Terug naar bibliotheek
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14931 - Ontslag op staande voet van supervisor wegens nalaten bij grootschalige diefstal - 11 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2025:1493111 augustus 2025

Essentie

De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet van een supervisor standhoudt. Hoewel actieve betrokkenheid bij grootschalige diefstal niet is bewezen, is het nalaten om in te grijpen of te melden bij overduidelijke onregelmatigheden zodanig ernstig verwijtbaar dat dit een dringende reden oplevert.

Rechtsgebieden

Civiel RechtArbeidsrecht

Uitspraak inhoud

Zittingsplaats Den Haag

esm/c Rep.nr.: 11638369 \ RP VERZ 25-50272 Datum: 23 juli 2025

Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

[verzoeker], wonende te [woonplaats] , verzoeker, gemachtigde: mr. E. Robalo,

tegen

de besloten vennootschap Kuehne + Nagel Logistics B.V., gevestigd te Rotterdam, verweerster, gemachtigde: mr. F.J.H. Krumpelman.

Partijen worden ‘ [verzoeker] ’ en ‘K+N’ genoemd.

1 Het procesverloop

1.1. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

  • een verzoekschrift van 7 april 2025 met de producties 1 tot en met 6,

  • een verweerschrift met de producties 1 tot en met 4,

  • een brief van [verzoeker] met een nadere productie.

1.2. Op 25 juni 2025 heeft de mondelinge behandeling van het verzoekschrift plaatsgevonden. [verzoeker] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Namens K+N is [naam] , directeur contract logistics, verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. K+N heeft pleitaantekeningen overgelegd. De griffier heeft voor het overige aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Deze bevinden zich in het griffiedossier.

1.3. Daarna is de uitspraak bepaald op vandaag.

2 De feiten

2.1. K+N is een transportbedrijf en verzorgt onder meer de bevoorrading van Albert Heijn.

2.2. [verzoeker] , geboren [geboortedatum] 1988, is sinds maart 2016, laatstelijk in de functie van supervisor warehouse werkzaam voor K+N. Eerst werkte hij via een uitzendbureau, maar sinds 1 november 2017 is hij voor onbepaalde tijd bij K+N in dienst. De cao voor het beroepsgoederenvervoer is op het dienstverband van toepassing. Het laatstverdiende salaris was € 3.919,94 bruto per maand exclusief 8% vakantiebijslag, op basis 40 uur per week. [verzoeker] werkte in ploegendienst. In het weekend is er op de zaterdagochtend één supervisor en voor de middag/avond één supervisor. De ochtenddienst op zaterdag is van 09:00 uur tot 18:00 uur en de middag-/avonddienst is van 12:00 uur tot 21:00 uur. Op zondag is er één supervisor aanwezig gedurende de gehele dag. Doordeweeks zijn er twee supervisors aanwezig per dienst.

2.3. [verzoeker] verrichtte zijn werkzaamheden in het Middelencentrum van K+N te Delfgauw/Pijnacker waar ook een distributiecentrum van Albert Heijn gevestigd is. [verzoeker] is als Supervisor Warehouse eindverantwoordelijk voor het Buiten Heftruckteam (BHT) en hij heeft de dagelijkse leiding als dienstdoende supervisor.

2.4. Op het buitenterrein van K+N staan zwarte CBL-kratten en groene EPS-kratten. Deze kratten zijn eigendom van Centraal Bureau Levensmiddelenhandel(CBL) en Euro Pool System(EPS) en in gebruik bij Albert Heijn. Ze vertegenwoordigen een waarde van € 3,86 aan statiegeld per krat.

2.5. Het werkproces voor CBL-kratten verloopt als volgt:

  • De vrachtwagenchauffeur meldt zich bij de intercom van één van de twee

ingangen van het Middelencentrum.

2.6. Het werkproces van EPS-kratten verloopt iets anders, in die zin dat de verlading niet digitaal zichtbaar wordt op het apparaat, maar de chauffeurs zich bij het procesbureau moeten melden met een referentienummer. Met een vervoerbon, die de chauffeur daar krijgt, wordt de lading aan het laadbordes geladen. De heftruckchauffeur houdt bij wat wordt geladen. Daarna meldt de chauffeur zich met de lijst af bij het procesbureau en krijgt daar een vrachtbrief.

2.7. Bij K+N is het vermoeden ontstaan dat met medewerking van personeel grootschalige diefstal/verduistering van kratten plaatsvond. Op 30 augustus 2024 heeft K+N aan recherchebureau I-TEK opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de vermeende diefstal. Uit het onderzoek is gebleken dat gedurende de periode van zaterdag 23 november 2024 tot en met zondag 2 februari 2025 in totaal 2 diefstallen/verduisteringen van grote hoeveelheden CBL-kratten en 6 diefstallen/verduisteringen van EPS-kratten hebben plaats-gevonden. In totaal waren 18 trekkers met opleggers betrokken bij de diefstal/verduistering van CBL-kratten en 9 bakwagens betrokken bij de diefstal/verduistering van EPS-kratten.

2.8. De bevindingen in het onderzoek luiden voor zover relevant als volgt: Zaterdag 23 november 20249.1. Diefstal zaterdag 23 november 2024 (CBL) (…) Aan de hand van deze analyse is vastgesteld dat op zaterdag 23 november 2024 vanaf ongeveer 15:54 uur één vorkheftruckchauffeur van K+N begint met het plaatsen op het laadbordes van een grote hoeveelheid pallets met daarop CBL-kratten zonder de aanwezigheid van transportmaterieel(trekker met oplegger/vrachtwagen). Op zaterdag 23 november 2024, omstreeks 17:04 uur, stond het laadbordes aan de kopse zijde van het bedrijfspand van K+N volledig vol met pallets met daarop CBL-kratten terwijl dit op basis van de geldende verlaadprocedure niet te doen gebruikelijk was. (…) Op zaterdag 23 november 2024, omstreeks 17:23 uur, kwamen in totaal vier trekkers met opleggers het bedrijfsterrein van K+N opgereden. Opvallend daarbij was, dat de chauffeurs van deze vier trekkers met opleggers zich niet conform de geldende verlaadprocedure bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N hadden gemeld. Deze vier trekkers met opleggers werden vervolgens aan het laadbordes gefaseerd geladen met de eerder daar geplaatste pallets. Terwijl de chauffeurs van deze trekkers met opleggers bezig waren de pallets met CBL kratten te laden, voerde een vorkheftruckchauffeur van K+N voortdurend nieuwe pallets met CBL kratten aan. Dit tot het moment waarop alle vier de opleggers compleet vol waren. Wanneer de vier opleggers vol met CBL kratten waren, werd gefaseerd vertrokken. (…) Op zaterdag 23 november 2024, omstreeks 18:14 uur, waren ook de laatste twee trekkers met opleggers volledig volgeladen met pallets met daarop CBL-kratten. (…) Op zaterdag 23 november 2024, omstreeks 19:07 uur, plaatste een vorkheftruck chauffeur opnieuw een grote hoeveelheid pallets met daarop CBL kratten op het laadbordes. Op zaterdag 23 november 2024, omstreeks 19:50 uur, stond het laadbordes opnieuw compleet vol met pallets met daarop CBL kratten. (…) Op zaterdag 23 november 2024, omstreeks 20:46 uur, kwamen dezelfde vier trekkers met opleggers opnieuw het bedrijfsterrein van K+N opgereden. Aan de hand van de (heimelijke) camerabeelden is vastgesteld dat de chauffeurs van de vier trekkers met opleggers zich de tweede keer ook niet bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N hebben aan- en afgemeld. Direct na aankomst bij het laadbordes werd door de chauffeurs van deze trekkers weer begonnen met het laden van de pallets met CBL kratten. Ook ditmaal voerde een vorkheftruck-chauffeur voortdurend nieuwe pallets met CBL kratten aan. Wanneer de opleggers compleet vol waren, werd gefaseerd vertrokken. (…) De waarde van de op zaterdag 23 november 2024 ontvreemde/verduisterde pallets met CBL kratten werd geschat op een maximaal bedrag van € 350.000,00 (afhankelijk van de modellen kratten die waren ontvreemd/verduisterd).”

Zaterdag 7 december 2024 “9.2. Diefstallen zaterdag 7 december 2024 (EPS) Op zaterdag 7 december 2024 tussen 05:46/06:15 uur en 07:50/08:18 uur deden zich twee diefstallen/verduisteringen van EPS (groene opklapbare) kratten voor bij het Middelencentrum van K+N te Delfgauw/Pijnacker. (…) In afwijking van de reguliere werktijden waren vorkheftruck chauffeurs van het Buiten Heftruck Team (BHT) op zaterdag 7 december 2024 eerder met hun werkzaamheden op het buitenterrein begonnen. Aan de hand van de analyses van de beelden van de heimelijke camera’s is bekend geworden dat vorkheftruckchauffeurs van het Buiten Heftruck Team (BHT) dagen voorafgaande aan de daadwerkelijke diefstallen/verduisteringen op zaterdag 7 december 2024 van pallets met daarop EPS (groene) kratten voorbereidende handelingen hadden uitgevoerd. Deze voorbereidende handelingen bestonden uit het plaatsen van pallets met daarop EPS kratten tussen pallets met daarop CBL (zwarte) kratten, de dato dinsdag 3 december 2024. Op die manier waren de pallets met daarop EPS kratten aan het oog, het toezicht en het voorraadbeheer onttrokken. Daarnaast was op een eerder moment door diverse vorkheftruckchauffeurs van het Buiten Heftruck Team (BHT) een ‘muur’ van pallets opgetrokken. Door de hoogte van deze ‘muur’ was met de reguliere beveiligingscamera’s geen zicht op hetgeen, gezien vanuit de posities van die camera’s, achter deze ‘muur’ c.q. op de diefstallocatie plaatsvond. Om kennelijk te voorkomen dat niet negatief betrokken vorkheftruck chauffeurs van het Buiten Heftruck Team (BHT) de ‘muur’ van pallets (gedeeltelijk) zouden afbreken, had men een rood/wit gekleurd afzetlint om de ‘muur’ van pallets gespannen. Op de dag van de onderhavige diefstallen/verduisteringen begon vanaf 05:15 uur (tijdregistratie heimelijk camerasysteem) één vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) met het verplaatsen van pallets met daarop CBL (zwarte) kratten ter hoogte van de locatie waar eerder tegen de geldende procedure/richtlijnen pallets met daarop EPS (groene) kratten waren ‘koud’ gezet. (…) De vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) die bezig is om de eerder ‘koud’ gezette pallets met daarop EPS (groene) kratten tussen de pallets met daarop CBL (zwarte) kratten te halen, zette deze vervolgens twee hoog weg nabij de reguliere voorraad met EPS (groene) kratten. Wanneer hij daarmee klaar was, werd de ontstane opening in de voorraad CBL (zwarte) kratten dicht gemaakt met pallets met daarop CBL (zwarte) kratten. (…) In aansluiting op de eerder genoemde voorbereidende handelingen bracht de andere dienstdoende vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) een pompwagen die door hem naast de twee hoog geplaatste pallets met daarop EPS (groene) kratten werd gezet. (…) Bij de onderhavige diefstallen/verduisteringen op zaterdag 7 december 2024 betrof het gebruikte transportmaterieel een witte bakwagen (…) Voorafgaande aan het laden meldde de chauffeur van de witte bakwagen zich niet conform de geldende procedure bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N. (…) Bij het laden van de witte bakwagen was naast de chauffeur één vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) negatief betrokken. Nadat de betreffende vorkheftruckchauffeur pallets twee hoog met EPS kratten op de hydraulische laadklep had gezet, zette de chauffeur deze pallets met behulp van de pompwagen van K+N in het laadgedeelte van de witte bakwagen. (…) Wanneer de witte bakwagen volledig met pallets twee hoog met daarop EPS kratten was geladen, sloot de chauffeur de bovenste klep en de hydraulische laadklep van de witte bakwagen. In aansluiting daarop vertrok de witte bakwagen zonder dat de chauffeur zich bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N had afgemeld. (…) Op zaterdag 7 december 2024, omstreeks 07:50 uur, arriveerde voor de twee keer deze dag een witte bakwagen (…). Ook dit keer reed de chauffeur van deze bakwagen zonder zich bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N te hebben gemeld naar de voorraad met EPS (groene) kratten, (…). In aansluiting op deze aankomst werd deze witte bakwagen opnieuw volledig volgeladen met pallets twee hoog met daarop EPS (groene) kratten die eerder deze dag tussen pallets met daarop CBL (zwarte) kratten vandaan waren gehaald en klaarblijkelijk speciaal voor de twee witte bakwagens waren ‘koud’ en klaargezet. (…).”

Zondag 15 december 2024 “9.3. Diefstal zondag 15 december 2024 (EPS) (…) Die dag is tussen ongeveer 18:27 uur en 18:53 uur door een vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) opnieuw een witte bakwagen zonder (bedrijfs-)opschrift geladen met pallets met daarop EPS (groene) kratten. De later ontvreemde pallets met daarop EPS (groene) kratten waren eerder die dag vanaf omstreeks 18:02 uur door één vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) tegen de geldende procedure/richtlijnen gehaald van een locatie tussen pallets met daarop CBL (zwarte) kratten. Nadat deze vorkheftruckchauffeur de eerder ‘koud’ gezette pallets met daarop EPS (groene) kratten na het verplaatsen van pallets met daarop CBL (zwarte) kratten kon bereiken, verplaatste hij de later ontvreemde pallets naar de reguliere voorraad EPS (groene) kratten. Daar werden de ‘koud’ gezette pallets met daarop EPS (groene) kratten twee hoog weggezet, zijnde de maximale laadhoogte van een bakwagen (klein model vrachtwagen). (…) In aansluiting op de eerdergenoemde voorbereidende handelingen kwam op zondag 15 december 2024 te 18:27 uur (…) een witte bakwagen (…) het buitenterrein van het betreffende Middelencentrum van K+N opgereden. Zonder dat de chauffeur van deze bakwagen zich bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N had gemeld, reed de chauffeur rechtstreeks door naar de locatie waar eerder deze dag pallets twee hoog met daarop EPS (groene) kratten waren weggezet c.q. waren klaargezet. (…) Op zondag 15 december 2024 te 18:32 uur (…) is begonnen met het laden van pallets twee hoog met daarop EPS (groene) kratten. In afwijking van het reguliere verladingsproces wordt bij het laden van de witte bakwagen geen gebruik gemaakt van het (laad)bordes. In plaats daarvan zette de betreffende vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) pallets twee hoog met daarop EPS (groene) kratten op de hydraulische laadklep van de witte bakwagen. De chauffeur verplaatste hierna deze pallets met behulp van een pompwagen naar het laadgedeelte van de witte bakwagen. (…) Wanneer op zondag 15 december 2024 te 18:53 uur (…) de witte bakwagen door één vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) volledig (14 keer 2 pallets) met pallets met daarop EPS (groene) kratten is geladen, sloot de chauffeur de bovenklep en de hydraulische laadklep van de witte bakwagen. Aansluitend vertrok de chauffeur zonder dat hij zich bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N had afgemeld. (…)”

Zondag 29 december 2024 “9.4 Diefstallen zondag 29 december 2024 (EPS) (…) Deze voorbereidende handelingen/activiteiten bestonden uit respectievelijk het ophogen van de ‘muur’ van pallets die op last van de QSHE Manager-BENELUX van K+N was verlaagd (zondag 22 december 2024) en het tegen de geldende procedure/richtlijnen inbouwen c.q. ‘koud’ zetten van pallets met daarop EPS (groene) kratten tussen pallets met daarop CBL (zwarte) kratten (zondag 22 december 2024/woensdag 25 december 2024/donderdag 26 december 2024). (…) Deze voorbereidende handelingen/activiteiten zijn uitgevoerd door een vorkheftruck-chauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) en bestonden uit het verplaatsen van pallets met daarop CBL (zwarte) kratten. Door het verplaatsen van deze pallets kwamen pallets met daarop EPS (groene) kratten vrij die daar eerder waren geplaatst c.q. ‘koud’ waren gezet. Dit met als vermoedelijke doel deze pallets met daarop EPS (groene) kratten aan het zicht en aan de voorraad te onttrekken. (…) De pallets met daarop EPS (groene) kratten die tussen de voorraad pallets met CBL (zwarte) kratten vandaan werden gehaald, werden aansluitend geplaatst bij de voorraad van pallets met daarop EPS kratten. De pallets met daarop EPS (groene) kratten zijn door de betreffende buiten vorkheftruckchauffeur twee hoog weggezet, zijnde de maximale laadhoogte van een bakwagen (klein model vrachtwagen), terwijl deze pallets met daarop EPS (groene) kratten regulier drie hoog worden opgestapeld op het emballageterrein. (…) Nadat de betreffende vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) de ‘koud’ gezette pallets met daarop EPS (groene) kratten tussen de voorraad met CBL (zwarte) kratten vandaan had gehaald, verplaatste hij pallets met daarop CBL (zwarte) kratten om het ontstane gat te dichten. (…) (…)arriveerde op zondag 29 december 2024, omstreeks 15:25 uur, een witte bakwagen (…). Zonder dat de chauffeur van deze witte bakwagen stopte om zich bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N te melden, reed de chauffeur naar de locatie waar eerder deze dag ‘koud’ gezette pallets twee hoog met daarop EPS (groene) kratten waren klaargezet. (…) Op het moment dat de eerder genoemde witte bakwagen bij de locatie met klaargezette pallets twee hoog met daarop EPS (groene) kratten is gestopt, reden direct twee vorkheftruckchauffeurs van het Buiten Heftruck Team (BHT) in de richting van deze witte bakwagen. (…) Hierna zijn door een vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) pallets twee hoog met daarop EPS (groene) kratten op de hydraulische laadklep gezet. De pallets met EPS kratten die op de hydraulische laadklep stonden, zijn vervolgens door de chauffeur met behulp van een pompwagen in de richting van het kopschot van de witte bakwagen verplaatst. Deze handelingen herhaalden zich tot dat de witte bakwagen volledig was geladen met pallets met daarop EPS kratten (14 keer 2 pallets). (…) Nadat de hydraulische laadklep en de daarboven gemonteerde klep door de chauffeur waren gesloten, dit in aanwezigheid van de betreffende buiten vorkheftruckchauffeur, vertrok te 15:46 uur de witte bakwagen vanaf het emballageterrein van K+N zonder dat de chauffeur zich bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N had afgemeld. (…) Op zondag 29 december 2024, vanaf omstreeks 16:04 uur, (ongeveer 20 minuten na het vertrek van de witte bakwagen) verplaatsten twee vorkheftruckchauffeurs van het Buiten Heftruck Team opnieuw pallets met daarop EPS (groene opklapbare) kratten die twee hoog waren opgestapeld (de maximale laadhoogte van een bakwagen). (…) In aansluiting op deze hernieuwde voorbereidende handelingen reed op zondag 29 december 2024, omstreeks 16:57 uur, opnieuw een witte bakwagen (…) het emballageterrein van K+N op. Ook ditmaal reed de chauffeur van deze witte bakwagen zonder te stoppen en zich bij het Procesbureau (expeditiekantoor) te hebben gemeld naar de voorraad pallets met daarop EPS (groene) kratten. (…) Door een vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) werd, zonder gebruikmaking van het (laad)bordes, begonnen met het laden van pallets twee hoog met daarop EPS kratten, zodra de chauffeur de hydraulische laadklep en de daarboven gemonteerde klep had geopend. De pallets met daarop EPS kratten die voortdurend door de betreffende buiten vorkheftruckchauffeur op de hydraulische laadklep werden gezet, werden door de chauffeur met behulp van een pompwagen in de richting van het kopschot van de witte bakwagen verplaatst. Deze handelingen werden verricht tot het moment waarop de witte bakwagen volledig twee hoog met pallets met daarop EPS(groene) kratten was geladen (14 keer 2 pallets). (…) Op zondag 29 december 2024, omstreeks 17:23 uur, vertrok de witte bakwagen voor de tweede keer volledig vol met EPS kratten vanaf het emballageterrein van K+N.”

Zaterdag 4 januari 2025 “9.5 Diefstal zaterdag 4 januari 2025 (EPS) Op zaterdag 4 januari 2025 vond tussen 06.04 uur en 06:30 uur voor de zesde keer een diefstal/verduistering van EPS (groene opklapbare) kratten plaats vanaf het emballage terrein van K+N te Pijnacker. Voorafgaande aan deze diefstal/verduistering voerden twee vorkheftruckchauffeurs van het Buiten Heftruck Team (BHT) vanaf 05:28 uur voorbereidende handelingen/activiteiten uit. Deze voorbereidende handelingen/activiteiten bestonden uit het verplaatsen van pallets met CBL (zwarte) kratten zodat de op woensdag 1 januari 2025 ‘koud’ gezette pallets met daarop EPS (groene) kratten vrijkwamen. Het ‘koud’ zetten was gedaan door één van deze twee buiten heftruckchauffeurs. De vrijgekomen pallets met daarop EPS (groen) kratten zijn vervolgens door de twee betreffende buiten vorkhef-truckchauffeurs twee hoog (de maximale laadhoogte van een bakwagen) bij de voorraad met EPS (groene) kratten gezet. Nadat de eerder ‘koud’ gezette pallets met EPS (groene) kratten uit de voorraad CBL (zwarte) kratten waren gehaald, zijn de ontstane ruimten met pallets met daarop CBL (zwarte) kratten aangevuld c.q. dichtgemaakt. (…) In aansluiting op deze voorbereidende handelingen/activiteiten reed op zaterdag 4 januari 2025, omstreeks 06:04 uur, een witte bakwagen (…) naar de voorraad pallets met daarop EPS (groene) kratten. De chauffeur van deze witte bakwagen meldde zich niet, zoals volgens het verlaadproces te doen gebruikelijk is, bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N. (…) Door de eerder genoemde twee vorkheftruckchauffeurs van het Buiten Heftruck Team (BHT) is deze witte bakwagen vervolgens volledig twee hoog geladen met pallets met daarop EPS (groene opklapbare) kratten. De pallets met daarop EPS (groene) kratten zijn, nadat deze pallets door de buiten vorkheftruckchauffeurs op de hydraulische laadklep van de witte bakwagen waren gezet, met behulp van een pompwagen door de chauffeur verplaatst naar het laadgedeelte. (…) Op zaterdag 4 januari 2025, omstreeks 06:30 uur, vertrok de volledig met EPS kratten geladen witte bakwagen vanaf het emballageterrein van K+N. Voorafgaande aan dit vertrek had de chauffeur zich niet bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N afgemeld. Daarnaast had de chauffeur niet (digitaal) voor de ontvangst van de pallets met daarop EPS (groene) kratten getekend en heeft hij om die reden geen officieel vrachtdocument ontvangen.”

Zaterdag 18 januari 20259.11 Diefstal zaterdag 18 januari 2025 (…) Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 16:16 uur, begon een vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) met het klaarzetten van pallets met daarop CBL-kratten op het laadbordes. Dit was niet conform het geldende verlaadproces. Op dat moment stonden op het laadbordes meerdere pompwagens. (…) In overeenstemming met de grootschalige diefstallen/verduisteringen van CBL kratten op zaterdag 23 november 2025 bleef de betreffende vorkheftruckchauffeur van het Buiten Heftruck Team (BHT) voortdurend pallets met daarop CBL kratten aanvoeren op het laadbordes. Dit tot aan het moment waarop het laadbordes in het geheel vol stond met pallets met daarop CBL kratten. Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 17:03 uur, het moment waarop het laadbordes in het geheel vol stond met pallets met daarop CBL kratten, kwamen twee trekkers met opleggers aangereden. De chauffeurs van deze twee trekkers met opleggers meldden zich niet bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N. Desondanks reden deze twee chauffeurs met de achterzijden van de opleggers tegen het laadbordes. (…) In navolging op de twee eerdergenoemde trekkers met opleggers kwam op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 17:06 uur, een derde trekker met oplegger aangereden. Ook deze chauffeur reed achterwaarts tegen het laadbordes zonder dat hij zich bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N had gemeld. Nadat alle drie eerdergenoemde trekkers met opleggers met de achterzijden en geopende achterdeuren tegen het laadbordes stonden, begonnen de drie chauffeurs met het laden van de reeds eerder klaargezette pallets met daarop CBL kratten. (…) Terwijl de chauffeurs van de drie eerdergenoemde trekkers met opleggers bezig waren pallets met daarop CBL-kratten te laden, reden op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 17:15 uur, opnieuw twee trekkers met opleggers naar het laadbordes zonder dat de chauffeurs zich bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N hadden gemeld. (…) Terwijl de chauffeurs van de trekkers met opleggers bezig waren de pallets met CBL-kratten te laden, voerde een vorkheftruckchauffeur van K+N voortdurend nieuwe pallets met CBL-kratten aan. Dit tot het moment waarop de opleggers compleet vol waren. Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 17:32 uur, was de eerste van de vermoedelijk vijf trekkers met opleggers volledig volgeladen met pallets met daarop CBL-kratten (26 stuks). (…) Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 17:51 uur, was de tweede van de in totaal vijf trekkers met opleggers volgeladen met pallets met daarop CBL kratten (26 stuks). (…) Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 17:57 uur, vertrok de eerdergenoemde zwarte Volvo trekker met daarachter gekoppeld een witkleurige oplegger. De oplegger van deze zwarte Volvo trekker was volledig volgeladen met pallets met daarop CBL kratten(26 stuks). (…) Terwijl de chauffeurs van de trekkers met opleggers bezig waren de pallets met CBL-kratten te laden, voerde een vorkheftruckchauffeur van K+N voortdurend nieuwe pallets met CBL-kratten aan. Dit tot het moment waarop de opleggers compleet vol waren. Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 18:31 uur, waren beide blauwkleurige opleggers (…) volledig geladen met pallets met daarop CBL kratten (2x 26 stuks). Kort daarna vertrokken beide witte (DAF)Trekkers (…). Kort nadat de vijf eerdergenoemde trekkers met opleggers op zaterdag 18 januari 2025 bij het Middelencentrum van K+N waren vertrokken, begon een vorkheftruckchauffeur, in strijd met het verlaadproces, opnieuw met het klaarzetten op het laadbordes van een grote hoeveelheid met pallets met daarop CBL kratten. Dit terwijl er voor die avond geen verladingen met dergelijke volumes van CBL kratten stonden gepland. (…) Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 19:53 uur, kwam de witte (DAF) trekker met daarachter gekoppeld de blauwkleurige oplegger (…) opnieuw aan bij het laadbordes zonder dat de betreffende chauffeur zich bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N had gemeld. (…) Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 20:16 uur, kwamen achter elkaar ook de eerdergenoemde blauwe/witte trekker (…) en de zwarte Volvo trekker (…) voor de twee keer die dag aan bij het Middelencentrum van K+N te Delfgauw/Pijnacker. (…). Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 20:19 uur, reden de blauwe/witte (Volvo) trekker (…) en de zwarte Volvo trekker (…) achterwaarts in de richting van het laadbordes dat vol stond met pallets met daarop CBL kratten. Ook dit keer meldden de beide chauffeurs zich niet bij het Procesbureau (expeditiekantoor) van K+N. (…) Terwijl de chauffeurs van de drie eerdergenoemde trekkers met opleggers met behulp van pompwagens bezig zijn de klaargezette pallets met daarop CBL kratten te laadden, bleef een vorkheftruckchauffeur pallets met daarop CBL kratten aanvoeren c.q. op het laadbordes klaarzetten. (…) Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 20:32 uur, vertrok de witte DAF trekker (…). Dit nadat deze oplegger was volgeladen met pallets met daarop CBL kratten (26 stuks). (…) Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 20:58 uur, vertrok de blauwe/witte (Volvo) trekker (…) bij het laadbordes. Op dat moment was deze oplegger volgeladen met pallets met daarop CBL kratten (26 stuks). Voorafgaande aan dit vertrek was de zwarte Volvo trekker (…) verplaatst naar de meest rechterzijde van het laadbordes (gezien vanuit de betreffende camerapositie). Op dat moment was ook deze oplegger volgeladen met pallets met daarop CBL kratten (26 stuks). (…) Op zaterdag 18 januari 2025, omstreeks 21:35 uur, waren de beide blauwkleurige opleggers (…) volgeladen met pallets met daarop CBL kratten (2x 26 stuks).”

2.9. Uit het Warehouse Management System blijkt niet dat op de bovengenoemde tijdstippen trekkers met opleggers geladen moesten worden. Uit de klokkaartregistratie blijkt dat [verzoeker] ten tijde van de diefstallen op 23 november 2024, 7 december 2024, 15 december 2024, 29 december 2024, 4 januari 2025 en 18 januari 2025 werkte.

2.10. Naar aanleiding van de constateringen op 18 januari 2025 is een politieonderzoek ingesteld op en in de directe omgeving van het terrein van het bij de diefstallen betrokken bedrijf in Zevenbergen. Bij deze grootschalige inzet heeft de politie onder andere de identiteit van de aanwezige personen alsmede de kentekens van de aanwezige voertuigen vastgesteld. Daarnaast is van de aanwezige (externe)personen/verdachten hun communicatiemiddelen in beslag genomen. De politie is blijkens het rapport van I-TEK op dat moment niet overgegaan tot aanhoudingen met als doel om het heimelijke onderzoek in stand te houden en zo tot een eventuele heterdaadsituatie te kunnen komen.

2.11. Op maandag 20 januari 2025 heeft [verzoeker] zich ziekgemeld.

2.12. Op zondag 2 februari 2025 heeft de politie-eenheid diefstal/verduistering van groene EPS-kratten geconstateerd en diverse aanhoudingen onder de medewerkers van K+N verricht, te weten een supervisor en twee andere vorkheftruckchauffeurs.

2.13. Bij brief van 5 februari 2025 is [verzoeker] door K+N uitgenodigd voor een gesprek op 6 februari 2025. Deze brief is op 5 februari 2025 door K+N persoonlijk bij [verzoeker] thuis bezorgd.

2.14. [verzoeker] is niet verschenen op het gesprek van 6 februari 2025. K+N heeft hem tweemaal telefonisch gesproken die dag en erop aangedrongen dat hij zou komen. [verzoeker] is niet op gesprek gekomen.

2.15. Bij brief van 25 februari 2025 aan [verzoeker] heeft K+N een beroep gedaan op verrekening van het nog openstaande loon, vakantiebijslag en vakantiedagen met de gefixeerde schadevergoeding van € 8.780,39.

2.16. [verzoeker] is inmiddels niet meer ziek. Hij heeft een andere baan per 15 mei 2025.

3 Het verzoek en het verweer

3.1. [verzoeker] verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, na wijziging van eis ter zitting:

  1. een verklaring voor recht dat [verzoeker] geen gefixeerde schadevergoeding aan K+N verschuldigd is,

  2. om K+N te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van:

a. een billijke vergoeding gelijk aan drie jaarsalarissen,

b. een vergoeding wegens onregelmatige opzegging gedurende de reguliere opzegtermijn,

c. een transitievergoeding,

d. het openstaande bedrag op de eindafrekening,

  1. om K+N te veroordelen om over te gaan tot het opstellen en toesturen aan [verzoeker] van een correcte eindafrekening ten aanzien van de opgebouwde vakantietoeslag en vakantiedagen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van € 10.000,00 na 4 dagen na het wijzen van deze beschikking,

  2. om K+N te veroordelen tot verval van de werking van het concurrentiebeding en het relatiebeding,

  3. om K+N te veroordelen tot het verstrekken van deugdelijke netto/bruto specificaties, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 500,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00 voor elke dag dat K+N na 4 dagen na het wijzen van de beschikking niet voldoet aan de beschikking;

  4. de wettelijke rente over de hiervoor genoemde bedragen vanaf de opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;

  5. de proceskosten en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.

3.2. Aan dit verzoek legt [verzoeker] het volgende ten grondslag. Het op 6 februari 2025 gegeven ontslag op staande voet is in strijd met art. 7:671 BW. Er is geen sprake van een dringende reden. [verzoeker] betwist zich schuldig te hebben gemaakt aan diefstal. [verzoeker] wist niets van de misstanden. Er is onvoldoende bewijs voor betrokkenheid van [verzoeker] bij de diefstal. Omstandigheden die persoonlijk aan [verzoeker] te wijten zijn ontbreken. Bovendien is het ontslag niet onverwijld gegeven, zijn de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] niet meegenomen en heeft er geen hoor en wederhoor plaatsgevonden. Ook is er ten onrechte een gefixeerde schadevergoeding verrekend door K+N. Omdat K+N in strijd met de regels heeft opgezegd is zij een billijke vergoeding verschuldigd waarbij een inkomensverlies gedurende 3 jaar als uitgangspunt moet worden genomen. Daarnaast moet K+N een vergoeding betalen wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn en een transitievergoeding.

3.3. K+N voert verweer en stelt dat de verzoeken van [verzoeker] moeten worden afgewezen. Zij voert daartoe het volgende aan. [verzoeker] was als supervisor eindverantwoordelijk voor het Buiten Heftruckteam en moest controle uitoefenen op de medewerkers die hun werkzaamheden op de site uitvoeren. Zo moest hij onder andere toezicht houden op het laad- en losproces van CBL- en EPS-kratten dat door de vorkheftruckchauffeurs wordt uitgevoerd en ervoor zorgen dat dit naar behoren verloopt. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden moest hij rondlopen op de site en opdrachten geven aan vorkheftruckchauffeurs die vervolgens starten met het laden of lossen dan wel verplaatsen van de kratten. In zijn functieomschrijving staat beschreven dat van hem wordt verwacht dat hij een functioneel leidinggevende is die onverwachte problemen oplost. Hij diende de processen te overzien waardoor die efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Ook diende hij anderen te instrueren, te begeleiden, te controleren en te corrigeren op de uitvoering van het werk. [verzoeker] heeft daaraan niet voldaan waardoor de grootschalige diefstallen mogelijk zijn geworden. Gebleken is dat deze steeds plaatsvonden op de dagen waarop [verzoeker] werkzaam was. Het is onmogelijk dat hij niet van de diefstallen op de hoogte was. Gebleken is dat op meerdere onderdelen werd afgeweken van het werkproces en de werkinstructie. Het betrof een gang van zaken die ver van de gebruikelijke gang van zaken afstond en daarmee buiten de normale werkzaamheden lagen. Zo was er in strijd met de instructies een 5 meter hoge muur van kratten gebouwd in plaats van slechts 3 kratten hoog. Het bouwen van de muur neemt veel tijd in beslag. Dit is niet verhinderd door [verzoeker] . Er werden kratten op het laadbordes neergezet door heftruckchauffeurs zonder dat er een vrachtwagen klaar stond om te laden en zonder enige melding daarvan in het Warehouse Management System, wat in strijd is met de regels. Ook werden er CBL- en EPS-kratten in het weekend verladen terwijl deze kratten nooit werden geladen in het weekend. Deze kratten worden bovendien nooit buiten het laadbordes/dok verladen en ook niet in witte bakwagens. Het laden van 4 à 5 vrachtwagens zoals op 23 november 2024 en 18 januari 2025 is iets wat een aantal uren duurt. Het is onwaarschijnlijk dat [verzoeker] dit alles niet heeft gezien. Hij werkte al bijna negen jaar op de betreffende locatie, waarvan al vijf jaar in de functie van Supervisor Warehouse. [verzoeker] had zich dus moeten realiseren dat wat er op de site gebeurde fout was. De vastgestelde onregelmatigheden waren dermate afwijkend dat hij had moeten beseffen dat het niet in de haak was en dat hij hierop actie had moeten ondernemen. Dit heeft hij niet gedaan. Dit handelen en/of nalaten is ernstig verwijtbaar, zodanig dat van K+N niet langer gevergd kan worden dat zij de arbeidsovereenkomst voortzet. Het ontslag op staande voet is onverwijld gegeven. Weliswaar is er enige tijd verstreken tussen de eerste constatering van diefstal en het ontslag op staande voet, maar dat was vanwege de omvang van het onderzoek onvermijdelijk. Het ontslag op staande voet is [verzoeker] vervolgens onverwijld meegedeeld. Het ontslag is dan ook rechtsgeldig zodat de verzoeken moeten worden afgewezen. Ten aanzien van de resterende loonvordering doet K+N een beroep op verrekening met haar tegenvordering uit hoofde van schadevergoeding ex art. 7:677 BW.

4 De beoordeling

Onverwijldheid

4.1. [verzoeker] heeft in de eerste plaats aangevoerd dat het ontslag niet onverwijld is gegeven.

4.2. De kantonrechter overweegt hierover het volgende. De eis dat het ontslag op staande voet onverwijld moet worden gegeven brengt niet met zich dat de werkgever meteen na het ontstaan van een vermoeden van een dringende reden tot het ontslag moet overgaan. De werkgever mag enige tijd in acht nemen om onderzoek te doen en om juridisch advies in te winnen. Wel moet de werkgever daarbij voldoende voortvarend handelen.

4.3. Bij de beoordeling van de vraag of K+N voldoende voortvarend is geweest, is relevant dat een omvangrijk onderzoek heeft plaatsgevonden dat mede was gericht op het oprollen van de organisatie achter de diefstal. Aannemelijk is dat het onderzoek in gevaar gebracht zou kunnen worden als K+N in een eerder stadium (bijvoorbeeld kort na 23 november 2024) arbeidsrechtelijke maatregelen had getroffen. Dit zou immers tot argwaan van de achter de verduistering zittende personen hebben geleid. K+N had dan ook een groot belang om het onderzoek voort te zetten, zoals ook blijkt uit de diefstallen die daarna nog hebben plaatsgevonden. Dat K+N toen, ondanks de bevindingen, nog niet tot ontslag is overgegaan, kan onder die omstandigheden daarom niet afdoen aan de onverwijldheid. Na de diefstal op 18 januari 2025 is een politieonderzoek gestart. Om het onderzoek heimelijk te kunnen vervolgen hebben op dat moment geen aanhoudingen plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot het op heterdaad betrappen van een diefstal op 2 februari 2025. Vanaf dat moment konden aanhoudingen plaatsvinden en zijn medewerkers van K+N door de politie gehoord. Op donderdag 6 februari 2025 is een gesprek met [verzoeker] en andere medewerkers gepland om iedereen tegelijkertijd te kunnen horen. Na het geplande gesprek op 6 februari 2025, waar [verzoeker] niet is verschenen, heeft het ontslag op staande voet plaatsgevonden. De kantonrechter is van oordeel dat K+N hiermee, gezien het belang en de omvang van het onderzoek, voldoende voortvarend heeft gehandeld. Aan het vereiste van onverwijldheid is dan ook voldaan.

4.4. Het ontslag op staande voet is op 6 februari 2025 aan [verzoeker] meegedeeld met de brief van gelijke datum. Daarmee is ook voldaan aan de vereiste onverwijlde mededeling.

Hoor en wederhoor

4.5. Vaststaat dat [verzoeker] is uitgenodigd voor een gesprek met I-TEK op 6 februari 2025 en dat hij hiervan op de hoogte was. De schriftelijke uitnodiging daarvoor is immers bij hem thuis bezorgd en hij is er twee keer over gebeld, waarbij hem dringend is verzocht te komen. [verzoeker] is niet gekomen, naar eigen zeggen omdat hij onderweg was naar een dringende afspraak. De kantonrechter overweegt dat [verzoeker] de stelling dat hij vanwege een dringende afspraak verhinderd was niet heeft onderbouwd. Maar ook als hij door K+N niet voldoende in de gelegenheid is gesteld om gehoord te worden, brengt dat niet met zich dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig zou zijn. Het toepassen van hoor en wederhoor is daarvoor geen vereiste.

Dringende reden

4.6. Vervolgens moet worden beoordeeld of er een dringende reden voor ontslag op staande voet is. Als dringende reden in de zin van artikel 7:677 lid 1 BW worden op grond van het bepaalde in artikel 7:678 lid 1 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren in de eerste plaats te worden betrokken de aard en ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, en verder onder meer de aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer deze heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals de leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet zou hebben.

4.7. Vaststaat dat [verzoeker] op 23 november 2024, 7 december 2024, 12 december 2024, 29 december 2024 en 18 januari 2025 heeft gewerkt en dat op die dagen grootschalige diefstallen van kratten hebben plaatsgevonden. I-TEK heeft niet vastgesteld dat [verzoeker] zelf aan de diefstallen heeft meegeholpen. Hij bestuurde geen heftruck en hij is niet gezien in de buurt van het laadbordes. Naar het oordeel van kantonrechter heeft K+N echter voldoende onderbouwd en aangetoond dat [verzoeker] op de hoogte moet zijn geweest van de diefstallen en dat hij, voor zover hij er zelf niet bij betrokken was, in elk geval heeft nagelaten om in te grijpen of om het te melden. [verzoeker] was als supervisor verantwoordelijk voor het laadproces en moest hier toezicht op houden. Zeker in het weekend waarin er maar één supervisor aanwezig was, moest hij dit in de gaten houden. Dat heeft hij niet, althans onvoldoende, gedaan. Gezien de grootschaligheid van de diefstallen en het op meerdere punten niet naleven van de instructies is dit zodanig verwijtbaar dat het een dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert. De kantonrechter overweegt daartoe het volgende.

4.8. Uit het rapport van I-TEK blijkt dat er op zaterdag 23 november 2024 gedurende 7,5 uur activiteiten hebben plaatsgevonden die sterk afwijken van de normale werkinstructies, zoals het laden van kratten op het dok zonder vrachtwagen aan het dok, het aan- en afrijden van vrachtwagens zonder dat er een order was in het Warehouse management System en het verplaatsen en laden van kratten die niet in het weekend geladen werden. Verder staat vast dat de waarde van de op die dag gestolen kratten maximaal € 350.000,00 bedraagt, waarmee ook een indicatie wordt gegeven van het enorm grote aantal kratten dat die dag is verduisterd/gestolen. Ook op 7 en 15 december 2024 zijn er kratten gestolen terwijl [verzoeker] als enige supervisor aanwezig was. Beide keren hebben de heftruckchauffeurs in strijd met de instructies kratten verplaatst, terwijl er geen vrachtwagen aanwezig was, er geen melding in het Warehouse management System was en ook geen vervoerbewijs was. Op 22 december was er een muur van kratten gebouwd die op in opdracht van de QSHE-manager was verlaagd omdat er maximaal drie kratten op elkaar gestapeld mogen worden. Op zondag 29 december 2024 bleek een nieuwe muur van zwarte kratten van 5 meter hoog te zijn gebouwd. Achter die muur stonden groene kratten, kennelijk met het doel ze aan het oog te onttrekken. De hele gang van zaken week zozeer af van de gebruikelijke werkwijze dat het onmogelijk is dat [verzoeker] dit niet heeft gezien. Ook op zaterdag 4 januari 2025 heeft in aanwezigheid van [verzoeker] een grootscheepse diefstal van kratten plaatsgevonden en dat geldt ook voor zaterdag 18 januari 2025.

4.9. Dat [verzoeker] , zoals hij ter zitting heeft aangevoerd, tijdens zijn werk wel zijn rondje deed en keek waar er misstanden waren, maar dat hem niets is opgevallen, komt weinig aannemelijk voor gelet op de gang van zaken zoals die uit het rapport blijkt. [verzoeker] heeft geen overtuigende verklaring kunnen geven voor het feit dat hij als ervaren supervisor niet heeft gezien dat op meerdere punten werd afgeweken van het werkproces en dat op grote schaal kratten in vrachtwagens werden geladen zonder dat daarvoor opdracht was gegeven. Voor zover de afwijkende gang van zaken hem niet is opgevallen, is hij ernstig tekortgeschoten in zijn taak om toezicht te houden zozeer dat dit als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. In beide gevallen is sprake van een dringende reden voor ontslag op staande voet.

4.10. Dat sprake is van een negenjarig dienstverband waarin [verzoeker] naar behoren heeft gefunctioneerd en dat het ontslag op staande voet ingrijpende gevolgen voor hem heeft, doet daaraan gelet op de aard van de dringende reden onvoldoende af. Het ontslag op staande voet blijft dan ook in stand en de verzochte vergoedingen worden afgewezen.

4.11. Datzelfde geldt voor het verzochte loon over de periode 1 tot 6 februari 2025 en de betaling van vakantiebijslag en niet-genoten vakantiedagen. K+N heeft namelijk voldoende onderbouwd dat zij een voor verrekening vatbaar tegenverzoek heeft te zake van schadevergoeding ex art. 7:677 BW die hoger is dan het resterende loonverzoek.

Proceskosten

4.12. Het voorgaande betekent dat de verzoeken van [verzoeker] worden afgewezen en dat hij als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten aan de kant van K+N moet betalen. Deze worden begroot op € 928,-, bestaande uit € 793,- aan salaris gemachtigde en € 135,- aan nakosten.

5 De beslissing

De kantonrechter:

5.1. wijst de verzoeken af,

5.2. veroordeelt [verzoeker] in de kosten van de procedure die aan de kant van K+N worden begroot op € 928,-, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [verzoeker] niet tijdig aan die veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet hij ook de kosten van betekening betalen,

5.3. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. D. Jongsma en uitgesproken ter openbare zitting van 23 juli 2025.