Terug naar bibliotheek
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6500 - OR Waternet: Wijziging van vergoeding wachtdienst is een instemmingsplichtig beloningssysteem - 4 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBAMS:2025:65004 september 2025

Essentie

De Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de overgang naar uitbetaling van wachtdienstvergoeding op realisatiebasis een wijziging van een beloningssysteem is (art. 27 lid 1 sub c WOR). Omdat de cao de wijze van uitbetaling niet uitputtend regelt, is instemming van de ondernemingsraad vereist en wordt deze niet onredelijk onthouden.

Rechtsgebieden

Civiel RechtArbeidsrecht

Genoemde wetsartikelen

Uitspraak inhoud

RECHTBANK AMSTERDAM

Civiel recht Kantonrechter

Zaaknummer / rekestnummer: 11605297 \ EA VERZ 25-300 Func. 33494

Beschikking van 4 september 2025

in de zaak van

DE ONDERNEMINGSRAAD VAN STICHTING WATERNET, gevestigd te Amsterdam, verzoekende partij, hierna te noemen: de OR, gemachtigde: mr. M. Nolet,

tegen

de stichting STICHTING WATERNET, gevestigd te Amsterdam, verwerende partij, hierna te noemen: Waternet, gemachtigde: mr. H.A.E. van Soest.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het verzoekschrift van 18 maart 2025, met producties;

  • het verweerschrift, met producties, tevens houdende een tegenverzoek;

  • de brief van 7 augustus 2025 met aanvullende producties van de OR.

1.2. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 augustus 2025. Voor de OR is verschenen [naam 1] , voorzitter, vergezeld door de gemachtigde en vijf toehoorders. Voor Waternet zijn verschenen [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] . vergezeld door de gemachtigde. Partijen hebben hun standpunten toegelicht, mede aan de hand van een pleitnota, en vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is een datum voor beschikking bepaald.

2 De feiten

2.1. Waternet is de uitvoeringsorganisatie voor het waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam. Zij draagt zorg voor de vitale infrastructuur waaronder de waardeketen drinkwater, afvalwater en watersystemen.

2.2. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden zijn wachtdiensten ingericht. Waternet heeft ruim 2200 medewerkers waarvan 420 wachtdiensten lopen in verschillende wachtdienstgroepen. In de cao Werken voor Waterschappen 2025-2026 (verder: de cao), die een standaardkarakter heeft, staat de definitie van een wachtdienst:Wachtdienst**Het buiten de voor de werknemer geldende werktijden in opdracht van de werkgever verplicht bereikbaar en beschikbaar zijn om te werken. Hierover worden door werkgever en werknemer schriftelijke afspraken gemaakt. Werkzaamheden als gevolg van een wachtdienst worden opgenomen of betaald op basis van een toeslag conform artikel 3.1.16, lid 6 van de cao.

2.3. In 2024 waren de wachtdiensten nog onderverdeeld in een lichte en een zware wachtdienst, die respectievelijk conform 5% en 10% van het maximum van salarisschaal 9 werd uitbetaald. Uitbetaling vond steeds plaats door middel van een vaste maandelijkse betaling. De berekening van de maandelijkse vergoeding ging als volgt: de vergoeding over het totale aantal uren wachtdienst waarvoor een werknemer over het hele jaar ingeroosterd werd (dat rooster wordt in oktober van enig jaar voor het daaropvolgende jaar gemaakt), werd gedeeld door 12 en maandelijks vergoed, ongeacht of er die maand een wachtdienst was gedraaid of sprake was van een maand zonder wachtdienst, of verlof of ziekte. Deze werkwijze volgde uit de in 2020 reeds vervallen Uitvoeringsregeling bij Wacht- en bereikbaarheidsdiensten (opgesteld onder de Sectorale Arbeidsvoorwaardenregeling Waterschappen (SAW) die tot 1 januari 2020 gold), welke werkwijze tot 2025 steeds is voortgezet. Per april 2024 is het vervallen van de Uitvoeringsregeling bekrachtigd bij DV besluit (directievoorstel).

2.4. Op 25 november 2024 heeft Waternet een voorstel voor een nieuwe wachtdienstregeling ter afstemming voorgelegd aan de OR, met beoogde ingangsdatum 1 januari 2025. Eén van de wijzigingen in dat voorstel is betaling van de wachtdiensten op realisatiebasis, en dus achteraf, nadat de wachtdienst is gelopen.

