Uitspraak inhoud

Civiel Recht

Zittingsplaats Eindhoven

Zaaknummer : 11027797 Rolnummer : 24-2424

Vonnis in kort geding van 26 april 2024

in de zaak van:

Stichting Wooninc., gevestigd te Eindhoven, eiseres, gemachtigde: mr. W.J. Aardema,

tegen:

[gedaagde] , wonende te [woonplaats] , gedaagde, niet verschenen.

Partijen worden hierna genoemd “Wooninc.” en “ [gedaagde] ”.

1 Het verloop van het geding

1.1. De procedure is ingeleid met de dagvaarding met producties 1 tot en met 12, die op 15 april 2024 aan [gedaagde] is betekend.

1.2. Op 25 april 2024 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden. [gedaagde] is niet ter zitting verschenen. Kort voorafgaand aan de zitting heeft zij telefonisch contact opgenomen met de griffie en verzocht om via een digitale verbinding via Teams deel te mogen nemen aan de zitting. Daarop heeft de griffie [gedaagde] per e-mail een uitnodiging gestuurd met een link om via Teams deel te kunnen nemen aan de zitting. [gedaagde] heeft de ontvangst van de uitnodiging per email bevestigd maar is niet via een digitale verbinding via Teams verschenen. Zij heeft zich nog telefonisch tot de griffie gewend. Daarop heeft de griffier tweemaal tevergeefs geprobeerd telefonisch contact met haar op te nemen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken. Aan het eind van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter gezegd dat het vonnis de volgende dag en uiterlijk 9 mei 2024 zal worden uitgesproken.

2 De vordering

2.1. Wooninc. vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt: I. a. om binnen 24 uur na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, haar medewerking te verlenen - onder meer door het verschaffen van toegang tot het gehuurde aan Wooninc., althans haar hulppersonen - aan de betreffende onderhouds- en renovatiewerkzaamheden, zoals beschreven in randnummer 20; b. om binnen 24 uur na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, althans een termijn door de kantonrechter te bepalen, en op de momenten daartoe te bepalen door Wooninc. althans haar hulppersonen het gehuurde (zowel voor wat betreft de binnenruimte als de buitenruimte) zodanig ten dele en tijdelijk te ontruimen, zodat [gedaagde] het gehuurde voor de duur van de werkzaamheden verlaat en de inboedel zodanig verplaatst, dat de werkzaamheden zonder dat enig obstakel daartoe in de weg staat kunnen worden verricht, én de sleutels die toegang geven tot het gehuurde aan Wooninc. af te geven, welk verlaten zo nodig op kosten van [gedaagde] door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 jo. 556 lid 1jo. 557 Rv; II. in de kosten van de procedure en de nakosten.

2.2. Wooninc verhuurt aan [gedaagde] de woning staande en gelegen aan het adres [straatnaam] [huisnummer] te [woonplaats] (het gehuurde). Wooninc is in samenspraak met [bedrijf 1] , aannemersbedrijf [bedrijf 2] en de klankborgroep van huurders tot een aanpak gekomen voor onderhoud- en renovatiewerkzaamheden aan 17 woningen aan de [straatnaam] en de [straatnaam] in [woonplaats] , in de periode (februari tot mei 2024). Wooninc heeft het door haar gewenste onderhoud en de uit te voeren renovatiewerkzaamheden aan haar huurders voorgelegd en 70% van de huurders is akkoord gegaan met het renovatieplan. Tijdens de werkzaamheden kunnen de huurders in hun woning blijven wonen en na uitvoering van de werkzaamheden zal er bij [gedaagde] geen huurverhoging plaatsvinden. [gedaagde] weigert haar medewerking te verlenen aan de uitvoering van de werkzaamheden waardoor een aantal van de onderhouds- en renovatiewerkzaamheden niet kunnen plaatsvinden. Zij handelt daarmee in strijd met artikel 6, 18.1 en 18.3 van de algemene huurvoorwaarden en artikel 7:213 en 7:220 van het Burgerlijk Wetboek.

3 De beoordeling

3.1. Voldoende is gebleken dat Wooninc een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorziening, aangezien de onderhouds- en renovatiewerkzaamheden al zijn gestart en zonder medewerking van [gedaagde] een deel van de geplande werkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd. Wooninc is dan ook ontvankelijk in haar vordering.

3.2. [gedaagde] is niet op de mondelinge behandeling verschenen. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat [gedaagde] behoorlijk is opgeroepen. Bovendien is haar, op haar eigen verzoek, een uitnodiging om via een digitale verbinding via Teams deel te nemen toegestuurd. Desondanks is zij niet verschenen én was zij telefonisch niet bereikbaar zodat tegen haar verstek wordt verleend.

3.3. Op basis van de dagvaarding en wat ter zitting naar voren is gebracht dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van Wooninc. in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd.

3.4. Bij gebreke van verweer, en op basis van de door Wooninc. overgelegde stukken, wordt in rechte uitgegaan van de juistheid van de stellingen van Wooninc. De vorderingen komen de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en zullen dan ook worden toegewezen, een en ander voor zover hierna niet anders blijkt.

3.5. Als [gedaagde] niet zelf de gelegenheid biedt tot het uitvoeren van de werkzaamheden is de vordering tot tijdelijke en partiële ontruiming toewijsbaar, in die zin dat [gedaagde] het gehuurde, enkel indien en voor zover nodig, gedeeltelijk dient te ontruimen en ontruimd dient te houden, zodat Wooninc. de gelegenheid heeft de renovatiewerkzaamheden te laten uitvoeren. Dit houdt in dat [gedaagde] Wooninc. toegang tot het gehuurde dient te verlenen en dat zij de ruimte(es) waar de onderhouds- en renovatiewerkzaamheden uitgevoerd worden dient te ontruimen en ontruimd te houden voor de duur van het uitvoeren van de werkzaamheden.

3.6. [gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Wooninc. worden begroot op:

  • dagvaarding € 136,72‬

  • griffierecht € 130,00

  • salaris advocaat € 543,00

  • nakosten € 135,00

Totaal € 944,72

4 De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende in kort geding:

4.1. veroordeelt [gedaagde] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, haar medewerking te verlenen - onder meer door het verschaffen van toegang tot het gehuurde aan Wooninc, althans haar hulppersonen - aan de betreffende onderhouds- en renovatiewerkzaamheden, zoals beschreven in randnummer 20 van de dagvaarding, zijnde:

  • vernieuwen en isoleren dak;

  • herstellen en reinigen metselwerk en vervangen voegwerk;

  • vernieuwen gevelbetimmering en isoleren gevel

  • controleren en na-isoleren spouwmuren;

  • schilderen van kozijnen, ramen en deuren;

  • plaatsen HR++ isolatieglas;

  • vernieuwen ventilatie roosters;

  • controleren tocht- en kierdichting van ramen en deuren;

  • controleren (en aanpassen) meterkast en nalopen elektrische installatie

  • aanbrengen voorziening elektrisch koken, waaronder plaatsen van een inductiekookplaat.

4.2. veroordeelt [gedaagde] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis en op de momenten daartoe te bepalen door Wooninc. althans haar hulppersonen het gehuurde (zowel voor wat betreft de binnenruimte als de buitenruimte) zodanig ten dele en tijdelijk te ontruimen, zodat Wooninc. het gehuurde voor de duur van de werkzaamheden verlaat en de inboedel zodanig verplaatst, dat de werkzaamheden zonder dat enig obstakel daartoe in de weg staat kunnen worden verricht, én de sleutels die toegang geven tot het gehuurde aan Wooninc. af te geven, welk verlaten zo nodig op kosten van [gedaagde] door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv;

4.3. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 944,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;

4.4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

4.5. wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Godrie en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2024.