ECLI:NL:RBLIM:2024:520 - Rechtbank Limburg - 23 januari 2024
Uitspraak
Uitspraak inhoud
vonnis
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/316597 / HA ZA 23-170
Vonnis van 24 januari 2024
in de zaak van
[eiser] , in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Auto Onderdelen Nederland B.V., wonende te [woonplaats 1] , eiser, advocaat mr. J.A.M.D. van Gerven;
tegen:
[gedaagde], wonende te [woonplaats 2] , gedaagde, advocaat mr. B. Keybeck.
Partijen zullen hierna de curator en [gedaagde] genoemd worden.
1 Het verloop van de procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2 Het geschil
2.1. De curator heeft op de in dagvaarding aangevoerde gronden de in het petitum daarvan omschreven vorderingen ingesteld.
2.2. [gedaagde] heeft bij schrijven van 11 december 2023 de door de curator bij akte houdende eisvermindering verminderde eis erkend.
3 De beoordeling
3.1. Gelet op de door [gedaagde] bij schrijven van 11 december 2023 uitdrukkelijk erkende, verminderde vordering van de curator, ligt deze verminderde vordering voor toewijzing gereed.
3.2. Gelet op de vordering van de curator zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
4 De beslissing
De rechtbank:
4.1. verklaart voor recht dat het door [gedaagde] gevoerde bestuur in de periode drie jaar voorafgaand aan het faillissement onbehoorlijk was en dat aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is geweest voor het faillissement van de vennootschap in de zin van artikel 2:248BW;
4.2. verklaart voor recht dat [gedaagde] op grond van de verklaring voor recht onder 4.1. aansprakelijk is voor het totale tekort in het faillissement van de vennootschap, waaronder begrepen de boedelkosten, een en ander nader op te maken bij staat en te vereffenen conform de wet;
4.3. veroordeelt [gedaagde] om aan de curator te betalen een bedrag van € 17.500,00;
4.4. veroordeelt [gedaagde] tot een bestuursverbod op grond van artikel 106a Fw voor de duur van vijf jaar vanaf de datum van dit vonnis, gedurende welke periode [gedaagde] niet benoemd kan worden tot bestuurder en/of commissaris van een rechtspersoon en niet mag optreden als feitelijk beleidsbepaler van een rechtspersoon;
4.5. schorst [gedaagde] met onmiddellijke ingang als (indirect) bestuurder van de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid [naam bv 1] , [naam bv 2] , [naam bv 3] en [naam bv 4] , totdat deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan;
4.6. effectueert alle overige gevolgen van het bestuursverbod, zoals bedoeld in artikel 106b lid 4 Fw;
4.7. compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas, rechter, en in het openbaar uitgesproken.
type: MT