ECLI:NL:RBOVE:2025:5424 - Rechtbank Overijssel - 2 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-228007-22 (21-001232-23)
Uitspraak van de meervoudige strafkamer voor strafzaken op de vordering van de officier van justitie op grond van artikel 6:6:21 Wetboek van Strafvordering (Sv) in de zaak van
[veroordeelde] , geboren op [geboortedatum] 2002 in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres] ,
verder te noemen de veroordeelde, bijgestaan door mr. J.B.A. Kalk, advocaat te Enschede.
1 Het verloop van de procedure
Op 20 juni 2025 heeft de officier van justitie op de griffie een vordering ingediend tot tenuitvoerlegging van een aan de veroordeelde voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. De vordering is gedateerd 19 juni 2025.
De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 26 augustus 2025. Bij de behandeling zijn de officier van justitie mr. M.H.G. Scharenborg, de veroordeelde en de raadsman mr. J.B.A. Kalk gehoord. Ook is gehoord mevrouw [reclasseringswerker] (hierna ook: [reclasseringswerker] ), werkzaam bij GGZ Tactus verslavingszorg Enschede en belast met het reclasseringstoezicht.
De rechtbank heeft kennis genomen van het door de officier van justitie overgelegde dossier van de strafzaak tegen de veroordeelde. De rechtbank heeft ook kennis genomen van de volgende stukken:
Het standpunt van de officier van justitie
De standpunt van de officier van justitie luidt, zakelijk weergegeven, als volgt.
De officier van justitie heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf moet worden toegewezen. Subsidiair vordert de officier van justitie de rechtbank om de proeftijd te verlengen met 1 (één) jaar, en daarbij de bijzondere voorwaarden zodanig aan te passen dat veroordeelde wordt verplicht mee te werken aan een klinische opname.
Het standpunt van de veroordeelde en raadsman
Het standpunt van de veroordeelde en de raadsman houdt, zakelijk weergegeven, het volgende in.
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden afgewezen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de proeftijd te verlengen met 1 (één) jaar.
3 De ontvankelijkheid
De vordering is tijdig ingediend. De rechtbank stelt vast dat deze ook overigens ontvankelijk is.
4 De beoordeling
Op grond van de stukken en de behandeling op de zitting stelt de rechtbank het volgende vast.
Bij vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, van 28 februari 2023 is de veroordeelde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht (Sr). De veroordeelde heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Bij arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 13 februari 2024 is de veroordeelde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden waarvan 14 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De proeftijd is ingegaan op 13 februari 2024.
In het arrest heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden aan de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf als bijzondere voorwaarden verbonden dat de veroordeelde:
De rechtbank overweegt het volgende.
Uit het reclasseringsrapport van 6 juni 2025 volgt dat veroordeelde niet heeft meegewerkt aan de bijzondere voorwaarden meldplicht en ambulante behandelverplichting. Veroordeelde toont geen openheid over zijn leven en geen motivatie voor invulling van het reclasseringstoezicht. Hij is van mening dat aanwezigheid bij zowel de afspraken bij Trajectum als bij de reclassering voldoende is voor het meewerken aan de voorwaarden. Veroordeelde is uitgeschreven bij Trajectum. Tijdens de meldplichten ontbreekt openheid en motivatie, waardoor er niet gewerkt kan worden aan vermindering van recidive. Veroordeelde bagatelliseert zijn gepleegde delicten en ziet geen noodzaak voor behandeling van zijn lage frustratietolerantie of agressieproblematiek. Hij stelt zijn eigen voorwaarden en regels, door van de Reclassering en Trajectum te eisen dat zij rekening met hem houden. Veroordeelde ontkent alcoholgebruik, terwijl de alcoholband meerdere meldingen van alcohol gebruik aangaf. Er is sprake van een delictpatroon waarbij een toename van ernst aan de orde is. De reclassering ziet risicofactoren in het psychosociaal functioneren van veroordeelde. Hij handelt veelal reactief in plaats van weloverwogen. Om deze redenen kan Tactus Reclassering het toezicht niet langer verantwoorden en adviseert Tactus Reclassering een beslissing waardoor het reclasseringstoezicht voortijdig negatief beëindigd wordt. De reclassering ziet geen mogelijkheden voor gedragsverandering en risicobeperking.
Reclasseringswerker mevrouw [reclasseringswerker] heeft ter terechtzitting het standpunt van de reclassering toegelicht en verklaard dat veroordeelde genoeg kansen heeft gekregen en de reclassering veel geduld heeft gehad. Veroordeelde komt vaak te laat en heeft meerdere keren aangegeven dat hij niet openstaat voor behandeling. Een gesloten klinische setting – zoals door Trajectum is geadviseerd – is volgens mevrouw [reclasseringswerker] niet passend. Veroordeelde toont geen openheid, motivatie en inzet. Dat is meermaals met veroordeelde besproken. Dat sprake is van onmacht aan de zijde van veroordeelde om de voorwaarden na te komen en niet van onwil, is desgevraagd door de reclassering ter terechtzitting weersproken. Trajectum is een passende en gespecialiseerde organisatie die rekening houdt met het niveau, de verwerkingssnelheid en problematiek van veroordeelde. De reclassering ziet geen mogelijkheden om het toezicht voort te zetten en adviseert de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk strafdeel.
De rechtbank stelt op basis van het bovenstaande vast dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden, die betrekking hebben op de meldplicht en ambulante behandeling, niet heeft nageleefd. De reclassering ziet geen mogelijkheden meer voor gedragsverandering en risicobeperking. De veroordeelde heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij moeite heeft met het nakomen van afspraken en hierdoor te laat is gekomen. Veroordeelde heeft aangevoerd dat de behandeling bij Trajectum niet voor hem werkt en een gesloten klinische opname voor hem geen oplossing is. Veroordeelde is door de reclassering meerdere malen aangesproken op zijn gedrag en ook heeft hij meerdere waarschuwingen gekregen. Ter terechtzitting verklaart de veroordeelde bereid te zijn om zich alsnog te houden aan de bijzondere voorwaarden. Hij lijkt ervan overtuigd dat de overtreding vooral ziet op het te laat komen bij meldplichtafspraken, is zelfbepalend en van mening dat de reclassering zich moet inspannen om hulp aan hem te bieden. Ondanks een uitgebreide bevraging ter terechtzitting, laat veroordeelde geen overtuigende motivatie zien om zich bij een afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging wel aan de voorwaarden te houden, en een eventuele behandeling in een klinische setting wijst hij – desgevraagd – van de hand. De rechtbank heeft er dan ook geen vertrouwen in dat veroordeelde zich in de toekomst wel gaat houden aan de bijzondere voorwaarden.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank geen mogelijkheden meer voor voortzetting van de bijzondere voorwaarden en is tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf thans aangewezen. De vordering wordt daarom toegewezen.
5 De beslissing
De rechtbank:
-
wijst de vordering toe;
-
gelast dat de niet tenuitvoergelegde straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) maanden, zoals opgelegd bij vonnis van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 13 februari 2024, alsnog zal worden tenuitvoergelegd.
Deze beslissing is genomen door mr. R.A. Heblij, voorzitter, mr. J. Wentink en mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.J.W. Renskers, griffier en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2025.
Buiten staat Mr. M.A.H. Heijink is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.