Uitspraak inhoud

vonnis

Team Handel

zaaknummer / rolnummer: C/09/663162 / HA ZA 24-256

Vonnis van 22 mei 2024

in de zaak van

1 [eiser 1] [woonplaats 1] ,

2. [eiser 2] te [woonplaats 2] ,

3. [eiser 3] te [woonplaats 3] ,

4. [eiser 4] te [woonplaats 4] ,

eisers, na verwijzing door de kantonrechter geen advocaat gesteld,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon CAK te Den Haag, gedaagde, advocaat: mr. H.A. Bravenboer te Rotterdam.

1 De procedure

1.1. Eisers hebben gedaagde op 24 oktober 2023 gedagvaard om te verschijnen voor de kantonrechter van deze rechtbank. Zij dienden de dagvaarding in (met zes producties) bij team Kanton. De zaak kreeg daar nummer 10780515 \ RL EXPL 23-18124. Gedaagde heeft schriftelijk verweer gevoerd met een conclusie van antwoord (met negen producties). De kantonrechter heeft een mondelinge behandeling van de zaak gehouden op 26 januari 2024.

1.2. Op 14 februari 2024 heeft de kantonrechter een vonnis gewezen in deze zaak. Hij oordeelde dat hij niet bevoegd is om over de vordering te beslissen en verwees de zaak naar de rolzitting van 27 maart 2024 van team Handel. Daar kreeg de zaak het nummer dat boven dit vonnis staat. In het verwijzingsvonnis zijn partijen erop gewezen dat zij in de procedure bij Team Handel moeten worden vertegenwoordigd door een advocaat.

  • 1.3. Op 27 maart 2024 heeft zich namens gedaagde een advocaat gesteld bij Team Handel. Namens eisers niet. Ook niet op 10 april 2024. Gedaagde heeft vervolgens op de rolzitting van 22 april 2024 om vonnis gevraagd.

2 De feiten

2.1. De Sociale Verzekeringsbank heeft de gegevens van eisers aan gedaagde doorgegeven, nadat uit bestandsvergelijkingen is gebleken dat eisers geen zorgverzekeringen hebben en niet zijn uitgesloten van de verzekeringsplicht van artikel 2, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw).

2.2. Gedaagde heeft ieder der eisers een schriftelijke aanmaning gestuurd en twee bestuurlijke boetes opgelegd. Uiteindelijk heeft gedaagde op naam van eisers zorgverzekeringen afgesloten, omdat eisers hebben nagelaten om dit binnen de door gedaagde gestelde termijnen zelf te doen.

3 Het geschil

3.1. Eisers vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad: Primair: 1. het per direct verbieden voor het afsluiten van een persoonlijk contract bij een zorgverzekeraar namens een derde partij zonder persoonlijke toestemming van de derde partij. Op last van een dwangsom van een nog nader te bepalen waarde; Subsidiair: 2. het per direct nietig verklaren van de onrechtmatige contracten bij een zorgverzekeraar die zonder persoonlijke toestemming is afgesloten door gedaagde. Op last van een dwangsom van een nog nader te bepalen waarde; 3. een verklaring voor recht dat alleen de wettige drager van de persoonsnaam (zijnde de enig bevoegde om zich te mogen identificeren met die persoonsnaam) een civiel contract af mag sluiten namens diens persona, tenzij de wettige drager uitdrukkelijk zijn persoonlijke toestemming hiertoe alreeds heeft verleend waarin deze voorafgaand akkoord is gegaan met de algemene voorwaarden van dit contract.

3.2. Eisers leggen aan de vorderingen ten grondslag dat (i) gedaagde door het doen uitgeven van opdrachten tot het aangaan van een contractuele verbintenis op naam van een derde partij zonder diens voorafgaand wilsverklaren een onrechtmatige overheidsdaad en strafbare feiten pleegt, (ii) dat gedaagde onrechtmatig persoonsgegevens verhandelt in strijd met de Algemene Verordening Gegevensbescherming, (iii) dat de Zvw in strijd is met artikel 22 lid 1 van de Grondwet en derhalve rechtens niet uitvoerbaar is en tevens ondergeschikt is aan de Grondwet en (iv) dat het handelen van gedaagde in strijd is met het recht op eerbiediging van het privéleven conform artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

3.3. Gedaagde voert verweer en verzoekt de rechtbank alle vorderingen van eisers af te wijzen, met veroordeling van eisers in de proceskosten. Zij wijst er kort gezegd op dat er een wettelijke grondslag is voor het afsluiten van een zorgverzekering voor mensen die niet zelf een zorgverzekering afsluiten en dat al eerder is geoordeeld dat de verzekeringsplicht niet in strijd is met de wet of de grondrechten.

3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1. De procedure is door de kantonrechter naar Team Handel verwezen op grond van artikel 71 Rv, waarbij de kantonrechter partijen er op heeft gewezen dat zij op grond van artikel 79 Rv verplicht zijn om zich bij Team Handel te laten vertegenwoordigen door een advocaat.

4.2. Uit de wetsgeschiedenis van artikel 71 Rv volgt dat vóór de verwijzing verrichte proceshandelingen na verwijzing geldig blijven. Een eenmaal in het geding verschenen partij wordt daarom ook ok na verwijzing aangemerkt als een in het geding verschenen partij, ook als hij bij Team Handel niet is verschenen met een advocaat. De rechtbank behandelt de zaak verder in de stand waarin die zich op het moment van verwijzen bestond, maar daarbij geldt dat partijen die niet met een advocaat verschijnen geen geldige verdere proceshandelingen meer kunnen verrichten. Voor deze zaak betekent dit dat eisers de kans hebben laten voorbijgaan om in te gaan op de verweren van gedaagde en hun vordering verder toe te lichten en te onderbouwen.

4.3. In deze zaak slaagt het verweer. Gedaagde heeft onderbouwd en op goede gronden aangevoerd dat er een wettelijke grondslag is voor haar handelen en dat dit niet onrechtmatig is. Dat hebben eisers niet weerlegd en daarom moet hun vordering worden afgewezen.

4.4. Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van gedaagde worden begroot op € 688,- aan griffierecht en € 1.228,- aan salaris advocaat (2 punten x tarief II € 614,-) en € 178 (plus verhoging bij betekening van het vonnis) aan nakosten. Dat is in totaal € 2.094,-.

5 De beslissing

De rechtbank

5.1. wijst de vorderingen af;

5.2. veroordeelt eisers in de proceskosten, aan de zijde van gedaagde begroot op € 2.094,- te betalen binnen veertien dagen na aanschrijven daartoe. Als eisers niet tijdig aan de veroordeling voldoen en het vonnis daarna wordt betekend, dan moeten eisers € 92,- extra betalen, plus de kosten van betekening.

Dit vonnis is gewezen door mr. P. Dondorp en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2024.[1]

type: 3416


Voetnoten

type: 3416