Terug naar bibliotheek
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15157 - Rechtbank Den Haag - 14 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2025:1515714 augustus 2025

Rechtsgebieden

Genoemde wetsartikelen

Uitspraak inhoud

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummer: NL25.21328

(gemachtigde: mr. J.M. Suurmeijer),

en

(gemachtigde: mr. B.W. Zagers).

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres als bedoeld in artikel 28 van de Vw 2000[1]. Eiseres is het hier niet mee eens. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de asielaanvraag.

Procesverloop

2. Eiseres heeft op 25 april 2023 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 11 april 2025 deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond. Eiseres heeft hiertegen beroep in gesteld.

2.1. De rechtbank heeft het beroep op 30 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, een tolk en de gemachtigde van de minister. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

Het asielrelaas

3. Eiseres legt aan haar asielaanvraag ten grondslag dat zij vanaf haar twaalfde of dertiende mishandeld is door haar tante, ongeveer twee keer per week. Haar oom was het hier niet mee eens, maat dat verbeterde de situatie niet. Op haar vijftiende of zestiende leerde eiseres [naam 2] kennen. Nadat eiseres op een ochtend ziek werd, kwam zij er na een ziekenhuisbezoek achter dat zij al drie maanden zwanger was. Dit betekende

volgens haar tante dat zij een echte vrouw was geworden en moest gaan trouwen. Van haar tante mocht eiseres echter niet met [naam 2] trouwen, ook al had zijn familie om eiseres haar hand gevraagd. Ongeveer een half jaar na de bevalling, tussen haar zeventiende en achttiende, werd zij uitgehuwelijkt aan Aly. Dit was een oudere man, die bevriend was met eiseres haar oom.

Het bestreden besluit

4. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de minister de volgende relevante elementen:

De minister heeft de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig bevonden. De problemen met de tante zijn volgens de minister niet geloofwaardig. Hiertoe overweegt de minister, onder andere, dat eiseres de gestelde problemen met haar tante niet concreet heeft gemaakt, dat zij tegenstrijdig en onduidelijk verklaart over het moment van vertrek en de plaats waar zij naar toe is gevlucht en dat zij vaag en oppervlakkig verklaart over de man aan wie zij is uitgehuwelijkt.

Het moment van vertrek

5. Eiseres stelt zich op het standpunt dat zij niet tegenstrijdig heeft verklaard over het moment van vertrek. De verklaring zoals weergegeven op pagina 25 van het nader gehoor ziet op het vertrek van eiseres uit het land van herkomst. De verklaring zoals weergegeven op pagina 18 van het nader gehoor ziet niet op het vertrek uit het land van herkomst maar op het gegeven dat eiseres regelmatig vluchtte naar haar vriendin als ze door haar tante geslagen werd. De minister beroept zich op een verklaring van eiseres op pagina 21 van het nader gehoor waarin zij bevestigt dat de mishandelingen reden voor vertrek waren en dat dit niet samenhangt met de verklaring gegeven op pagina 25 van het nader gehoor, waar wordt verklaard dat eiseres is gevlucht vanaf de woning van haar man. De minister is daarmee selectief, want bij de volgende vraag weergegeven op pagina 21 van het gehoor verklaart eiseres dat ook het trouwen met de oude man een redenen voor het vertrek heeft gevormd. Bovendien zien de overwegingen van de minister op de redenen van vertrek terwijl eiseres wordt tegengeworpen dat zij tegenstrijdig verklaart over het moment van vertrek.

5.1. De rechtbank is van oordeel dat eiseres tegenstrijdig heeft verklaard over het moment van vertrek en dat de minister dit niet ten onrechte aan eiseres tegenwerpt. Op de vraag wat de directe aanleiding voor haar vertrek was antwoordt eiseres dat haar tante aan haar zoon had verteld eiseres te mishandelen als zij niet bij haar was en dat zij toen is gevlucht naar een vriendin.[2] Op een later moment vertelt eiseres dat zij is gevlucht toen de man van eiseres met haar tante ging praten over het zwanger worden met behulp van medicijnen. Deze verklaringen zijn niet met elkaar te verenigen en de minister heeft dit als zodanig aan eiseres kunnen tegenwerpen. Dat eiseres dit heeft verklaard op vragen die zagen op de reden van vertrek (en niet op het moment van vertrek) betekent niet de minister aan deze tegenstrijdigheid geen waarde mag toekennen.

