Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. De plicht tot het sluiten van een zorgverzekering
Paragraaf 2.1. De verzekeringsplicht
Artikel 2

Artikel 2

Laatste versie

1. Degene die ingevolge de Wet langdurige zorg en de daarop gebaseerde regelgeving van rechtswege verzekerd is, is verplicht zich krachtens een zorgverzekering te verzekeren of te laten verzekeren tegen het in artikel 10 bedoelde risico.

2. In afwijking van het eerste lid is niet verzekeringsplichtig:

a. de militaire ambtenaar in werkelijke dienst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a juncto onderdeel b, van de Wet ambtenaren defensie, alsmede de militair aan wie buitengewoon verlof met behoud van militaire inkomsten is verleend; b. de natuurlijke persoon die op grond van artikel 64, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen is ontheven van de verplichtingen, opgelegd op grond van de Wet langdurige zorg.

3. Degene die het gezag over een minderjarige, jonger dan achttien jaar, uitoefent, een curator, een bewindvoerder of een mentor als bedoeld in de titels 16, 19 of 20 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, zorgt ervoor dat de minderjarige verzekeringsplichtige, dan wel de onder curatele, bewind of mentorschap gestelde verzekeringsplichtige krachtens een zorgverzekering verzekerd is.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:10903 - Rechtbank Rotterdam - 19 september 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:1090319 september 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:3496 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 20 mei 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:349620 mei 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:900 - Rechtbank Midden-Nederland - 5 februari 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:9005 februari 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:442 - Rechtbank Midden-Nederland - 9 januari 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:4429 januari 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:3404 - Rechtbank Overijssel - 27 juni 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:340427 juni 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Den Haag3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHDHA:2024:1101 - Gerechtshof Den Haag - 10 juni 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:110110 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:1067 - Rechtbank Rotterdam - 19 februari 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:106719 februari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:8554 - Rechtbank Den Haag - 21 mei 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:855421 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:3451 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 mei 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:345121 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:2525 - Rechtbank Limburg - 14 mei 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:252514 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak