwikkelingen op de lange termijn kunnen worden geborgd. De reclassering adviseert dan ook om de maatregel terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen.
Verder adviseert de reclassering om de bijzondere voorwaarden ten aanzien van de opname in een zorginstelling en begeleid wonen op te heffen, omdat deze niet meer relevant zijn. Betrokkene heeft de klinische behandeling positief afgerond en in overleg is besloten om betrokkene zelfstandig te laten wonen met ambulante zorg van Transfore. Daarnaast adviseert de reclassering de voorwaarde met betrekking tot het alcoholverbod te wijzigen, in die zin dat betrokkene alcohol mag gebruiken enkel met toestemming en in overleg met de reclassering en zal meewerken aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De wijziging maakt gereguleerd alcoholgebruik mogelijk, zodat de reclassering kan controleren hoe betrokkene hiermee omgaat.
De deskundige ter zitting
Op zitting heeft deskundige Van Enk het advies gehandhaafd en in aanvulling op het advies naar voren gebracht dat het rapport van enkele maanden geleden dateert. Betrokkene had destijds de wens om te verhuizen naar Dalfsen. Dit bleek niet haalbaar wegens onvoldoende punten bij de woningbouw. Inmiddels heeft betrokkene haar focus verlegd en is zij actief op zoek naar een woning in Kampen. Voornoemde situatie veroorzaakte in eerste instantie aanzienlijke stress bij betrokkene. Voor een verantwoorde afronding van het traject is een stabiele woonsituatie van belang. Betrokkene functioneert momenteel goed en maakt belangrijke stappen. Verdere opbouw van stabiliteit blijft echter noodzakelijk, aangezien stress een risicofactor vormt. Betrokkene is medicatietrouw en houdt zich aan de behandeling. De klinische opname is afgerond. Opname via een eventuele time-out blijft mogelijk Als de situatie zou wijzigen en een langdurige opname nodig zou zijn dan zou de deskundige een wijziging van de bijzondere voorwaarden moeten adviseren. Gelet op het lopende proces en de noodzaak tot verdere stabilisering, is verlenging met één jaar wenselijk.
De pro Justitia rapportage
Het rapport van de psychiater houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. Bij betrokkene is sprake van schizoaffectieve psychose met paranoïde psychoses en bipolaire stemmingsschommelingen. Verder is bij betrokkene sprake van een complexe post traumatische stress stoornis. Betrokkene heeft in het verleden meerdere malen haar medicatie inname gestaakt, wat een decompensatie en opname tot gevolg had. Inmiddels kan betrokkene aangeven waarom ze haar medicatie staakte en geeft ze aan dat ze de medicatie nodig heeft. Een beschermende factor is dat betrokkene nu wel gemotiveerd is om de huidige medicatie te blijven gebruiken. Betrokkene is zoekende naar stabiliteit. Een risicofactor is de zelfbepalende kant van betrokkene en haar eigen visie op de problematiek. Er is een mogelijkheid dat haar eigen visie de overhand krijgt en dat betrokkene niet meer goed zal luisteren naar de adviezen van de behandelaar en haar eigen strategie zal volgen. Dit kan het risico met zich brengen dat betrokkene opnieuw stopt met de medicatie inname, wat kan leiden tot een psychose en een verhoogde kans op herhaling. Voornoemde kan worden voorkomen binnen de huidige maatregel, vanwege de externe druk en de directe hulpverlening die gericht kan zijn op preventie.
