Terug naar bibliotheek
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4768 - Rechtbank Midden-Nederland - 27 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBMNE:2025:476827 augustus 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht Kantonrechter

Zittingsplaats Utrecht

Zaaknummer: 11584715 \ UC EXPL 25-2048

Vonnis van 27 augustus 2025

in de zaak van

[eiser], wonende in [woonplaats 1] , eisende partij, hierna te noemen: [eiser] , gemachtigde: R. Visser,

tegen

[gedaagde] , HANDELENDE ONDER DE NAAM [handelsnaam], wonende in [woonplaats 2] , gedaagde partij, hierna te noemen: [gedaagde] , procederend in persoon.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de dagvaarding van 26 juni 2025,- de conclusie van antwoord van 12 maart 2025,
  • de usb-stick van de zijde van [gedaagde] van 13 maart 2025.

1.2. Op 6 juni 2025 heeft er een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Hierbij waren [eiser] en zijn gemachtigde, R. Visser, aanwezig. Ook [gedaagde] was aanwezig. Partijen hebben de vragen van de kantonrechter beantwoord en hebben op elkaar gereageerd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er is besproken.

1.3. Ten slotte heeft de kantonrechter partijen laten weten dat het vonnis vandaag wordt uitgesproken.

2 De kern van de zaak

2.1. [eiser] heeft een klus geplaatst op [website][1] om beveiligingsapparatuur rondom zijn huis te installeren. Onder in de omschrijving van de klus vraagt [eiser] ook om een jet spray in het toilet te plaatsen. [gedaagde] heeft gereageerd op de klus van [eiser] en heeft de beveiligingsapparatuur geplaatst. Hij heeft daarna [eiser] in contact gebracht met een loodgieter voor het installeren van de jet spray. [eiser] zegt dat de loodgieter de jet spray niet goed heeft geïnstalleerd, waardoor er lekkage en waterschade is ontstaan. Hij vordert in deze procedure een vergoeding van [gedaagde] , omdat [gedaagde] als opdrachtnemer van [eiser] en opdrachtgever van de loodgieter volgens [eiser] aansprakelijk is voor de schade. [gedaagde] zegt dat hij [eiser] enkel in contact heeft gebracht met de loodgieter en dat hij zelf de opdracht om de jet spray te installeren niet heeft aangenomen.

2.2. De kantonrechter oordeelt dat het niet duidelijk is of de loodgieter in opdracht van [gedaagde] de klus heeft uitgevoerd, of rechtstreeks voor [eiser] . [eiser] krijgt de gelegenheid om zijn standpunt nader te onderbouwen met bewijs.

3 De beoordeling

3.1. Tussen partijen is in geschil of de loodgieter, die partijen kennen onder de naam [naam] en die de jet spray in het toilet van [eiser] heeft geplaatst, dit in opdracht deed van [gedaagde] of van [eiser] . [eiser] zegt dat [gedaagde] [naam] heeft ingeschakeld om de jet spray voor [eiser] te installeren en dat dit ook in opdracht van [gedaagde] was. [gedaagde] is daarmee de aannemer en aansprakelijk voor de schade die door [naam] , zijn onderaannemer, is veroorzaakt.[2] [gedaagde] zegt dat hij de opdracht voor het plaatsen van een jet spray in het toilet niet heeft aangenomen en dat hij enkel [eiser] in contact heeft gebracht met [naam] , zodat [eiser] met [naam] een overeenkomst van opdracht kon sluiten voor het plaatsen van de jet spray.

3.2. De kantonrechter kan nog niet oordelen wie van beide partijen gelijk heeft. Voor het standpunt van [eiser] pleit dat in de omschrijving van de opdracht van [website] te zien is dat [eiser] ook de jet spray geïnstalleerd wilde hebben. Hieruit blijkt dat [eiser] in ieder geval opdracht heeft willen geven aan [gedaagde] om ook de jet spray te installeren. Het feit dat [eiser] voor het installeren van de jet spray én de beveiligingsapparatuur ‘maar’ € 144,52 heeft betaald, pleit dan weer voor de stelling van [gedaagde] dat hij [eiser] enkel in contact heeft gebracht met een loodgieter en dat [gedaagde] zelf de opdracht tot het installeren van de jet spray niet heeft aangenomen. Wanneer [gedaagde] namelijk de beveiligingsapparatuur én de jet spray zou hebben geïnstalleerd/laten installeren, is een vergoeding van € 144,52 voor beide werkzaamheden op het eerste gezicht erg weinig. Ook staat in de opdrachtomschrijving op [website] eerst het installeren van de beveiligingsapparatuur genoemd en pas na het woord ‘also’ het installeren van de jet spray. Hieruit lijkt te volgen dat [eiser] het zelf ook als twee losse klussen zag.

3.3. [eiser] heeft overeenkomstig de hoofdregel uit de wet de bewijslast.[3] Hij beroept zich namelijk op het rechtsgevolg van zijn stelling dat er schade is veroorzaakt door [naam] en dat die zijn werk deed als onderaannemer van [gedaagde] . [eiser] heeft voldoende gesteld om een bewijsopdracht te krijgen. De kantonrechter draagt hem daarom op om te bewijzen dat [gedaagde] de opdracht voor het installeren van de jet spray heeft aangenomen en dat hij een loodgieter heeft ingeschakeld om de opdracht te voldoen.

3.4. Wanneer [eiser] slaagt in zijn bewijsopdracht komt vast te staan dat [gedaagde] partij was bij de overeenkomst tot het installeren van de jet spray en dat [naam] in opdracht van hem de klus heeft uitgevoerd. Indien er door [naam] schade is veroorzaakt, zou die schade dan in beginsel kunnen worden toegerekend aan [gedaagde] , omdat hij als aannemer verantwoordelijk zou zijn voor de werkzaamheden van zijn onderaannemers.

3.5. De kantonrechter zal iedere verdere beslissing aanhouden.

4 De beslissing

De kantonrechter

4.1. draagt [eiser] op te bewijzen dat [gedaagde] de opdracht tot het installeren van de jet spray in het toilet van [eiser] heeft aangenomen, en dat [gedaagde] een loodgieter heeft ingeschakeld om het werk uit te voeren in opdracht van [gedaagde] ,

4.2. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van woensdag 24 september 2025 voor uitlating door [eiser] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,

4.3. bepaalt dat, als [eiser] geen bewijs door het horen van getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, hij die stukken dan direct in het geding moet brengen,

4.4. bepaalt dat, als [eiser] getuigen wil laten horen, hij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden oktober 2025 tot en met december 2025 dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,

4.5. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de kantonrechter en de wederpartij moeten toesturen,

4.6. houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. O.P. van Tricht en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2025.

62938

Een site waar mensen hun verhuizingen en woningrenovatieklussen op kunnen plaatsen, waarna dienstverleners erop kunnen reageren om de klus in opdracht van de klant te gaan doen.

Zie artikel 7:751 Burgerlijk Wetboek.

Zie artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.


Voetnoten

Een site waar mensen hun verhuizingen en woningrenovatieklussen op kunnen plaatsen, waarna dienstverleners erop kunnen reageren om de klus in opdracht van de klant te gaan doen.

Zie artikel 7:751 Burgerlijk Wetboek.

Zie artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.