Uitspraak inhoud

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en jeugdrecht

Zittingsplaats Arnhem

Zaakgegevens: C/05/445501 / FA RK 24-4232 Datum uitspraak: 1 oktober 2025

beschikking betreffende wijziging geslachtsaanduiding in de geboorteakte en voornaamswijziging in de zaak van

[verzoekster](hierna te noemen verzoekster), wonende te [woonplaats] , advocaat mr. E.P.J. Appelman te Alkmaar,

tegen

De ambtenaar van de Burgerlijke Stand, van de gemeente [plaats] , hierna te noemen: de ABS.

1 Het procesverloop

1.1. Dit verloop blijkt uit:

  • het verzoekschrift, ingekomen op 18 december 2024;

  • het journaalbericht van mr. Appelman met productie van 9 januari 2025;

  • het journaalbericht van mr. Appelman van 18 juli 2025;

  • de brief van de ABS van 25 maart 2025, bij de rechtbank geregistreerd op 23 juli 2025;

  • de reactie van mr. Appelman op de brief van de ABS en de ‘additional explanation’ van verzoekster.

1.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 3 september 2025. Daarbij was verzoekster aanwezig, bijgestaan door haar advocaat en een tolk.

1.3. De ABS was niet aanwezig op de mondelinge behandeling. De ABS is wel op de juiste manier opgeroepen door de rechtbank.

2 De feiten

2.1. Verzoekster is op [geboortedatum] geboren in [geboorteplaats] . Hiervan is op [datum] in de gemeente [plaats] een geboorteakte opgemaakt (aktenummer: [nummer] ). Op de geboorteakte staat dat verzoekster van het mannelijke geslacht is.

2.2. Verzoekster heeft de Nederlandse nationaliteit.

3 Het verzoek

3.1. Verzoekster verzoekt de rechtbank:

4 Standpunt ABS

4.1. De ABS wijst erop dat conform artikel 1:28 BW een verzoek voor de gevraagde wijziging van het geslacht kan worden gedaan bij de ABS. Om het verzoek te doen is er een verklaring nodig van een gedragsdeskundige inzake het verzoek tot de wijzing van het geslacht en de voornamen. De ABS concludeert dat het aan de rechtbank is om te oordelen of de verzoeken voldoende zwaarwegend zijn voor deze wijzigingen van de geboorteakte zonder de vereiste deskundigenverklaring. De ABS refereert zich daarom aan het oordeel van de rechtbank als deze besluit de verzoeken toe te wijzen.

5 De beoordeling

Geslachtswijziging

5.1. Verzoekster heeft zich tot de rechtbank gewend met het verzoek haar geslacht op de geboorteakte te wijzigen. Verzoekster beschikt weliswaar niet over een deskundigenverklaring, maar stelt zich op het standpunt dat deze niet nodig is omdat de rechtbank op grond van artikel 1:24 BW aanvulling of verbetering van de registers van de burgerlijke stand kan gelasten als deze registers een kennelijke misslag bevatten.

5.2. Verzoekster voert aan dat zij zich al haar hele leven vrouw voelt en dat deze wens consistent is. De wachtlijsten voor een deskundigenverklaring lopen enorm op, inmiddels 3 of 4 jaar. Daar kan zij niet op wachten. Verzoekster legt uit dat zij een zwaarwegend belang heeft bij haar verzoek vanwege trauma’s uit het verleden. Pas als haar geslacht op de geboorteakte is gewijzigd kan zij haar trauma’s uit het verleden verwerken. Bovendien wordt de deskundigenverklaring als belerend beschouwd. De tendens is dat deze eis zal worden afgeschaft.

5.3. De rechtbank overweegt dat iedere Nederlander van zestien jaar en ouder die de overtuiging heeft tot het andere geslacht te behoren dan is vermeld in de geboorteakte, op grond van artikel 1:28 BW van die overtuiging aangifte kan doen bij de ABS onder wie de desbetreffende akte berust.

5.4. Volgens artikel 1:28a BW dient bij de aangifte een verklaring van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen deskundige te worden overgelegd, afgegeven ten hoogste zes maanden voor de datum van de aangifte.

5.5. De bedoeling van deze deskundigenverklaring blijkt uit het tweede lid van artikel 1:28 a BW. De deskundigenverklaring vermeldt dat degene op wie de aangifte betrekking heeft jegens de deskundige heeft verklaard de overtuiging te hebben tot het andere geslacht te behoren dan is vermeld in zijn akte van geboorte en jegens de deskundige er blijk van heeft gegeven diens voorlichting omtrent de reikwijdte en de betekenis van deze staat te hebben begrepen en de wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte weloverwogen te blijven wensen. De deskundige geeft de verklaring niet af indien hij gegronde reden heeft om aan de gegrondheid van bedoelde overtuiging te twijfelen.

5.6. De rechtbank overweegt dat een eenvoudige procedure bij de ABS voorziet in de realisering van de door verzoekster geuite wens haar geslacht te wijzigen op de geboorteakte. Van belang is daarbij dat door een deskundige wordt vastgesteld dat de wens van verzoekster duurzaam en weloverwogen is. Hoewel een genderbeleving geen objectief verifieerbaar gegeven is dat door een deskundige is vast te stellen, dient er wel enige vorm van regulering te zijn waarbij wordt gewaakt voor een te lichtzinnig genomen besluit om over te gaan tot wijziging van de geslachtsregistratie. Hierop aansluitend zal de rechtbank beoordelen of in deze situatie, waarin een deskundigenverklaring ontbreekt, op basis van objectieve gegevens kan worden vastgesteld dat het besluit niet lichtzinnig is genomen.

5.7. Behalve de uitleg van verzoekster, bevat het dossier een uitdraai van de huisarts van verzoekster, waaruit blijkt dat zij zich eind oktober/begin november 2024 heeft gemeld bij Buurtzorg voor een doorverwijzing naar de genderpoli in [plaats] . Het verzoekschrift tot wijziging van het geslacht is een maand daarna ingediend. De rechtbank oordeelt dat hieruit nog niet blijkt van een consistente weloverwogen wens die niet lichtzinnig is genomen. Uit de stukken blijkt verder niet dat verzoekster zich al op een eerder moment had aangemeld voor de genderpoli (voor een deskundigenverklaring), of al langer hiervoor op een wachtlijst stond. De rechtbank wijst het verzoek daarom af. De rechtbank ziet op basis van de stukken geen aanleiding om andere criteria aan te leggen dan de wettelijke criteria die de ABS moet aanleggen. De rechtbank loopt niet vooruit op een eventuele wijziging van de eis van artikel 1:28a BW.

5.8. Artikel 1:24 BW is naar het oordeel van de rechtbank niet van toepassing omdat verzoekster, anders dan haar eigen genderbeleving, niet heeft gesteld en onderbouwd dat haar geboorteakte een kennelijke misslag bevat.

Voornaamswijziging

5.9. Artikel 1:4 lid 4 BW bepaalt, voor zover hier van belang, dat wijziging van de voornamen op verzoek van de betrokken persoon kan worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 20a, eerste lid, BW. Voor wijziging van de voornaam moet er een zwaarwichtig belang zijn.

5.10. De rechtbank wijst het verzoek van verzoekster toe. De rechtbank is van oordeel dat zij duidelijk heeft gemaakt dat zij een zwaarwegend belang heeft bij de voornaamswijziging. Verzoekster wil haar voornaam wijzigen in [voornaam 1] [voornaam 2] . Verzoekster heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat zij al sinds jaar en dag deze namen in het dagelijks verkeer voert. De rechtbank acht verder van belang dat verzoekster ernstige negatieve associaties heeft rond het gebruik van haar officiële voornaam, die met jarenlange therapie niet zijn weg genomen. Verzoekster heeft de rechtbank overtuigd dat het veranderen van haar voornaam zal leiden tot een significante verbetering van het dagelijks geluksgevoel van verzoekster.

6 De beslissing

De rechtbank:

6.1. gelast de wijziging van de voornaam van [verzoekster] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] aldus dat de voornaam komt te luiden [voornaam 1] [voornaam 2] , zodat verzoekster voortaan zal zijn geheten [voornaam 1 en voornaam 2] [geslachtsnaam];

6.2. gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] om tot registratie van deze voornaamswijziging over te gaan door toevoeging van een latere vermelding aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [plaats] van het jaar 1996 (aktenummer: [nummer] ) ;

6.3. draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking – en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld – een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam;

6.4. wijst het meer of anders verzochte af.