De kans op herhaling van agressief gedrag wordt binnen de huidige maatregel en met de behandeling als laag ingeschat. Als de maatregel wordt beëindigd, wordt de kans op herhaling matig tot hoog ingeschat, vanwege de aanwezige risicofactoren. De risicofactoren zijn het stoppen van medicatie inname, opleven van de psychose en de disbalans tussen de eisen die betrokkene zichzelf stelt en de stress die daarbij komt en het niet goed kunnen verwerken van falen. Het is van belang dat er stabiliteit volgt in de aard en intensiteit van de begeleiding die betrokkene krijgt. Op die manier kan decompensatie en herhaling van het indexdelict worden voorkomen. De psychiater stelt dat de huidige maatregel bij decompensatie een beschermd kader biedt en tijdige interventies garandeert om verder decompenseren in psychose en gevaargedrag te voorkomen. De huidige maatregel blijft noodzakelijk zolang betrokkene zoekend is en een wisselende houding toont ten opzichte van de medicatie inname, de vastgestelde probleemdefinitie en een stabiele leefwijze.De psychiater adviseert daarom om de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
De deskundige ter zitting
Op zitting heeft deskundige Kaiser het advies gehandhaafd en in aanvulling op het advies naar voren gebracht dat het van belang is dat betrokkene de medicatie blijft gebruiken. Indien de maatregel terbeschikkingstelling komt te vervallen, bestaat het risico dat de bijwerkingen van de medicatie in het hoofd van betrokkene groter worden dan dat het portentiele risico daadwerkelijk is, dit wordt immers in de gaten gehouden. Ten aanzien van de voorgestelde wijziging van het alcoholverbod verzoekt de deskundige om op te nemen dat het gebruik van alcohol in overleg dient plaats te vinden met de behandeld psychiater van betrokkene, in verband met de voorgeschreven medicatie. Ook is van belang dat de reclassering toezicht houdt. Het risico kan oplopen als sprake is van stress bij betrokkene. De deskundige signaleert bij betrokkene diverse instabiele factoren die nog moeten worden aangepakt. Zolang deze nog aanwezig zijn, bestaat er een risico. Het is wenselijk dat betrokkene met haar behandelend psychiater in gesprek blijft over de medicatie en de mogelijke bijwerkingen daarvan.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van het verlengingsadvies van de reclassering, de pro Justitia rapportage en het verhandelde ter zitting, stelt de rechtbank vast dat sprake is van stoornissen bij betrokkene en een recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan.
De rechtbank stelt vast dat betrokkene al enige tijd stabiel functioneert. Betrokkene heeft de klinische behandeling positief afgesloten en krijgt inmiddels een ambulante behandeling. De behandeling verloopt goed en betrokkene is intrinsiek gemotiveerd. Voor het behoud van de stabiliteit is het van belang dat betrokkene goede ondersteuning en begeleiding krijgt, waarbij het eveneens van belang is dat betrokkene haar medicatie inname voortzet. Er blijft een risico bestaan dat betrokkene vasthoudt aan haar eigen visie op de problematiek en de medicatie inname staakt, wat een decompensatie tot gevolg kan hebben. De huidige maatregel biedt dan een beschermd kader met tijdige interventies om verder decompenseren in psychose en gevaargedrag te voorkomen. De rechtbank acht het van belang dat de positieve ontwikkelingen van betrokkene duurzaam kunnen worden geborgd en zal de terbeschikkingstelling daarom met één jaar verlengen.
Voorts ziet de rechtbank op basis van het reclasseringsadvies en het verhandelde ter zitting, voldoende aanleiding om de voorwaarde met betrekking tot het alcoholverbod te wijzigen, in die zin dat betrokkene met toestemming van en in overleg met de reclassering en de behandelend psychiater alcohol mag gebruiken en zal meewerken aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De rechtbank acht het daarbij van belang dat eventueel alcoholgebruik uitsluitend plaatsvindt na overleg met de behandelend psychiater, gelet op de combinatie van alcohol en de voorgeschreven medicatie van betrokkene. Daarnaast zal de rechtbank op advies van de reclassering de bijzondere voorwaarden met betrekking tot de klinische opname en het begeleid wonen opheffen, nu deze niet meer relevant zijn.
5 De beslissing
De rechtbank:
-
opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang. Indien dit door de reclassering wenselijk wordt geacht, verblijft de tbs-gestelde in een instelling voor begeleid of beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De tbs-gestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
-
de tbs-gestelde laat zich opnemen in FPA Fivoor Den Dolder of een soortgelijke zorginstelling (ook wanneer dit overbruggingszorg inhoudt), te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Daarbij geeft de rechtbank - aangezien het zeer wenselijk is dat de klinische opname direct aansluit op de detentie - DV&O opdracht het vervoer vanuit de detentie naar de kliniek uit te voeren. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De tbs-gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de tbs-gestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
-
wijzigt de voorwaarde:
-
verdachte gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
-
in de voorwaarde dat:
-
betrokkene mag alcohol gebruiken uitsluitend na toestemming van en in overleg met de behandelend psychiater en de reclassering en zal meewerken aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. Betrokkene werkt mee aan ademonderzoek (blaastest) om het alcoholgebruik van betrokkene te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd. Aldus gegeven door mr. M.J.A.L. Beljaars, voorzitter, mr. S.K. Huisman en mr. J.G.M. Fluttert, rechters, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 september 2025.
De griffier is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.