Uitspraak inhoud

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

zaaknummer: NL23.21871

V-nummer: [nummer] [naam eiser II], eiser II samen: eisers (gemachtigde: mr. A. Darrazi),

en

(gemachtigde: D. Meier).

Procesverloop

Eisers hebben op 28 juli 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun bezwaarschrift tegen de afwijzing van de aanvraag voor een visum voor kort verblijf ten behoeve van eiser I.

Bij besluit van 31 oktober 2023 heeft verweerder alsnog een visum voor kort verblijf aan eiser I verleend.

Desgevraagd hebben eisers meegedeeld het beroep te handhaven. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb[1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Voor zover het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op het bezwaar van eisers, dient te worden vastgesteld dat met de inwilliging van deze aanvraag aan het beroep is tegemoetgekomen zodat eisers gelet op artikel 6:20, derde lid, van de Awb in zoverre geen procesbelang meer hebben.

2. Eisers hebben op 30 maart 2023 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van de aanvraag voor een visum voor kort verblijf. Verweerder moet uiterlijk binnen negentien weken een beslissing op bezwaar nemen. Dit is gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken. [2] Verder heeft verweerder in zijn brief van 4 april 2023 meegedeeld dat hij de beslistermijn met zes weken heeft verdaagd.[3] Eiser heeft verweerder op 12 juli 2023, ontvangen op 13 juli 2023, in gebreke gesteld. Dat betekent dat op het moment van de ingebrekestelling de beslistermijn nog niet was verstreken, waardoor de ingebrekestelling te vroeg is ingediend.

3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat daarom geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De uitspraak is bekendgemaakt op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak? Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 72, tweede lid en artikel 76, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw)

Op grond van artikel 7:10, derde lid, van de Awb.


Voetnoten

Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 72, tweede lid en artikel 76, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw)

Op grond van artikel 7:10, derde lid, van de Awb.