ECLI:NL:RBMNE:2025:4675 - Rechtbank Midden-Nederland - 29 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/560934 / FA RK 23-1494 Datum uitspraak: 29 augustus 2025
Beschikking echtscheiding
in de zaak van
[de vrouw], wonend in [woonplaats] , hierna te noemen de vrouw, advocaat mr. T. Erdal uit Rotterdam,
en
[de man], zonder bekende woon- of verblijfplaats, hierna te noemen de man.
1 Het verloop van de procedure
1.1. De vrouw heeft op 1 augustus 2023 een verzoekschrift ingediend. Zij heeft een betekeningsexploot van 3 augustus 2023 overgelegd en de bekendmaking daarvan in de Staatscourant.
1.2. De man heeft geen verweerschrift ingediend binnen de termijn die daarvoor staat.
1.3. Op 12 januari 2024 en 29 februari 2024 heeft de rechtbank de vrouw per e-mail verzocht om de informatie zoals genoemd in artikel 4.8. van het procesreglement Scheiding.
1.4. Op 12 juni 2024 heeft de vrouw een F9-formulier met bijlagen ingediend. De rechtbank heeft per e-mail om een nadere toelichting gevraagd. Op 3 juli 2024 heeft de vrouw hierop gereageerd. Op 9 juli 2024 heeft de rechtbank opnieuw om een nadere toelichting verzocht. Op 1 oktober 2024 en 13 november 2024 heeft de rechtbank een herinnering verstuurd met een herhaald verzoek om een reactie. De vrouw heeft vervolgens een aanhoudingsverzoek gestuurd voor de duur van drie maanden. De zaak is vervolgens steeds aangehouden.
1.5. Op 16 mei 2025 heeft de rechtbank de vrouw een voornemen gestuurd haar niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek met een laatste termijn van twee weken. Op 29 mei 2025 heeft de vrouw hierop gereageerd.
1.6. Er heeft geen zitting plaatsgevonden. 2. Wat vaststaat
2.1. Partijen zijn met elkaar gehuwd op [huwelijksdatum] 2020 in [plaats] (Turkije).
2.2. De vrouw heeft in ieder geval de Nederlandse nationaliteit. De nationaliteit van de man is onbekend.
3 De beoordeling
3.1. De rechtbank verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek tot echtscheiding. Dat betekent dat de rechtbank het verzoek tot echtscheiding niet inhoudelijk behandelt. De rechtbank neemt deze beslissing omdat zij niet kan vaststellen dat het afschrift van het echtscheidingsverzoek op de juiste wijze aan de man is betekend, en of hij dus voldoende in de gelegenheid is geweest om verweer te voeren. De rechtbank kan dit niet vaststellen omdat de vrouw onvoldoende heeft onderbouwd dat de man een onbekende woon- of verblijfplaats heeft. De rechtbank zal dit hierna toelichten.
3.2. Op grond van artikel 816 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet een afschrift van een verzoek tot echtscheiding aan de andere echtgenoot worden betekend. In artikel 4.8. van het procesreglement Scheiding staat vermeld:
Indien de belanghebbende geen bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland heeft, dient dat in beginsel te blijken uit een (historisch) BRP-uittreksel van de laatste bekende woonplaats van de belanghebbende. Indien de belanghebbende nooit ingeschreven is geweest in de BRP, dient verzoeker in zijn verzoekschrift te vermelden dat en waarom hiervan sprake is.
Verzoeker dient in zijn verzoekschrift te vermelden dat en waarom het adres van de belanghebbende onbekend is, alsmede welke pogingen zijn gedaan om de verblijfplaats van belanghebbende te achterhalen.
Er dient betekend te worden op de wijze als vermeld in artikel 54 lid 2 Rv (kort gezegd: aan het parket en middels bekendmaking van een uittreksel van het exploot in de Staatscourant).
3.3. De vrouw heeft het afschrift van het echtscheidingsverzoek betekend overeenkomstig artikel 54 lid 2 Rv, oftewel aan het parket en door bekendmaking van een uittreksel van het exploot in de Staatscourant. De vrouw stelt dat de man geen bekende woon- of verblijfplaats heeft en dat hij zich verborgen houdt. Zij voert in dat licht aan dat zij in 2021 een echtscheidingsprocedure is gestart in Turkije. En dat de stukken van die procedure de man toen niet hebben bereikt, als gevolg waarvan de procedure in Turkije is beëindigd. De rechtbank kan dit zonder nadere uitleg echter niet afleiden uit de stukken die de vrouw heeft overgelegd. De Turkse exploten lijken niet te zijn ingevuld, waardoor de rechtbank niet kan zien of er destijds is betekend en zo niet, waarom niet. Ook staat nergens dat de procedure bij de Turkse rechtbank is geëindigd.
3.4. Als de stukken in de Turkse echtscheidingsprocedure de man destijds niet hebben bereikt, ontslaat dat de vrouw bovendien nog niet van haar verplichting om nu in deze procedure te proberen de actuele verblijfplaats van de man te achterhalen via bijvoorbeeld de Turkse instanties en/of via familie. En om de rechtbank over die pogingen te informeren. De vrouw heeft dit echter niet gedaan, ook niet nadat de rechtbank de vrouw hiertoe meermaals in de gelegenheid heeft gesteld.
3.5. Uit de eigen stellingen van de vrouw volgt ook dat zij niet aan haar inspanningsverplichting heeft voldaan. Zij stelt dat zij geen recente pogingen heeft kunnen ondernemen om de man in Turkije te bereiken, vanwege haar gezondheid en haar financiële situatie. Zij vraagt de rechtbank daarom toch de echtscheiding uit te spreken. De omstandigheden die de vrouw aanvoert komen echter – hoe vervelend ook – voor haar risico en ontslaan haar niet van eerdergenoemde verplichting. De opmerking van de vrouw over de kosten van openbare betekening in Turkije kan de rechtbank bovendien niet goed plaatsen. Als blijkt dat de man geen bekende woon- of verblijfplaats heeft (in Turkije), dan is de betekening op grond van artikel 54 lid 2 Rv voldoende. Er hoeft dan niet ook nog eens openbaar te worden betekend in Turkije.
4 De beslissing
De rechtbank:
4.1. verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Tegen de eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
-
de verschenen partij(en), binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
-
de niet verschenen partij(en), binnen drie maanden na de betekening van de beschikking aan hem/haar in persoon of binnen drie maanden nadat deze op een andere manier is betekend en openbaar is gemaakt door het plaatsen van een uittreksel van de beschikking in de Staatscourant.