De problemen met de tante 6. Eiseres bestrijdt dat zij haar verklaringen niet heeft geconcretiseerd. Zij heeft duidelijk gemaakt te vrezen voor haar tante omdat zij al eerder problemen met haar tante heeft gehad, en zij is vertrokken bij de man met wie zij van haar tante moest trouwen. Dat zijn de twee concrete redenen. Eiseres heeft daarbij uitgelegd waarom het feit dat zij nu volwassen is dat niet anders maakt. Eiseres bestrijdt eveneens, onder verwijzing naar het WBV 2024/12, dat zij elders in Guinee zou kunnen wonen. Uit de WBV volgt dat de minister aanneemt dat vrouwen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor geweldpleging geen bescherming van de autoriteiten of internationale organisaties kunnen krijgen. Ook neemt de minister voor deze groep vrouwen geen binnenlands beschermingsalternatief aan. De minister heeft beide niet betrokken in zijn besluitvorming.

6.1. De minister stelt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer naar Guinee problemen ondervindt van haar tante. Daartoe overweegt de minister dat eiseres de gestelde vrees en problemen niet heeft onderbouwd of geconcretiseerd. Hierbij geldt dat de ondervonden problemen zich inmiddels enkele jaren geleden voordeden en eiseres nadat zij gevlucht is niets meer van haar tante heeft vernomen. Nadat eiseres uit haar woonplaats vluchtte heeft eiseres zonder problemen vier weken lang bij een vriendin verbleven. Bovendien merkt de minister op dat eiseres in Guinee niet naar haar tante of de man waaraan zij is uitgehuwelijkt terug hoeft te keren. Eiseres is een volwassen, zelfstandige vrouw en heeft verklaard dat het mogelijk is om in een ander deel van Guinee een veilig onderkomen te vinden en een bestaan op te bouwen.

6.2. De rechtbank is van oordeel dat de minister niet ten onrechte tegenwerpt dat eiseres niet heeft geconcretiseerd of aannemelijk heeft gemaakt problemen te zullen ondervinden bij terugkeer. Eiseres heeft in deze context enkel gesteld te vrezen voor represailles van haar tante, hetgeen onvoldoende is. Daarbij overweegt de rechtbank ook dat eiseres zelf verklaart[3] elders in Guinee te kunnen wonen zonder problemen te ondervinden. De minister stelt daarom niet ten onrechte dat niet is geconcretiseerd of aannemelijk gemaakt dat eiseres bij terugkeer problemen zal ondervinden van haar tante. Nu eiseres bovenstaande niet aannemelijk heeft gemaakt, slagen de verwijzingen van eiseres naar de WBV en paragrafen C7/15.5.1 Vc en C7/15.5.2. Vc niet. Bovenstaande is door de minister afdoende gemotiveerd.

De plaats waar eiseres naartoe is gevlucht 7. Eiseres stelt in de zienswijze te hebben uitgelegd dat zij niet tegenstrijdig heeft verklaard over de plaats waar zij naartoe is gevlucht. De minister reageert nu door te stellen dat in het nader gehoor slechts is gecorrigeerd dat ‘Konyake’ ‘Conakry’ moet zijn, maar dat eiseres ook had moeten corrigeren dat zij via Guékedou is gevlucht en niet naar Guékedou. De minister is hier onnodig streng. Op pagina 19 van het nader gehoor verklaart eiseres naar Guékedou te zijn gevlucht en dat is niet onjuist. In Guékedou woonde een tante van de vriendin met wie eiseres gevlucht is. De vriendin heeft haar tante begroet, waarna zij en eiseres zijn doorgereisd naar Conakry. Eiseres is dus in eerste instantie gevlucht naar Guékedou en toen verder gereisd naar Conakry.

7.1. De minister stelt dat eiseres eerst in beroep heeft gecorrigeerd te zijn gevlucht via Guékedou, niet naar Guékedou. Dit is bevreemding wekkend nu eiseres wel de spelling van Conakry heeft gewijzigd in de correcties en aanvullingen en dit doet dan ook af aan de geloofwaardigheid van eiseres. Dat Guékedou op de route ligt doet hier niet aan af en onduidelijk blijft waar eiseres naartoe is gevlucht met haar vriendin.

7.2. De rechtbank stelt vast dat eiseres twee verschillende antwoorden op dezelfde vraag heeft gegeven en daarmee tegenstrijdig heeft verklaard. De minister werpt eiseres dit dan ook niet ten onrechte tegen. Dat Guékedou op de route naar Conakry ligt en zoals wordt gesteld, beide antwoorden naast elkaar kunnen bestaan leidt niet tot een ander oordeel. Daarbij is vooral belang dat eiseres eerst in beroep stelt dat zij via Guékedou – waar zij de tante van haar vriendin zouden hebben begroet - naar Conakry is gevlucht.

Het verblijf bij de vriendin 8. De minister ziet volgens eiseres ten onrechte een tegenstrijdigheid in de verklaringen van eiseres over haar verblijf bij een vriendin. Het feit dat de tante aangifte heeft gedaan tegen de familie van de vriendin die haar heeft geholpen te vluchten maakt immers niet dat de tante van eiseres op dat moment ook per definitie wist waar eiseres verbleef, of waar in Conakry eiseres verbleef. Anders dan de minister stelt, blijkt uit de aangifte namelijk helemaal niet dat haar tante op de hoogte was waar zij was of was geweest. Het maakt alleen duidelijk dat de tante wist dat de vriendin haar had geholpen te vluchten.

8.1. De minister stelt dat eiseres niet geconcretiseerd heeft problemen te ondervinden van haar tante of man en dat dit onderschreven wordt door het feit dat eiseres vier weken zonder problemen bij haar vriendin heeft kunnen verblijven. De enkele stelling dat dit niet betekent dat eiseres ook in de toekomst geen problemen zal ondervinden of dat eiseres wel gelokaliseerd had kunnen worden had de familie hiertoe meer tijd gehad, is onvoldoende en bovendien tegenstrijdig met de aangifte die eiseres haar tante heeft gedaan.

8.2. De rechtbank stelt voorop – onder verwijzing naar r.o. 6.2. - dat zij reeds geoordeeld heeft dat de minister eiseres niet ten onrechte tegenwerpt niet aannemelijk te hebben gemaakt dat zij problemen van haar tante ondervindt of zal ondervinden. Daarbij is de rechtbank van oordeel dat de minister in die context kan meewegen dat eiseres vier weken zonder problemen bij haar vriendin heeft kunnen verblijven. Eiseres heeft dit verblijf zonder problemen ook niet bestreden. Anders dan de minister ziet de rechtbank geen tegenstrijdigheid in de stellingen van eiseres dat haar tante haar wellicht wel had kunnen vinden als zij meer tijd had gehad en dat diezelfde tante aangifte heeft gedaan tegen de vriendin die eiseres heeft geholpen. De rechtbank volgt niet waarom het doen van aangifte per se betekent dat de tante op de hoogte was van de verblijfplaats van eiseres. Dat de rechtbank deze tegenstrijdigheid niet ziet doet echter niks af aan het probleemloze verblijf van eiseres bij haar vriendin.

De verklaringen over de man van eiseres 9. Eiseres stelt dat zij in de zienswijze duidelijk heeft uitgelegd waarom zij niet meer over de man aan wie zij is uitgehuwelijkt kan vertellen. Eiseres volgt de motivering van de minister op dit punt niet. Bovendien heeft de minister niet duidelijk gemaakt wat de gevolgen van het niet langer tegenwerpen van het tegenstrijdig verklaren over de uithuwelijking zijn en of de uithuwelijking an sich nu wel geloofwaardig wordt geacht.

9.1. De minister heeft ter zitting toegelicht dat eiseres niet langer wordt tegengeworpen onduidelijk en tegenstrijdig te hebben verklaard over de uithuwelijking. Dit doet volgens de minister echter niet af aan het oppervlakkig verklaren over de man aan wie eiseres zou zijn uitgehuwelijkt. Nu het asielrelaas van eiseres zich beperkt tot de problemen die zij ondervond met haar tante, problemen deels gerelateerd aan de uithuwelijking, kan eiseres in het kader van haar algemene geloofwaardigheid nog steeds tegengeworpen worden niet meer te kunnen verklaren over de man aan wie zij uitgehuwelijkt is, daargelaten of de uithuwelijking zelf geloofwaardig wordt geacht.

9.2. De rechtbank is van oordeel dat de minister zich op het standpunt kan stellen dat van eiseres verwacht mag worden dat zij meer kan verklaren over de man aan wie zij is uitgehuwelijkt. De minister heeft daarbij kunnen meewegen dat eiseres een aantal maanden bij deze man heeft gewoond na aanvang van het huwelijk en dat verwacht mag worden dat eiseres een authentiek en gedetailleerd relaas kan geven van wat haar is overkomen. De rechtbank is van oordeel dat de minister heeft concluderen dat eiseres niet een dergelijk relaas heeft gegeven en dat dit aan eiseres mag worden tegengeworpen bij de beoordeling of de gestelde problemen met de tante van eiseres geloofwaardig zijn.

9.3. De rechtbank overweegt daarbij dat het niet langer tegenwerpen van het oppervlakkig en tegenstrijdig verklaren over de uithuwelijking bovenstaande niet anders maakt. De kern van het relaas van eiseres betreft namelijk de problemen met haar tante, niet haar man. Dat eiseres niet duidelijk verklaart over de man aan wie haar tante eiseres zou hebben uitgehuwelijkt, draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van de problemen die eiseres stelt te hebben en te zullen krijgen met haar tante. Dit mag haar dan ook worden tegengeworpen.

De plannen om te vluchten met [naam 2]? 10. Eiser is van mening dat de minister ten onrechte tegenwerpt dat zij vaag heeft verklaard over de plannen om te vluchten met [naam 2]. Eiseres heeft hier in de zienswijze een verklaring voor gegeven en bovendien is de stelling dat de familie van [naam 2] eiseres wel zou kunnen beschermen tegen haar tante een veronderstelling.

10.1. De minister stelt eiseres vaag heeft verklaard over de plannen om te vluchten met [naam 2]. Eiseres heeft verklaard dat [naam 2] aan haar heeft voorgesteld om te vluchten toen zij werd uitgehuwelijkt aan de oude man. Eiseres heeft onduidelijk verklaard waarom zij niet daadwerkelijk is gevlucht met [naam 2]. Het is onduidelijk gebleven waarom eiseres niet alsnog bij [naam 2] is gaan wonen of samen met hem is vertrokken. Bovendien heeft eiseres in de zienswijze aangegeven dat, anders zoals zij in het nader gehoor heeft aangegeven, het een vriendin van eiseres was die opperde om samen met [naam 2] te vluchten. Niet wordt ingezien dat eiseres dit pas corrigeert middels de zienswijze en wanneer het aan haar wordt tegengeworpen.

10.2. De rechtbank is met de minister van oordeel dat eiseres vaag en oppervlakkig verklaart over de plannen om te vluchten met [naam 2]. Niet wordt ingezien dat eiser pas in de zienswijze met een correctie op het verslag van het nader gehoor komt terwijl hetgeen dat wordt tegengeworpen de kern van het relaas raakt. Daar komt bij dat eiseres ter zitting heeft verklaard dat het toch [naam 2] was die voorstelde om te vluchten en niet een vriendin. Eiseres heeft daarmee tweemaal haar verhaal veranderd, hetgeen kan worden aangemerkt als vaag en onduidelijk.

10.3. Bovendien neemt de correctie van eiseres niet de overige tegengeworpen onduidelijkheden weg; zo blijkt uit het gehoor immers dat buitenstaanders meermaals bereid zijn geweest om eiseres (fysiek) te beschermen tegen haar tante en ook heeft eiseres verklaard dat de familie van [naam 2] wilde dat zij met elkaar ging trouwen. Hieruit mag worden afgeleid dat zij niet onwelwillend waren om eiseres tegen haar tante te beschermen. In dit kader is onvoldoende en onduidelijk gebleven waarom eiseres niet samen met [naam 2] is gevlucht of bij hem is gaan wonen. De minister heeft dit niet ten onrechte tegengeworpen.

Conclusie 11. De rechtbank concludeert dat eiseres niet geconcretiseerd en aannemelijk heeft gemaakt problemen te ondervinden van haar tante, dat zij vier weken zonder problemen bij een vriendin heeft kunnen verblijven, dat zij oppervlakkig verklaart over de man aan wie zij is uitgehuwelijkt en dat zij slechts vaag heeft verklaard over de plannen om te vluchten met [naam 2]. De rechtbank is daarom van oordeel dat de minister niet ten onrechte tot de conclusie is gekomen dat de asielaanvraag van eiseres ongegrond is. De afwijzing van de aanvraag blijft daarom in stand.

Conclusie en gevolgen

12. De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag blijft staan. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van mr. D.G. van den Berg, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op:

Informatie over hoger beroep Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Vreemdelingenwet 2000

Pagina 21 nader gehoor, d.d. 27 augustus 2024.

Pagina’s 27 en 29 nader gehoor, d.d. 27 augustus 2024.


Voetnoten

Vreemdelingenwet 2000

Pagina 21 nader gehoor, d.d. 27 augustus 2024.

Pagina’s 27 en 29 nader gehoor, d.d. 27 augustus 2024.