Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 14. Het gezag over minderjarige kinderen
Afdeling 4. Ondertoezichtstelling van minderjarigen
Artikel 262b

Artikel 262b (Geschillen uitvoering ondertoezichtstelling kinderrechter)

Laatste versie

Geschillen die de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreffen, die omtrent gedragingen als bedoeld in artikel 4.2.1 van de Jeugdwet, uitgezonderd, kunnen aan de kinderrechter worden voorgelegd. De kinderrechter neemt op verzoek van een met het gezag belaste ouder, de minderjarige van twaalf jaar of ouder, de gecertificeerde instelling, degene die de minderjarige als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, of de zorgaanbieder of de aanbieder van de jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, waar de minderjarige is geplaatst, een zodanige beslissing als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt. Hij beproeft alvorens te beslissen een vergelijk tussen de betrokkenen.

Uitleg in duidelijke taal

Geschillen die de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreffen, die omtrent gedragingen als bedoeld in artikel 4.2.1 van de Jeugdwet, uitgezonderd, kunnen aan de kinderrechter worden voorgelegd. De kinderrechter neemt op verzoek van een met het gezag belaste ouder, de minderjarige van twaalf jaar of ouder, de gecertificeerde instelling, degene die de minderjarige als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, of de zorgaanbieder of de aanbieder van de jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, waar de minderjarige is geplaatst, een zodanige beslissing als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt. Hij beproeft alvorens te beslissen een vergelijk tussen de betrokkenen.

Dit artikel stelt dat geschillen die betrekking hebben op de uitvoering van de ondertoezichtstelling, aan de kinderrechter kunnen worden voorgelegd. Een uitzondering hierop vormen geschillen over gedragingen zoals omschreven in artikel 4.2.1 van de Jeugdwet; deze vallen hierbuiten en kunnen dus niet op grond van dit artikel aan de kinderrechter worden voorgelegd. De kinderrechter neemt, op verzoek van een van de hieronder genoemde partijen, een beslissing die hem in het belang van de minderjarige wenselijk lijkt. De partijen die een verzoek kunnen indienen zijn:

  • een ouder die met het gezag belast is,
  • de minderjarige van twaalf jaar of ouder,
  • de gecertificeerde instelling,
  • degene die de minderjarige als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt,
  • of de zorgaanbieder of de aanbieder van jeugdhulp (zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet) waar de minderjarige geplaatst is. Voordat de kinderrechter een beslissing neemt, probeert hij een vergelijk (schikking) tussen de betrokkenen te bewerkstelligen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

10 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2025:825 - Parket bij de Hoge Raad - 25 juli 2025

ECLI:NL:PHR:2025:82525 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2341 - Gerechtshof Amsterdam - 9 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:23419 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5135 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:513530 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13855 - Rechtbank Den Haag - 15 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1385515 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHARL:2025:4094 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 3 juli 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:40943 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2163 - Gerechtshof Amsterdam - 12 augustus 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:216312 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4780 - Rechtbank Midden-Nederland - 1 augustus 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:47801 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2052 - Gerechtshof Amsterdam - 22 juli 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:205222 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4044 - Rechtbank Midden-Nederland - 21 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:404421 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13857 - Rechtbank Den Haag - 15 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1385715 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht