Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 6. Algemene bepalingen over bezwaar en beroep
Afdeling 6.2. Overige algemene bepalingen
Artikel 6:20

Artikel 6:20 (Beroep tegen niet tijdig nemen besluit)

Laatste versie

1. Indien het beroep zich richt tegen het niet tijdig nemen van een besluit, blijft het bestuursorgaan verplicht dit besluit te nemen, tenzij de belanghebbende daarbij als gevolg van de beslissing op het beroep geen belang meer heeft.

2. Het bestuursorgaan stelt een besluit als bedoeld in het eerste lid onverwijld ter beschikking aan het orgaan waarbij het beroep aanhangig is.

3. Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit heeft mede betrekking op het alsnog genomen besluit, tenzij dit geheel aan het beroep tegemoet komt.

4. De beslissing op het beroep kan echter worden verwezen naar een ander orgaan waarbij bezwaar of beroep tegen het alsnog genomen besluit aanhangig is, dan wel kan of kon worden gemaakt of ingesteld.

5. Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan alsnog gegrond worden verklaard, indien de indiener van het beroepschrift daarbij belang heeft.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien het beroep zich richt tegen het niet tijdig nemen van een besluit, blijft het bestuursorgaan verplicht dit besluit te nemen, tenzij de belanghebbende daarbij als gevolg van de beslissing op het beroep geen belang meer heeft.

Dit lid stelt dat wanneer een beroep is ingediend omdat een bestuursorgaan niet op tijd een besluit heeft genomen, het bestuursorgaan verplicht blijft dit besluit alsnog te nemen. Dit geldt niet als de belanghebbende als gevolg van de beslissing op het beroep geen belang meer heeft bij het alsnog nemen van het besluit.

2. Het bestuursorgaan stelt een besluit als bedoeld in het eerste lid onverwijld ter beschikking aan het orgaan waarbij het beroep aanhangig is.

Dit lid bepaalt dat het bestuursorgaan een besluit, zoals bedoeld in het eerste lid (dus een besluit dat alsnog is genomen), onmiddellijk (onverwijld) ter beschikking moet stellen aan het orgaan waarbij het beroep in behandeling is (aanhangig is).

3. Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit heeft mede betrekking op het alsnog genomen besluit, tenzij dit geheel aan het beroep tegemoet komt.

Dit lid geeft aan dat het beroep dat is ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit, mede betrekking heeft op het besluit dat alsnog is genomen. Een uitzondering hierop is wanneer dit alsnog genomen besluit geheel tegemoetkomt aan het beroep.

4. De beslissing op het beroep kan echter worden verwezen naar een ander orgaan waarbij bezwaar of beroep tegen het alsnog genomen besluit aanhangig is, dan wel kan of kon worden gemaakt of ingesteld.

Dit lid stelt dat de beslissing op het beroep (tegen het niet tijdig nemen van een besluit) echter kan worden verwezen naar een ander orgaan. Dit is mogelijk als bij dat andere orgaan bezwaar of beroep tegen het alsnog genomen besluit aanhangig is, of als bezwaar of beroep daar kan of kon worden gemaakt of ingesteld.

5. Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan alsnog gegrond worden verklaard, indien de indiener van het beroepschrift daarbij belang heeft.

Dit lid bepaalt dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit alsnog gegrond kan worden verklaard, op voorwaarde dat de indiener van het beroepschrift daarbij belang heeft.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:494

ECLI:NL:HR:2019:4945 april 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AU4298

ECLI:NL:HR:2005:AU429814 oktober 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AR3504

ECLI:NL:HR:2004:AR35048 oktober 2004Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1

ECLI:NL:HR:2017:16 januari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1365

ECLI:NL:HR:2013:136529 november 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:517

ECLI:NL:HR:2019:5175 april 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:495

ECLI:NL:HR:2019:4955 april 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:501

ECLI:NL:HR:2019:5015 april 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:499

ECLI:NL:HR:2019:4995 april 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:520

ECLI:NL:HR:2019:5205 april 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak