ECLI:NL:RBMNE:2025:3505 - Rechtbank Midden-Nederland - 23 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11633292 \ UC EXPL 25-2986 WMB/61313
Vonnis van 23 juli 2025
in de zaak van
STICHTING HUIDEXPERT CLUB, te Soest, eisende partij, hierna te noemen: Huidexpert Club, gemachtigde: ABC Incasso BV,
tegen
**[gedaagde] ,**h.o.d.n. [bedrijfsnaam] , wonendn in [woonplaats] , gedaagde partij, hierna te noemen: [gedaagde] , gemachtigde: J.P.H. van Leeuwen.
1 De procedure
1.1. Huidexpert Club heeft [gedaagde] op 18 maart 2025 gedagvaard. Vervolgens heeft [gedaagde] een conclusie van antwoord ingediend en daarna een brief gestuurd met daarbij een USB-stick. Op 9 juli 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Namens Huidexpert Club is haar bestuurder, de heer [A] , verschenen. [gedaagde] is verschenen, bijgestaan door mevrouw J.P.H. van Leeuwen. Aan het eind van de zitting heeft de kantonrechter bepaald dat er een vonnis zal worden gewezen.
2 De kern van de zaak
2.1. Huidexpert Club wil dat [gedaagde] het cursusgeld betaald voor een cursus Shiatsu Oosterse massage, waar [gedaagde] zich via haar website voor heeft aangemeld. [gedaagde] vindt dat zij niet hoeft te betalen, omdat het niet haar bedoeling was om zich via het aanmeldformulier definitief voor de cursus aan te melden. De vorderingen van Huidexpert Club zullen worden toegewezen.
3 De beoordeling
Er is een overeenkomst tot stand gekomen tussen partijen
3.1. Deze zaak draait in de eerste plaats over de vraag of er een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. De kantonrechter oordeelt dat dat het geval is.
3.2. Een overeenkomst komt tot stand als een aanbod van de ene partij door de andere partij wordt aanvaard.
3.3. In dit geval biedt Huidexpert Club via haar website aan om tegen betaling de cursussen te verzorgen die zij op haar website heeft opgesomd. Uit de cursuspagina’s blijkt dan tegen welke prijs, onder welke voorwaarden en wanneer welke cursussen gevolgd kunnen worden. Volgens Huidexpert Club heeft [gedaagde] haar aanbod tot het verzorgen van een Shiatsu Oosterse massage aanvaard door zich daarvoor aan te melden via het formulier op haar website en moet zij het cursusgeld aan haar betalen. [gedaagde] zegt dat het niet haar bedoeling was om zich definitief aan te melden voor de cursus en dat zij dacht dat haar aanmelding ‘vrijblijvend’ was.
3.4. De kantonrechter oordeelt dat Huidexpert Club de aanmelding van [gedaagde] als een aanvaarding mocht begrijpen,
3.5. Het maakt daarbij niet uit dat Huidexpert Club heeft gezegd dat zij alleen aan gediplomeerde schoonheidsspecialisten cursus geeft, terwijl [gedaagde] geen diploma heeft. Uit de cursuspagina voor de Shiatsu Oosterse massage en het aanmeldformulier blijkt niet dat je voor deelname per se een diploma nodig hebt en tijdens de zitting heeft Huidexpert Club ook aangegeven dat [gedaagde] de cursus nog steeds zou kunnen volgen. Kennelijk is het hebben van een diploma dus geen harde eis.
3.6. Voor zover [gedaagde] gedwaald heeft over wat zij dacht te bereiken met het indienen van haar aanmeldformulier, moet die dwaling voor haar rekening blijven. het was namelijk aan haar als ondernemer om zich beter te oriënteren op wat ze deed. In principe moet [gedaagde] het cursusgeld daarom betalen.
[gedaagde] kon niet meer van de overeenkomst afkomen
3.7. De vervolgvraag is of [gedaagde] na haar aanmelding nog van de overeenkomst af kon komen. De kantonrechter oordeelt van niet.
3.8. [gedaagde] beroept zich op verschillende consumentenrechtelijke bepalingen die volgens haar maken dat zij van de overeenkomst af kon komen en (alsnog) niet hoeft te betalen. Geen van die bepalingen is hier van toepassing, omdat [gedaagde] niet als consument heeft gehandeld richting Huidexpert Club. [gedaagde] heeft haar bedrijfsnaam in het aanmeldformulier ingevuld en daarnaast sluit de cursusinhoud aan bij de kernwerkzaamheden (het geven van massages) van haar onderneming. Voor zover [gedaagde] dus ‘eigenlijk’ als consument handelde, zoals zij heeft gezegd, kon Huidexpert Club dat niet weten. Ook haar beroep op de reflexwerking van wettelijke consumentenbescherming voor kleine ondernemers helpt haar niet. Die reflexwerking gaat namelijk niet zo ver dat de consumentenrechtelijke bepalingen rechtstreeks van toepassing zijn alsof zij wel een consument is.
3.9. [gedaagde] kan wel met succes de algemene voorwaarden van Huidexpert Club vernietigen, omdat zij die niet voor het sluiten van de overeenkomst heeft kunnen inzien,
Conclusie: [gedaagde] moet het cursusgeld en de bijkomende kosten betalen
3.10. De conclusie is dat [gedaagde] het cursusgeld van € 562,65 aan Huidexpert Club moet betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente,
3.11. Huidexpert Club vordert verder vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Huidexpert Club heeft voldoende gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht en het gevorderde bedrag sluit aan bij het tarief uit het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, waardoor dat bedrag van € 84,40 kan worden toegewezen.
3.12. De kantonrechter zal [gedaagde] daarom veroordelen tot betaling van in totaal € 660,18, vermeerderd met de wettelijke handelsrente zoals vermeld in de beslissing.
[gedaagde] moet de proceskosten van Huidexpert Club betalen
3.13. [gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat de gemachtigde van Huidexpert Club niet op de zitting aanwezig was, wordt bij de begroting van de proceskosten van Huidexpert Club maar één salarispunt toegekend. De proceskosten van Huidexpert Club worden begroot op:
4 De beslissing
De kantonrechter:
4.1. veroordeelt [gedaagde] om aan Huidexpert Club te betalen een bedrag van € 660,18, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente
4.2. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 666,23, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.
Artikel 6:217 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
HR 16 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2213.
Artikel 3:35 van het Burgerlijk Wetboek.
Zoals is vereist op grond van artikel 6:233 sub b van het Burgerlijk Wetboek.
Als bedoeld in artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek.
Als bedoeld in artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek.