ECLI:NL:RBDHA:2025:15060 - Rechtbank Den Haag - 7 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL25.26154 en NL25.23189 uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaken tussen
V-nummer: [nummer] (gemachtigde: mr. A.M.J.M. Louwerse),
en
(gemachtigden: mr. F.W.A. Croonen en mr. C. Verbaas).
1. Deze uitspraak gaat over een zogenoemde Rode Knop-melding die eiser heeft gedaan. Verweerder heeft eiser na die melding meegedeeld dat zijn lopende asielaanvraag niet met voorrang wordt behandeld. Eiser is het met die reactie niet eens en heeft bezwaar gemaakt, een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend en, na het niet-ontvankelijk verklaren van zijn bezwaar, beroep ingesteld. Het gaat hem erom dat zijn ernstig zieke vrouw en zijn kinderen zo snel mogelijk naar Nederland kunnen komen.
Procesverloop
2. Eiser heeft op 18 april 2025 een brief verstuurd naar verweerder waarin hij verzoekt om gebruik te maken van de Rode Knop.
2.1. Op 22 april 2025 heeft verweerder gereageerd met het verzoek om alsnog het formulier Rode Knop in te vullen en toe te sturen. Eiser heeft dit diezelfde dag gedaan.
2.2. Verweerder heeft eiser op 8 mei 2025 per e-mail bericht dat zijn zaak niet met voorrang wordt behandeld. Eiser heeft hiertegen op 15 mei 2025 bezwaar gemaakt, mede namens zijn vrouw en kinderen.
2.3. Op 22 mei 2025 heeft eiser de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Hij heeft daarbij verzocht om te bepalen dat zijn vrouw en kinderen gedurende de bezwaarprocedure behandeld moeten worden alsof zij in het bezit zijn van een mvv.
2.4. Verweerder heeft op 10 juni 2025 een verweerschrift ingediend betreffende het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser heeft hier dezelfde dag op gereageerd.
2.5. Bij besluit van 11 juni 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
2.6. Eiser heeft op 11 juni 2025 beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, mede namens zijn vrouw en kinderen.
2.7. De voorzieningenrechter behandelt eisers verzoek om een voorlopige voorziening verder als een verzoek dat is gedaan tijdens de beroepsprocedure.
2.8. Het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening zijn op 24 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben eiser, zijn gemachtigde, [tolk] als tolk en de gemachtigden van verweerder deelgenomen.
Beoordeling door de rechtbank
Voorgeschiedenis
3. Eiser is geboren op [datum] 1975 en heeft de Syrische nationaliteit. Op 23 september 2024 heeft hij asiel aangevraagd in Nederland. Op die aanvraag is nog geen beslissing genomen. Eisers vrouw, zijn dochter en zijn zoon zijn nog in Syrië en wachten op gezinshereniging. Eisers vrouw heeft een ernstige ziekte waardoor zij steeds verder verlamd raakt. Eiser heeft brieven overgelegd van een Syrische arts waarin staat dat zijn vrouw snel een medische behandeling nodig heeft, die in Syrië niet beschikbaar is. Eiser wil zijn vrouw en kinderen zo snel mogelijk naar Nederland laten komen en voert daarom deze procedure.
Wat is de Rode Knop?
4. Verweerder heeft toegelicht dat hij grote werkachterstanden heeft en de Rode Knop heeft ingesteld om betrokkenen de mogelijkheid te geven om schrijnende zaken aan te melden waarin de huidige lange beslistermijnen niet kunnen worden afgewacht. Na melding van een zaak bekijkt verweerder of die met voorrang moet worden behandeld.
Verweerder heeft een formulier beschikbaar gesteld voor het doen van een Rode Knop-melding. Op dit formulier staat:
Formulier voor samenwerkingspartners Dit formulier is voor de advocatuur, VWN, NIDOS, COA, UNHCR, het Juridisch Loket en de Rechtswinkel. Met dit formulier meldt u een zeer schrijnende en dringende zaak die niet langer kan wachten. Vul de antwoorden zo kort mogelijk, maar wel helemaal in. We bellen u over uw melding, meestal binnen 2 werkdagen nadat we het formulier hebben gekregen.
Wanneer gebruikt u dit formulier? U gebruikt dit formulier alleen om een zaak te melden wanneer de zaak:
• heel schrijnend en dringend is; en • waarbij het heel duidelijk onredelijk zou zijn als de procedure nog langer duurt (ook vergeleken met de belangen van andere aanvragers die wachten); en • de gevolgen onaanvaardbaar zullen zijn als de zaak niet met voorrang wordt behandeld.
Waarvoor gebruikt u dit formulier niet? U gebruikt dit formulier niet:
• als alternatief voor bestaande procedures of ingangen, zoals het Maatwerkloket of nareis-spoedverzoeken via VWN en NIDOS; • als vervanging voor het MDT Schrijnende Zaken; • om voorrang te krijgen voor niet-spoedeisende zaken; • om voorrang te krijgen voor honger- of dorststakers; of • als aanvraag, het is ‘slechts’ een melding bij de IND.
Wat voert eiser aan in beroep?
5. Eiser stelt voorop dat zijn brief van 18 april 2025 een aanvraag om een mvv voor zijn vrouw en kinderen is. De afwijzing hiervan in de e-mail van 8 mei 2025 is een besluit en daartegen kan bezwaar worden gemaakt. Voor zover het geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), moet het bezwaar toch ontvankelijk worden verklaard op grond van artikel 72, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) en artikel 13 van het EVRM
Wat is het standpunt van verweerder?
6. Verweerder neemt het standpunt in dat het bezwaar niet-ontvankelijk is omdat de afhandeling van de Rode Knop-melding niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Het doel van de Rode Knop-melding is het bieden van de mogelijkheid om een urgente en schrijnende zaak onder de aandacht te brengen, zodat kan worden bezien of die zaak met voorrang moet worden behandeld. Er wordt geen oordeel over de zaak zelf gegeven, de afhandeling van de melding heeft daarom geen rechtsgevolg en is dus geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Op het Rode Knop-formulier is duidelijk vermeld dat het niet is bedoeld als aanvraag of als alternatief voor bestaande procedures of ingangen. Ook blijkt volgens verweerder uit eisers brief van 18 april 2025 niet dat hij daarmee een aanvraag om een mvv wilde indienen. Aangezien er geen sprake was van een aanvraag, kan de e-mail van 8 mei 2025 niet worden gezien als een afwijzing daarvan en is daarom geen besluit.
Is eisers brief van 18 april 2025 een aanvraag om een mvv?
7. De rechtbank stelt allereerst vast dat bovenaan eisers brief van 18 april 2025 “Verzoek gebruik rode knop” staat. In de brief leest de rechtbank geen aanvraag om een mvv. Eiser schetst hierin de ernstige situatie waarin zijn vrouw verkeert, schrijft dat hier hopelijk een oplossing voor kan worden gevonden en noemt drie opties waarmee dat volgens hem bijvoorbeeld zou kunnen. Hij noemt achtereenvolgens het met toepassing van artikel 4:84 van de Awb alvast beslissen over zijn asielaanvraag en vervolgens snel ‘nareisasiel’ verlenen aan zijn vrouw, het verlenen van een mvv aan zijn vrouw voor medische behandeling en het verlenen van een mvv aan zijn vrouw op grond van artikel 8 van het EVRM. Eiser voegt hieraan toe dat hij openstaat voor andere opties als die verweerders voorkeur hebben.Naar het oordeel van de rechtbank kan de brief niet alleen met een letterlijke lezing maar ook met een redelijke uitleg niet worden beschouwd als een aanvraag om een mvv.
8. Hierbij vindt de rechtbank ook van belang dat er niet alleen boven eisers brief “verzoek gebruik rode knop” staat, maar dat eiser vervolgens ook het specifieke Rode Knop-formulier heeft toegestuurd. Dit nadat verweerder op 22 april 2025 had bevestigd de Rode Knop-melding te hebben ontvangen - waarbij het dus ging om eisers brief van 18 april 2025 - en daarbij had verzocht alsnog het Rode Knop-formulier in te vullen en terug te sturen. Toen wist eiser dat verweerder zijn brief overeenkomstig de aanhef ervan had opgevat als Rode Knop-melding en ook wist hij uit het formulier dat verweerder die melding niet zou zien als een aanvraag om een mvv.
9. De rechtbank kan eisers standpunt dat hij met zijn brief van 18 april 2025 een aanvraag om een mvv heeft gedaan dus niet volgen. Hieruit volgt dat verweerders e-mail van 8 mei 2025 ook geen afwijzing van een aanvraag om een mvv is waartegen bezwaar kon worden gemaakt. Dat verweerder in die e-mail nog kort iets heeft gezegd over twee van de opties die eiser in zijn brief van 18 april 2025 heeft genoemd, maakt dit niet anders. In die korte reactie is geen afwijzing van een mvv-aanvraag te lezen.De rechtbank merkt ten overvloede nog op dat, nu eiser geen aanvraag om een mvv heeft ingediend, niet kan worden gezegd dat verweerder had moeten vragen om alsnog een mvv-aanvraagformulier in te vullen of leges had moeten heffen voor die aanvraag.
Kon eiser om een andere reden bezwaar maken tegen verweerders e-mail van 8 mei?
10. De rechtbank onderschrijft verweerders standpunt dat de e-mail van 8 mei 2025 geen besluit is. De mededeling dat eisers aanvraag niet met voorrang wordt behandeld, heeft geen rechtsgevolg. Die brengt immers geen verandering in eisers lopende asielaanvraag en is ook geen beslissing op die aanvraag. Eisers standpunt dat de e-mail van 8 mei 2025 een besluit bevat waartegen hij bezwaar kon maken, volgt de rechtbank dan ook niet.
11. Eisers stelling dat verweerder met de e-mail van 8 mei 2025 een handeling als bedoeld in artikel 72, derde lid, van de Vw heeft verricht, volgt de rechtbank evenmin. De rechtbank begrijpt dat eiser stelt dat verweerder met zijn weigering gebruik te maken van de Rode Knop geen mvv wil verstrekken aan zijn vrouw en kinderen en daarmee een met een besluit gelijk te stellen handeling verricht ten aanzien van hen waartegen ook bezwaar en beroep openstaat. De rechtbank overweegt dat eiser een mvv-aanvraag kan indienen voor zijn vrouw en kinderen en gebruik kan maken van de rechtsmiddelen die hem in die procedure ter beschikking staan. Zijn stelling dat de mvv-procedure te lang duurt, gezien de situatie van zijn vrouw, kan hij in die procedure ook aanvoeren. Verweerder heeft op de zitting nog gewezen op de mogelijkheid om in die procedure een Rode Knop-melding te doen. Nu er reguliere procedures openstaan, ziet de rechtbank geen grond om verweerders gestelde weigering om een mvv te verstrekken aan eisers vrouw en kinderen met toepassing van artikel 72 van de Vw aan te merken als een handeling waartegen bezwaar kon worden gemaakt.
12. Hoewel de rechtbank de moeilijke situatie waarin eiser en zijn gezin verkeren begrijpt, kan zijn beroep niet slagen.
Conclusie en gevolgen
13. Uit de overwegingen hiervoor volgt dat verweerder eisers bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep is daarom ongegrond.
14. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
15. Gelet op de beslissing van de rechtbank over eisers beroep, ziet de voorzieningenrechter geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. Hij wijst het verzoek daartoe dan ook af.
16. Voor een proceskostenveroordeling bestaat ook in deze procedure geen aanleiding.
Beslissingen
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Kraefft, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. J.M.T. Zoon, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan, voor zover dit gaat over het beroep, een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden.