Terug naar bibliotheek
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13857 - Rechtbank Den Haag - 15 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2025:1385715 juli 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Team Familie
Zaaksgegevens: C/09/687769 / JE RK 25-1168
Datum uitspraak: 15 juli 2025
in de zaak naar aanleiding van het op 2 juli 2025 ingekomen verzoekschrift van:
de gecertificeerde instelling,
hierna: LJ&R
over:
** - [minderjarige 1] ,**geboren op [geboortedatum 1] 2019 in [geboorteplaats] ,
hierna: [minderjarige 1] ,
** - [minderjarige 2] ,**geboren op [geboortedatum 2] 2021 in [geboorteplaats] ,
hierna: [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
hierna: de moeder;
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Erkens te Den Haag.
hierna: de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
hierna: de pleegouders,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlagen.
Op 10 juli 2025 heeft de kinderrechter de zaak gecombineerd met het door de moeder aanhangig gemaakte kort geding (C/09/687075 KG ZA 25-593) ter zitting met gesloten deuren behandeld. Op de zitting zijn verschenen: - [naam 1] en mr. R. van de Watering namens LJ&R; - de moeder bijgestaan door haar advocaat; - [naam 2] , de begeleider van de moeder; - de vader; - de pleegouders.

Feiten

Verzoek en verweer

De gecertificeerde instelling verzoekt – uitvoerbaar bij voorraad – op grond van artikel 1:162b Burgerlijk Wetboek (BW) een beslissing te nemen op het onderhavige geschil, te weten het inhalen van de omgangsmomenten die niet plaats kunnen vinden tijdens de vakantie.
De ouders zijn het niet eens met het besluit van LJ&R.

Beoordeling

LJ&R heeft de pleegouders toestemming gegeven voor een vakantie met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] van 24 juli tot en met 19 augustus 2025. Dit betekent dat de begeleide omgang tussen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en hun ouders in de weken 31, 32 en 33 niet door kan gaan. De ouders hebben voorgesteld of de gemiste omgangsmomenten kunnen worden ingehaald en of tweemaal per week videobellen met de kinderen tijdens de vakantie mogelijk is. LJ&R heeft het besluit genomen om geen videobelmomenten met de ouders te organiseren tijdens deze vakantie en LJ&R ziet ook geen ruimte om – ter compensatie – meer omgangsmomenten in de overige vakantieweken te organiseren.
Het geschil tussen de ouders en LJ&R over de omgangsmomenten in de zomervakantie is aan de rechtbank voorgelegd. Het verzoek van LJ&R heeft de kinderrechter samen met het door de moeder aanhangig gemaakte kort geding op zitting behandeld, omdat in beide procedures hetzelfde geschil voorligt. De rechtbank zal in de kort gedingprocedure een vonnis wijzen. Daarom is de kinderrechter van oordeel dat er geen belang is om ook in deze geschillenprocedure te beslissen op het verzoek. Dat betekent dat de kinderrechter het verzoek van LJ&R afwijst.

Beslissing

De kinderrechter:
wijst het verzoek af.