Uitspraak inhoud

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Civiel recht Kantonrechter

Zittingsplaats Haarlem

Zaaknummer / rekestnummer: 11606150 \AO VERZ 25-42 en 11612685 \AO VERZ 25-46

Beschikking van 6 augustus 2025

in de zaak van

[verzoeker], te [plaats] , verzoekende partij, verwerende partij in het tegenverzoek, hierna te noemen: [verzoeker] , gemachtigde: mr. R. Muurlink,

tegen

NETWORK REPUBLIC EUROPE B.V., te Haarlem, verwerende partij, verzoekende partij in het tegenverzoek, hierna te noemen: Network Republic, gemachtigde: mr. F.H.A. ter Huurne.

De zaak in het kort

In deze zaak verzoekt werknemer om toekenning van een billijke vergoeding na een ontslag op staande voet. De kantonrechter wijst het verzoek toe, omdat het ontslag niet rechtsgeldig is. Werknemer heeft de geheimhoudingsbeding in de arbeidsovereenkomt niet geschonden door het verzenden van zakelijke e-mails naar zijn privé e-mailadres. Verder is niet komen vast te staan dat werknemer tijdens ziekte een concurrerende onderneming heeft opgericht en nevenwerkzaamheden heeft verricht.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

1.2. De beschikking is bepaald op vandaag.

2 De feiten

2.1. Network Republic is een in Haarlem gevestigde onderneming actief binnen de IT-industrie. Zij biedt klanten oplossingen voor onder meer netwerkapparatuur, servers, opslag en bijbehorende accessoires.

2.2. [verzoeker] (geboren op [geboortedatum] 1974) is sinds 1 juni 2016 voor onbepaalde tijd in dienst bij Network Republic met een bruto maandsalaris van € 7.500,00 exclusief 8% vakantiegeld voor 40 uur per week. De functie van [verzoeker] was laatstelijk Operation Manager. In deze functie was hij verantwoordelijk voor de in- en verkoop van IT-apparatuur in de breedste zin van het woord.

2.3. In de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] staan de volgende bedingen opgenomen:

2.4. [verzoeker] heeft een zakelijke laptop van Network Republic in gebruik die hij ook privé gebruikt. Het privégebruik was bij Network Republic bekend.

2.5. Op 26 oktober 2024 komt [verzoeker] ten val met enkele breuken en een operatie tot gevolg. Op 28 oktober 2024 meldt hij zich ziek bij Network Republic.

2.6. Begin november 2024 zijn de directeur en de accounting manager van Network Republic bij [verzoeker] thuis op (zieken)bezoek geweest. Toen is aangegeven dat [verzoeker] moest uitrusten en dat zijn werk - en zijn mailbox - door hen zou worden waargenomen.

2.7. [verzoeker] heeft gedurende zijn arbeidsongeschiktheid in de periode van 28 oktober 2024 tot en met 7 januari 2025 doorgewerkt. Dit was bij Network Republic bekend.

2.8. Op 10 december 2024 heeft Network Republic opdracht gegeven aan Hoffmann Bedrijfsrecherche om een onderzoek te starten naar de zakelijke laptop van [verzoeker] . In het rapport van 30 januari 2025 staat over de aanleiding van het onderzoek:‘In opdracht van Network Republic Europe B.V. (…) werd een onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van bevindingen dat onder het zakelijk gebruikersaccount van de heer [verzoeker] , salesmanager, duizenden e-mailberichten zouden zijn verwijderd tijdens zijn ziekteverlof. De heer [verzoeker] heeft zich sinds september/oktober 2024 ziekgemeld na een scooterongeluk en zou last hebben van het ongeval en niet tot enige vorm van werkzaamheden in staat zijn. De email-berichten onder zijn zakelijke gebruikersaccount zouden tijdens zijn ziekteverlof zowel vanuit de map ‘Verzonden items’ alsook vanuit de map ‘Verwijderde items’ zijn verwijderd.’ (…) ‘Network Republic heeft het vermoeden dat de heer [verzoeker] bij een concurrent gaat werken of voor zichzelf gaat beginnen.’ (…)‘Doel van het onderzoek was: het verkrijgen van zoveel mogelijk relevante informatie inzake de reden voor het verwijderen/doorsturen van de e-mails in casu.’ (…) ‘Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de periode december 2024 - januari 2025.’

2.9. [verzoeker] is door Network Republic niet op de hoogte gesteld van het onderzoek.

2.10. Op [geboortedatum] 2024 kreeg [verzoeker] het verzoek van de systeembeheerder van Network Republic om remote toegang te geven tot zijn laptop vanwege een (gestelde) fout in de ‘Microsoft entra security policy’. [verzoeker] heeft hieraan meegewerkt.

2.11. Op 19 december 2024 kreeg [verzoeker] het verzoek zijn laptop in te leveren, omdat het probleem niet remote kon worden opgelost. Network Republic schreef hierover: ‘It turns out that the update that was pushed through remotely last week didn’t work.’[verzoeker] heeft ook hieraan meegewerkt.

2.12. Op 20 december 2024 gaf de bedrijfsarts een terugkoppeling naar aanleiding van de ziekmelding van [verzoeker] : “Hij is ongeschikt voor zijn eigen werk vanwege ziekte.” (…) “Er zijn nog geen mogelijkheden voor een terugkeer in een deel van het eigen werk of aangepaste taken. Houdt belangstellend contact met elkaar.”

2.13. Op 7 januari 2025 heeft Network Republic de toegang tot de systemen van [verzoeker] geblokkeerd om [verzoeker] tegen zichzelf te beschermen: ‘Ik waardeer jouw betrokkenheid, maar zie dat je nog wel bezig bent in je inbox, maar het beste voor jou is dat jij je nu richt op jouw gezondheid. Daarom heb ik besloten om jou tegen jezelf te beschermen en de e-mail uit te zetten en gerelateerde toegangen op te schorten totdat je weer helemaal beter bent en terug op kantoor kunt komen. Verdere communicatie kan via je privé mail.’

2.14. Op 10 januari 2025 ontving [verzoeker] via Network Republic een uitnodiging voor een gesprek met Hoffmann Bedrijfsrecherche: ‘Tijdens jouw afwezigheid zijn wij gestuit op een aantal opvallende zaken in jouw zakelijke mailbox. Zo hebben wij gezien dat jij een grote hoeveelheid e-mails en documenten hebt verwijderd en/of naar jouw privé e-mail hebt gestuurd. Omdat jouw acties mogelijk in strijd zijn met contractuele verplichtingen, hebben wij Hoffmann - een gerenommeerd particulier onderzoeksbureau - de opdracht gegeven om een digitaal onderzoek uit te voeren. Als onderdeel van dit onderzoek wenst Hoffmann jou te interviewen over de bevindingen.’

2.15. [verzoeker] achtte zichzelf niet in staat om een gesprek met Hoffmann te voeren en wilde het volgende gesprek met de bedrijfsarts op 23 januari 2025 afwachten. Network Republic heeft hiermee ingestemd.

2.16. Uit de periodieke evaluatie van de bedrijfsarts van 23 januari 2025 volgde: ‘Nog geen mogelijkheden terugkeer (deel) eigen werk of aangepaste taken. Ga op korte termijn met elkaar in gesprek inzake werk gerelateerde knelpunten, eventueel met externe derde (zoals bedrijfsmaatschappelijk werker).’

2.17. [verzoeker] heeft, ondanks meerdere verzoeken daartoe, niet met Hoffmann gesproken.

2.18. Op 30 januari 2025 is het definitieve rapport van Hoffmann aan Network Republic gezonden. De onderzoeksbevindingen, voor zover relevant, van Hoffman waren:

2.19. Op 31 januari 2025 heeft Network Republic [verzoeker] op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief van diezelfde dag staan - kort gezegd - zes redenen die volgens Network Republic, zowel ieder voor zich, als in onderling verband beschouwd, een dringende reden opleveren voor de onmiddellijke beëindiging van het dienstverband:

2.20. Network Republic sommeert [verzoeker] in de ontslagbrief tot betaling van een boete van 63 x € 25.000,00 (= € 1.575.000,00) voor overtreding van het geheimhoudingsbeding en tot betaling van € 84.000,00 aan boete voor overtreding van het concurrentiebeding en het nevenwerkzaamhedenbeding.

3 Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek

3.1. [verzoeker] verzoekt voor recht te verklaren dat de opzegging door Network Republic onrechtmatig en onregelmatig is. [verzoeker] berust in het ontslag op staande voet en verzoekt de kantonrechter een billijke vergoeding toe te kennen van twee jaarsalarissen (€ 194.400,00). Daarnaast verzoekt hij (na vermeerdering) om een immateriële schadevergoeding van € 50.000,00. Verder verzoekt hij betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging ter hoogte van € 16.200,00 en de transitievergoeding van € 23.850,00. Tot slot verzoekt [verzoeker] nog om een deugdelijke eindafrekening, een verklaring voor recht dat het concurrentiebeding en het relatiebeding zijn vervallen wegens het ernstig verwijtbaar handelen van Network Republic alsmede betaling van de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.

3.2. Volgens [verzoeker] is het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig nu de dringende reden ontbreekt, het ontslag niet onverwijld is gegeven en er in het geheel geen rekening is gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] . Na bijna negen jaar dienstverband en ook een persoonlijke vriendschap is de directeur van Network Republic, zonder hoor- en wederhoor en zonder dringende reden, overgegaan tot ontslag op staande voet. Ook heeft Network Republic onterecht een miljoenenclaim, inclusief beslaglegging, neergelegd bij een arbeidsongeschikte werknemer.

3.3. Network Republic voert verweer en stelt dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Network Republic voert ‑ samengevat ‑ aan dat het handelen van [verzoeker] kwalificeert als een dringende reden en dat het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven en meegedeeld. Network Republic concludeert tot afwijzing dan wel matiging van alle verzoeken van [verzoeker] . Network Republic verzoekt (bij verzoek 11612685 \ AO 25-46) veroordeling van [verzoeker] tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding. Network Republic berekent dit op € 8.100,00, waarvan € 2.722,26 reeds is verrekend bij de eindafrekening, zodat nog een vordering van € 5.377,74 bruto resteert.

3.4. Network Republic vordert verder bij dagvaarding (met zaaknummer 11681826 \ CV EXPL 25-2946, welke zaak gevoegd is behandeld, maar in een afzonderlijk vonnis is beoordeeld) veroordeling van [verzoeker] tot betaling van onder meer boetes wegens schending van het geheimhoudingsbeding, het nevenwerkzaamhedenbeding en het concurrentiebeding.

3.5. Op de stellingen van partijen zal hierna - voor zover relevant - worden ingegaan

4 De beoordeling van het verzoek van [verzoeker] (11606150 \ AO 25-42)

4.1. Het gaat in deze zaak om de vraag of het ontslag op staande voet, op grond van het handelen van [verzoeker] zoals beschreven in de ontslagbrief van 31 januari 2025, terecht is gegeven. Bij de beoordeling van een ontslag op staande voet worden (uitsluitend) de ontslagredenen betrokken die in de ontslagbrief worden genoemd; andere of naderhand gebleken feiten en omstandigheden moeten daarbij buiten beschouwing worden gelaten.

4.2. Een ontslag op staande voet is alleen geldig als daarvoor een dringende reden is, dat wil zeggen zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen. Ook moet er onverwijld worden opgezegd en moet de dringende reden onverwijld worden meegedeeld aan de werknemer. Onverwijld betekent dat dit direct of zo snel mogelijk moet gebeuren. Het gaat er daarbij om dat het voor de werknemer onmiddellijk duidelijk moet zijn welke eigenschappen of gedragingen voor de werkgever aanleiding zijn geweest voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. De werkgever moet de dringende reden bewijzen.

4.3. Ontslag op staande voet is een zogenaamd ‘ultimum remedium’. Dit betekent dat ontslag op staande voet, vanwege de ingrijpende gevolgen, slechts mag worden verleend als een minder vergaande maatregel, zoals een officiële waarschuwing, loonsanctie of een ontbinding van de arbeidsovereenkomst, niet volstaat.

4.4. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet van [verzoeker] niet rechtsgeldig is. De zes dringende reden uit de ontslagbrief van 31 januari 2025 zijn zowel afzonderlijk als gezamenlijk onvoldoende om het ontslag op staande voet te kunnen rechtvaardigen. De redenen zullen één voor één tenslotte gezamenlijk door de kantonrechter worden beoordeeld.

Verwijderen en terugplaatsen e-mails

4.5. Network Republic stelt dat [verzoeker] circa 40.000 e-mails uit zijn zakelijke account heeft verwijderd en daarna op dezelfde dag circa 30.000 e-mails heeft teruggezet. Dit vond plaats op 4, 5, 6 en 9 december 2024. Tevens is gebleken dat [verzoeker] tussen 20 september 2021 en 9 december 2024 verzonden items heeft verwijderd uit de map ‘verzonden items’ en vervolgens alle verwijderde items heeft weggegooid. [verzoeker] erkent dat hij e-mails uit zijn inbox heeft verwijderd en stelt dat hij hiermee geen kwade bedoelingen had. Hij was bezig met het opschonen van zijn inbox. In zijn inbox stonden nog tienduizenden oude mails. Zijn laptop was langzaam en liep regelmatig vast. Verder had de heer [betrokkene] (CEO van Network Republic) hem in het verleden aangespoord tot het opschonen van zijn mailbox. [verzoeker] is zich er niet bewust van geweest dat hij een deel weer heeft teruggeplaatst. Dat hij de berichten ook uit de ‘verwijderde items’ heeft verwijderd, had volgens [verzoeker] hetzelfde doel. Wanneer de mails alleen in de prullenbak werden geplaatst, zou dit de computer niet leger (en daarmee sneller) maken.

4.6. De kantonrechter kan Network Republic volgen in de stelling dat het verwijderen en vervolgens deels weer terugplaatsen van grote hoeveelheden e-mails ongebruikelijke handelingen lijken. Network Republic wist echter dat [verzoeker] tijdens zijn arbeidsongeschiktheid doorwerkte. Het had op de weg van Network Republic gelegen om hierover opheldering te vragen. De verklaring van [verzoeker] is niet meteen onaannemelijk en kwade bedoelingen van [verzoeker] zijn niet komen vast te staan. Het handelen van [verzoeker] kwalificeert niet als een dringende reden.

Doorsturen 63 zakelijk e-mails van zakelijk account naar privémail

4.7. Network Republic stelt dat [verzoeker] tijdens zijn ziekteverlof 63 zakelijke (vertrouwelijke) e-mails, sommige met zakelijke bijlagen, van het zakelijke e-mailaccount naar zijn privé e-mailaccount heeft verzonden. Vervolgens heeft hij de doorgestuurde mails vrijwel direct na het verzenden verwijderd uit de map ‘verzonden items’ en daarna ook uit de map ‘verwijderde items’. [verzoeker] had geen functionele reden om deze zakelijke e-mails door te sturen naar zijn privé e-mailaccount, omdat hij tijdens zijn ziekteverlof zijn zakelijke laptop tot zijn beschikking had. [verzoeker] erkent dat hij, in de periode dat hij zijn mailbox aan het opschonen was, e-mails van zijn zakelijke account naar zijn hotmail-account heeft doorgestuurd. Dit waren zowel zakelijke als privé e-mails. Hij had deze e-mails uit voorzorg doorgestuurd, omdat hij deze nog een keer rustig wilde bekijken en hij zijn zakelijke inbox zo rigoureus aan het opruimen was (“dan kon alles verwijderd”) en omdat hij thuis niet beschikte over een tweede scherm. Een aantal e-mails die hij nog wilde bekijken, betroffen orders (hij hield een overzicht bij van zijn prestaties en wilde bekijken of dat nog klopte). Een ander deel waren leads waar nog niet eerder zaken mee was gedaan, waarvan hij wilde beoordelen of deze klanten nog een keer benaderd konden worden. [verzoeker] stelt dat hij met het doorsturen en vervolgens verwijderen geen kwade bedoelingen had.

4.8. De kantonrechter kan Network Republic in zoverre volgen dat de functionele reden voor het verzenden van de zakelijke e-mails naar het privé e-mailaccount op het eerste gezicht niet meteen helder lijkt. Maar het enkel doorsturen van deze zakelijke e-mails naar een privé account levert geen dringende reden op. [verzoeker] had de bewuste e-mails immers ook thuis kunnen uitprinten. [verzoeker] overtrad met zijn handelen geen instructie van Network Republic. Van kwade bedoelingen met de inhoud van deze e-mails is onvoldoende gebleken. [verzoeker] had ver voor het verzenden van de 63 e-mails kennelijk al de gewoonte om verzonden items uit de map ‘verzonden items’ en vervolgens uit de map ‘verwijderde items’ te verwijderen, zoals blijkt uit de ontslagbrief van 31 januari 2025 (r.o. 4.5.).

Overtreding(en) geheimhoudingsbeding

4.9. Network Republic voert als derde ontslagreden schending van het geheimhoudingsbeding aan. Het is [verzoeker] op grond van dit beding verboden om zowel gedurende de arbeidsovereenkomst als na afloop daarvan op enigerlei wijze aan derden, direct of indirect, in welke vorm ook en in welke zin ook, enige mededelingen te doen van hetgeen bij de uitoefening van zijn functie te zijner kennis is gekomen in verband met de zaken en belangen van Network Republic en daaraan gelieerde ondernemingen en hun relaties/of werknemers. Netwok Republic stelt dat het privé e-mailadres van [verzoeker] als ‘derde’ kan worden aangemerkt, nu dit e-mailadres buiten de controle van Network Republic valt. [verzoeker] had geen enkele reden om de e-mails naar zijn privé account te sturen. Volgens Network Republic wijst alles erop dat [verzoeker] de informatie heeft gestuurd en gebruikt ten behoeve van ‘Velvin Networks’ en ‘Velvin Group B.V.’. [verzoeker] betwist de e-mails te hebben gedeeld met derden of buiten de organisatie van Network Republic te hebben gebracht met het doel om deze verder met derden te delen.

4.10. De kantonrechter is van oordeel dat niet is gebleken dat [verzoeker] de e-mails met derden heeft gedeeld en dat onvoldoende is komen vast te staan dat [verzoeker] de e-mailberichten naar zijn privéaccount heeft gestuurd om ze verder met derden te delen. Uit het enkele feit dat zakelijke informatie naar een privé e-mailadres is verstuurd, kan niet worden afgeleid dat sprake is van overtreding van het geheimhoudingsbeding.[1] Ook deze ontslagreden is, naar het oordeel van de kantonrechter, onvoldoende om het ontslag op staande voet te dragen.

Oprichten concurrerende onderneming

4.11. De vierde ontslagreden is het heimelijk (en in strijd met het concurrentiebeding) oprichten van een concurrerende onderneming tijdens ziekteverlof, al dan niet door of met de partner van [verzoeker] . Network Republic heeft ter zitting erkend dat het concurrentiebeding strikt genomen niet is overtreden (en heeft haar vordering in de dagvaardingsprocedure op dit punt verminderd). [verzoeker] erkent op internet te hebben gezocht naar de werking van non-concurrentiebedingen, maar betwist dat daadwerkelijk sprake is geweest van het opzetten van een concurrerende onderneming.

4.12. Met partijen is de kantonrechter van oordeel dat de werking van het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] ziet op de periode ná het einde van de arbeidsovereenkomst. Van schending van dit beding is aldus geen sprake geweest. Uit de resultaten van het onderzoek van Hoffmann kan verder niet worden geconcludeerd dat [verzoeker] een concurrerende onderneming heeft opgericht. Uit de bevindingen van Hoffmann blijkt weliswaar dat de partner van [verzoeker] Velvin-Group B.V. heeft opgericht, maar onduidelijk is welke activiteiten deze vennootschap ging exploiteren. De partner van [verzoeker] maakte - onweersproken - ook gebruik van de laptop van [verzoeker] . [verzoeker] verklaart dat zijn partner samen met een vriendin een onderneming wilde oprichten voor de verkoop van juwelen en uurwerken via een webshop. [verzoeker] heeft dit onderbouwd met een verklaring van zijn partner en van de vriendin van zijn partner.

Niet meewerken aan onderzoek Hoffmann

4.13. De vijfde ontslagreden is het niet meewerken aan het onderzoek van Hoffmann. Network Republic en [verzoeker] hebben allebei iets anders begrepen uit de periodieke evaluatie van de bedrijfsarts van 23 januari 2025. Network Republic vindt dat [verzoeker] in gesprek kon met Hoffmann op basis van het oordeel van de bedrijfsarts. [verzoeker] betwist dat en vindt dat de bedrijfsarts hem alleen in staat achtte om met zijn werkgever in gesprek te gaan.

4.14. De kantonrechter stelt vast dat de bedrijfsarts op 23 januari 2025 heeft geconstateerd dat naast ziekte óók werk gerelateerde knelpunten bestonden. Er werd door de bedrijfsarts geadviseerd dáárover met elkaar in gesprek te gaan, eventueel met een externe derde erbij, zoals een maatschappelijk werker. Dat ziet volgens de kantonrechter op een gesprek, in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter, tussen werkgever en werknemer. De stelling van Network Republic dat de bedrijfsarts [verzoeker] in staat achtte voor een gesprek met Hoffman en (daarmee) de conclusie dat [verzoeker] niet heeft meegewerkt aan het onderzoek, volgt de kantonrechter dan ook niet. Bovendien zijn de aanvankelijk door Network Republic voorgestelde mogelijkheden, zoals een interview via Teams of het stellen van vragen per email, niet meer door Network Republic aangeboden en benut.

Nevenwerkzaamheden tijdens ziekte

4.15. De zesde en laatste ontslaggrond is het heimelijk (en in strijd met het nevenwerkzaamhedenbeding) tijdens ziekteverlof verrichten van nevenwerkzaamheden, al dan niet samen met zijn partner. Network Republic stelt dat [verzoeker] tijdens zijn ziekteverlof, zonder voorafgaande toestemming, een concurrerende onderneming heeft opgericht, dan wel door of samen met zijn partner heeft laten oprichten en hiermee nevenwerkzaamheden heeft verricht. [verzoeker] verweert zich met de stelling dat zijn partner van zijn zakelijke laptop gebruik heeft gemaakt om informatie voor haar onderneming op te zoeken. De kantonrechter oordeelt dat onvoldoende is gebleken dat [verzoeker] nevenwerkzaamheden heeft verricht. Het enkel zoeken via Google en bezoeken van websites (door de partner van [verzoeker] ) kwalificeert niet als nevenwerkzaamheden.

Conclusie: geen dringende reden

4.16. De zes genoemde ontslagredenen zijn, afzonderlijk en gezamenlijk, onvoldoende dringend om het ontslag te dragen. Het ontslag op staande voet is daardoor niet rechtsgeldig. Network Republic heeft het ontslag van [verzoeker] onder meer gebaseerd op grove aannames, zoals ‘Velvin Networks en Velvin Group kwalificeren als concurrerende ondernemingen’ en ‘Alles wijst erop dat [verzoeker] informatie heeft gestuurd en gebruikt ten behoeve van Velvin Networks en Velvin Group B.V.’. Niet is gebleken dat [verzoeker] een onderneming Velvin Networks heeft opgericht. Van betrokkenheid van [verzoeker] bij Velvin Group B.V. is onvoldoende gebleken. Niet is gebleken van enige met Network Republic concurrerende activiteiten.

4.17. [verzoeker] heeft erkend dat hij op internet heeft gezocht naar de werking van non-concurrentiebedingen en ter zitting meegedeeld dat hij, uit ontevredenheid, heeft gedroomd over wat het voor hem zou betekenen als hij niet meer voor Network Republic zou werken. Hij heeft ‘gespeeld’ met het maken van een bedrijfsnaam met een logo (voor Velvin Networks met als ondertitel ‘connecting the world’.). Hieruit blijkt weliswaar dat [verzoeker] met de gedachte van een (concurrerende) onderneming bezig is geweest, maar dit levert geen dringende reden voor ontslag op vanwege het versturen en gebruiken van informatie van Network Republic voor een concurrerende onderneming. De nadere stelling van Network Republic dat zij heeft vernomen dat meerdere klanten door [verzoeker] zijn benaderd en meerdere klanten plotseling zijn gestopt met het afnemen van diensten van Network Republic, is uitdrukkelijk door [verzoeker] weersproken en niet (nader) door Network Republic onderbouwd.

Billijke vergoeding

4.18. Het verzoek van [verzoeker] tot toekenning van een billijke vergoeding wordt toegewezen, omdat hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is.[2] Daarbij wordt opgemerkt dat een ongeldig ontslag als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever moet worden aangemerkt.[3]

4.19. Voor het vaststellen van de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding zijn in de rechtspraak uitgangspunten geformuleerd.[4] De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.

4.20. [verzoeker] verzoekt toekenning van een billijke vergoeding van twee bruto jaarsalarissen, ter hoogte van € 194,400,00. [verzoeker] stelt dat bij het achterwege blijven van de onregelmatige opzegging door Network Republic de arbeidsovereenkomst wellicht nog jaren had voortgeduurd. [verzoeker] heeft altijd naar behoren gefunctioneerd en zijn kansen op de arbeidsmarkt voor een vergelijkbare baan met een vergelijkbaar salaris is buitengewoon klein. Network Republic betwist de stellingen van [verzoeker] en voert aan dat [verzoeker] zijn stelling over de kansen op de arbeidsmarkt niet heeft onderbouwd. Network Republic meent dat, indien zij [verzoeker] niet op staande voet had ontslagen, ervan moet worden uitgegaan dat de arbeidsovereenkomst in dat geval door middel van het indienen van een ontbindingsverzoek zou eindigen wegens (ernstig) verwijtbaar handelen, een verstoorde arbeidsverhouding dan wel een cumulatie van beide gronden. De arbeidsovereenkomst zou in dat geval binnen twee maanden tot een einde zijn gekomen en de billijke vergoeding kan daarom niet meer bedragen dan twee maandsalarissen.

4.21. De kantonrechter zal een billijke vergoeding toekennen van zes maandsalarissen, ter hoogte van € 48.600,00. Daarbij is het volgende in aanmerking genomen. De kantonrechter schat dat de arbeidsovereenkomst maximaal nog maar enkele maanden zou hebben voortgeduurd, ook omdat [verzoeker] heeft meegedeeld dat hij droomde over een leven na Network Republic, omdat hij vóór het scooterongeluk bepaalde beslissingen van Network Republic als een demotie had ervaren. Verder slaat de kantonrechter acht op het feit dat Network Republic op grond van ongefundeerde aannames tot het ontslag is gekomen. Network Republic zal dus worden veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 48.600,00 bruto. De gevorderde wettelijke rente over deze vergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf de veertiende dag na de datum van deze beschikking.

Immateriële schadevergoeding

4.22. [verzoeker] verzoekt naast de billijke vergoeding toekenning van € 50.000,00 wegens immateriële schade. Network Republic betwist de vordering. Deze vordering zal worden afgewezen. [verzoeker] stelt in de toelichting van zijn verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding dat een billijke vergoeding ook als immateriële compensatie kan dienen. Vervolgens verzoekt hij zonder nadere toelichting (of grondslag) eveneens een afzonderlijk bedrag als immateriële schadevergoeding. De kantonrechter is van oordeel dat [verzoeker] onvoldoende feiten en omstandigheden naar voren heeft gebracht voor toekenning van een afzonderlijke vergoeding wegens immateriële schade.

Onregelmatige opzegging en eindafrekening

4.23. De gevorderde vergoeding wegens onregelmatige opzegging wordt toegewezen, omdat is opgezegd tegen een eerdere dag dan die tussen partijen geldt.[5] De vergoeding is gelijk aan het gevorderde bedrag van het loon over de opzegtermijn van twee maanden, te weten € 16.200,00. De gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen, te rekenen vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 31 januari 2025.

4.24. [verzoeker] heeft daarnaast verzocht om een correcte eindafrekening met een deugdelijke bruto/netto specificatie. De kantonrechter wijst dit verzoek toe. De kantonrechter ziet geen aanleiding om aan deze veroordeling een dwangsom te verbinden.

Transitievergoeding

4.25. [verzoeker] verzoekt om veroordeling tot betaling van een transitievergoeding. De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet terecht is gegeven, omdat daarvoor geen dringende reden aanwezig was. Network Republic stelt dat het handelen van [verzoeker] aan te merken is als ernstig verwijtbaar handelen. De kantonrechter is van oordeel dat het hiervoor vastgestelde handelen van [verzoeker] niet als ernstig verwijtbaar handelen kwalificeert. Dat betekent dat de transitievergoeding verschuldigd is.[6]

4.26. Network Republic zal worden veroordeeld tot betaling van de door [verzoeker] verzochte transitievergoeding van € 23.850,00. De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 1 maart 2025.

Verklaring verval concurrentie- en relatiebeding

4.27. In de arbeidsovereenkomst tussen partijen is een concurrentiebeding (artikel 13) en een relatiebeding (artikel 11) opgenomen. Een relatiebeding in de arbeidsovereenkomst is een bijzondere vorm van een concurrentiebeding. Op grond van artikel 7:653 lid 4 BW kan een werkgever geen rechten aan het concurrentiebeding (meer) ontlenen indien hem ‘ernstig verwijtbaar handelen of nalaten’ is aan te rekenen bij het beëindigen dan wel niet-voorzetten van de arbeidsovereenkomst. Aan dit criterium komt in het kader van het concurrentiebeding dezelfde invulling toe als in het kader van het ontslagrecht. Omdat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven, is daarmee de ernstige verwijtbaarheid gegeven.

4.28. Artikel 7:653 lid 4 BW geeft de kantonrechter echter niet de bevoegdheid te besluiten tot ‘verval’ van de desbetreffende bedingen. Het verzoek om een verklaring voor recht dat het concurrentie- en relatiebeding is vervallen, wordt daarom afgewezen. Dit doet echter niet af aan de vaststelling dat Network Republic geen rechten meer kan ontlenen aan het overeengekomen concurrentie- en relatiebeding.

Buitengerechtelijke incassokosten

4.29. De door [verzoeker] verzochte buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, nu deze door Network Republic zijn betwist en door [verzoeker] onvoldoende met stukken zijn onderbouwd. Daardoor is de verschuldigdheid ervan onvoldoende komen vast te staan.

Proceskosten

4.30. De proceskosten komen voor rekening van Network Republic, omdat Network Republic overwegend ongelijk krijgt en sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van Network Republic. De proceskosten aan de zijde van [verzoeker] worden begroot op € 1.953,00 (€ 732,00 aan griffierecht, € 1.086,00 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten), plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5 De beoordeling van het verzoek van Network Republic (11612685 \ AO 25-46)

5.1. Het verzoek van Network Republic om [verzoeker] te veroordelen tot betaling van de gefixeerde vergoeding wordt afgewezen. Hiervoor is immers geoordeeld dat het ontslag niet rechtsgeldig is. Network Republic heeft erkend reeds € 2.722,26 te hebben verrekend, naar nu blijkt ten onrechte. Dit bedrag dient dan ook bij de eindafrekening te worden betrokken.

5.2. De proceskosten van dit verzoek komen voor rekening van Network Republic, omdat zij ongelijk krijgt. Gelet op de samenhang met het andere verzoek, begroot de kantonrechter de proceskosten aan de zijde van [verzoeker] op nihil.

6 De beslissing

De kantonrechter

op het verzoek van [verzoeker] (met zaaknummer 11606150 \ AO VERZ 25-42)

6.1. verklaart voor recht dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Network Republic in strijd met het recht heeft plaatsgevonden en om die reden onrechtmatig is,

6.2. veroordeelt Network Republic om aan [verzoeker] een billijke vergoeding te betalen van € 48.600,00, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf de veertiende dag na de datum van deze beschikking, tot aan de dag van de gehele betaling,

6.3. veroordeelt Network Republic om aan [verzoeker] de vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 16.200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 31 januari 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,

6.4. veroordeelt Network Republic om aan [verzoeker] een transitievergoeding te betalen van € 23.850,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 maart 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,

6.5. veroordeelt Network Republic tot het verstrekken aan [verzoeker] van een correcte eindafrekening van het dienstverband, waarin is opgenomen uitbetaling van het vakantiegeld (naar rato) en de nog openstaande vakantiedagen en verlofuren, vergezeld van een deugdelijke specificatie,

6.6. veroordeelt Network Republic in de proceskosten van € 1.953,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Network Republic niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,

6.7. veroordeelt Network Republic tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,

6.8. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,[7]

6.9. wijst het meer of anders verzochte af,

op het verzoek van Network Republic (met zaaknummer 11612685 \ AO25-46)

6.10. wijst het verzoek van Network Republic af,

6.11. veroordeelt Network Republic in de proceskosten die op nihil zijn gesteld,

6.12. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom en in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2025.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 januari 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:287 (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2019:287) r.o. 4.1

Artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW.

Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113.

Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 30 juni 2017, te vinden op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2017:1187 (New Hairstyle).

Artikel 7:672 lid 11 BW.

Artikel 7:673 lid 1 BW.

Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.


Voetnoten

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 januari 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:287 (https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2019:287) r.o. 4.1

Artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW.

Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113.

Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 30 juni 2017, te vinden op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2017:1187 (New Hairstyle).

Artikel 7:672 lid 11 BW.

Artikel 7:673 lid 1 BW.

Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.