2.5. Op 4 december 2024 heeft Waternet de OR geïnformeerd dat de Vereniging Werken voor Waterschappen (verder: VWVW) en de vakbonden het onderscheid tussen lichte en zware wachtdiensten laten vervallen en er één standaard toelage voor wachtdiensten wordt ingevoerd van 10% van het maximum van salarisschaal 9. Bij brief van 23 december 2024 heeft Waternet de OR geïnformeerd over de consequenties van de cao wijziging. In deze brief komt ook de wijze van uitbetaling aan de orde:*De belangrijkste aanpassing ziet op de indeling in lichte en zware wachtdiensten: deze komt te vervallen. De toelage voor een week wachtdienst wordt 10% van het maximum van schaal 9. De overige afspraken waaronder het maximaal aantal wachtdiensten per jaar blijft gehandhaafd, alsmede de betaling van de wachtdienstvergoeding op realisatiebasis zoals benoemd in het DV voorstel (nummer 24-301). De definitieve cao tekst moet nog worden vastgesteld.*Door invoering van de nieuwe bepalingen zoals die door de sociale partners zijn vastgesteld, wordt de indeling vereenvoudigd (er is geen onderscheid meer) en de hoogte en wijze van de betaling van de wachtdienstvergoeding voor alle wachtdienstgroepen gelijkgetrokken. Waternet dient de wachtdienstregeling per 1 januari 2025 in te richten conform de nieuwe cao bepalingen.

2.6. Per brief van 30 december 2024 heeft de OR laten weten gedeeltelijk in te stemmen met het voorgenomen besluit, maar (onder meer) niet in te stemmen met de uitbetaling op realisatiebasis.

2.7. Per brief van 17 januari 2025 heeft Waternet zich op het standpunt gesteld dat zij geen instemming behoeft voor de uitbetaling van de wachtdiensten op realisatiebasis, en dat dit onderwerp bovendien inhoudelijk uitputtend in de cao is geregeld, en dat uitbetaling per maand niet meer mogelijk is op basis van de huidige (standaard)cao. De uitbetaling op realisatiebasis wordt door Waternet vanaf 1 januari 2025 uitgevoerd. Het verzoek van de gemachtigde van de OR aan Waternet om zich te onthouden van de in- en uitvoering van de nieuwe regeling is door de gemachtigde van Waternet afgewezen.

2.8. Op 18 maart 2025 heeft de OR onderhavig verzoekschrift ingediend.

2.9. Op 27 maart 2025 heeft Waternet een brief gestuurd aan de OR met daarin:“Vanwege de juridische procedure waarbij de OR Waternet in rechte betrekt om het instemmingsrecht af te dwingen met betrekking tot de invoering van de maandelijkse betaling van de wachtdienstvergoeding op realisatiebasis, wordt het onderhavige voorstel ter instemming voorgelegd aan de OR. Conform artikel 27 van de WOR.”

2.10. Partijen hebben overleg gehad om te bezien of zij in onderling overleg een oplossing konden bereiken, maar zijn daar niet in geslaagd.

3 Het geschil

3.1. De OR verzoekt – na wijziging van haar verzoek ter zitting – primair om voor recht te verklaren dat aan de OR een bovenwettelijk instemmingsrecht is gegeven over het besluit tot invoering van de regeling uitbetaling op realisatiebasis, en om Waternet te verbieden uitvoering te (blijven) geven aan de nieuwe regeling omtrent de betaling van de wachtdienstvergoeding op realisatiebasis. Subsidiair verzoekt zij om een verklaring voor recht dat het beluit tot invoering van de regeling uitbetaling op realisatiebasis instemmingsplichtig is, met eveneens een verbod om het beluit uit te voeren. Op basis van de wet is volgens de OR sprake van instemmingsrecht. De nieuwe wachtdienstregeling wijzigt niet alleen de betalingsfrequentie, maar ook de wijze waarop de wachtdienstvergoeding wordt berekend, en daarmee valt het onder een wijziging van het beloningssysteem, hetgeen instemmingsplichtig is als bedoeld in artikel 27 lid 1 sub c Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Dit onderdeel is niet uitputtend in de cao geregeld, omdat bij cao alleen de hoogte van de vergoeding is geregeld en niet wordt voorgeschreven hoe de wachtdienst wordt berekend. In de oude regeling ging het om een vast maandelijks bedrag, hetgeen past bij de structurele aard van de diensten. Voorts geeft de oude werkwijze duidelijkheid voor het aanvragen van een hypotheek. In de nieuwe regeling fluctueert de vergoeding, wordt per aantal gelopen uur betaald en wordt tijdens verlof en ziekte niet doorbetaald, omdat de wachtdienst dan niet is gerealiseerd. Door deze wijze van berekening, oftewel het beloningssysteem, gaat de werknemer erop achteruit. