ECLI:NL:RBLIM:2025:6442 - Rechtbank Limburg - 2 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
RECHTBANK LIMBURG
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11602769 \ CV EXPL 25-1400
Vonnis van 2 juli 2025
in de zaak van
ALEKTUM CAPITAL II AG, te Zug, Zwitserland, eisende partij, gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde], te [woonplaats] , gedaagde partij, procederend in persoon.
Partijen worden hierna Alektum en [gedaagde] genoemd.
1 De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding van 27 februari 2025;
- de conclusie van antwoord;
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 2 juni 2025.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2 Waar gaat deze zaak over?
2.1. Alektum heeft een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor de betaling van bestelde producten bij webshop [internetsite] . Volgens Alektum heeft [gedaagde] diverse producten besteld en heeft hij bij het afronden van de bestelling gekozen voor de optie achteraf betalen via Klarna Bank AB (hierna: Klarna) maar is hij niet tot betaling overgegaan. Alektum stelt dat Klarna de vordering middels een akte cessie aan haar heeft verkocht. De vordering van Alektum bestaat uit het factuurbedrag van € 52,92, een bedrag van € 8,99 aan wettelijke rente tot de dag van dagvaarding en een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.2. [gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering. Hij voert daartoe onder andere aan dat onduidelijk is bij welke rechtspersoon de vordering is ontstaan en wie op dit moment eigenaar van de vordering is.
2.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
3 De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
3.1. Alektum is in Zwitserland gevestigd en [gedaagde] woont in Nederland. De zaak heeft daardoor een internationaal karakter. De kantonrechter moet daarom eerst ambtshalve vaststellen of de Nederlandse rechter bevoegdheid heeft en welk recht op dit geschil van toepassing is.
3.2. Nederland en Zwitserland zijn allebei partij bij het Verdrag van Lugano 2007 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: EVEX II-verdrag). De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] een consument is en woonachtig is in Nederland. Dit leidt op grond van artikel 15 en 16 van het EVEX II-verdrag tot de conclusie dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de zaak kennis te nemen.
3.3. Verder is van belang welk recht op deze zaak van toepassing is. Alektum heeft gesteld dat zij door cessie de vordering van Klarna overgedragen heeft gekregen. De betrekking tussen Alektum als cessionaris (rechthebbende op de vordering door cessie) en [gedaagde] als (gesteld) schuldenaar, wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op de gecedeerde vordering. Dat volgt uit artikel 14 lid 1 van de in deze zaak toepasselijke Verordening (EG) 593/2008 (Rome I). Op grond van artikel 6 van deze verordening geldt in geval van een consumentenovereenkomst dat het recht van toepassing is van het land waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft. Aangezien [gedaagde] in Nederland woont, betekent dit dat Nederlands recht zal worden toegepast.
Cessie
3.4. Artikel 3:94 lid 1 BW bepaalt dat tegen een of meer bepaalde personen uit te oefenen rechten geleverd worden door een daartoe bestemde akte, en mededeling daarvan aan die personen door de vervreemder of verkrijger. In artikel 3:94 lid 4 BW is bepaald dat de personen tegen wie het recht moet worden uitgeoefend, kunnen verlangen dat hun een door de vervreemder gewaarmerkt uittreksel van de akte en haar titel ter hand wordt gesteld.
3.5. In zijn conclusie van antwoord heeft [gedaagde] de door Alektum gestelde cessie van de vordering betwist en heeft hij aangevoerd dat Alektum daarom niet de rechtmatige eigenaar van de vordering is en dus geen vorderingsrecht heeft. Het had op de weg van Alektum gelegen om het verweer van [gedaagde] te weerleggen door een rechtsgeldige akte van cessie in het geding te brengen maar dit heeft zij nagelaten. Daarmee is de gestelde cessie van de vordering van Klarna op [gedaagde] aan Alektum in deze procedure niet vast komen te staan. De kantonrechter zal de vorderingen van Alektum, zowel voor wat betreft de hoofdsom als de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, afwijzen en komt daarmee niet toe aan een verdere inhoudelijke beoordeling van de zaak.
Proceskosten
3.6. Alektum zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] . Nu [gedaagde] in persoon procedeert zou hij op grond van artikel 238 lid 1 Rv aanspraak kunnen maken op reis-, verblijf- en verletkosten. [gedaagde] heeft echter alleen een schriftelijk antwoord ingediend en is niet verschenen bij de mondelinge behandeling zodat niet gebleken is dat hij dergelijke kosten heeft moeten maken. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden daarom tot aan dit vonnis begroot op nihil.
4 De beslissing
De kantonrechter
4.1. wijst de vorderingen af,
4.2. veroordeelt Alektum in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] , tot aan dit vonnis begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2025.
LC