ECLI:NL:RBDHA:2025:17252 - Geen proceskostenvergoeding bij beroep ingesteld na reeds genomen besluit - 19 september 2025
Uitspraak
Essentie
De rechtbank wijst een verzoek om proceskostenvergoeding af omdat het beroep wegens het niet tijdig beslissen pas werd ingesteld nadat het bestuursorgaan een besluit had genomen. Omdat het beroep niet ontvankelijk zou zijn geweest, bestaat er na intrekking geen recht op vergoeding van proceskosten.
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.25186
[naam],
V-nummer: [nummer],
[naam],
V-nummer: [nummer],
[naam],
V-nummer: [nummer],
[naam],
V-nummer: [nummer],
gezamenlijk: verzoekers, (gemachtigde: mr. T.M. van der Wal),
en
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Inleiding
- Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoekers om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten.
1.1. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting.
Beoordeling door de rechtbank
-
Verzoekers hebben hun opvolgende beroep tegen het niet tijdig beslissen ingetrokken, omdat de minister volgens hen door het nemen van een besluit tegemoet is gekomen aan hun verzoek. Verzoekers hebben daarbij gevraagd om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten.
[2] -
Als niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van het besluit, bestaat geen recht op een vergoeding van de proceskosten.
Voldoet het beroep van verzoekers aan de voorwaarden?
-
Op 27 maart 2025 heeft de minister een besluit genomen op de aanvraag van verzoekers. Verzoekers hebben op 4 juni 2025 een opvolgend beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de mvv-aanvraag, maar op dat moment was er dus al een besluit genomen. Voor de rechtbank zou er daarom geen aanleiding zijn geweest om te bepalen dat de minister alsnog een besluit op de mvv-aanvraag moest nemen.
[3] De rechtbank merkt daarbij op dat het op 15 augustus 2025 door de minister genomen besluit op een andere procedure ziet (asiel). Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit zou daarom niet-ontvankelijk zijn geweest. -
Het (ingetrokken) beroep van verzoekers zou niet voldoen aan de voorwaarden. Het verzoek om een proceskostenveroordeling zal dan ook worden afgewezen.
Conclusie en gevolgen
- Het verzoek om de minister te veroordelen in de proceskosten wordt afgewezen.
Beslissing
De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak? Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.
Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Artikel 8:75 en 8:75a van de Awb, nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht.
Overeenkomstig artikel 8:55d, van de Awb.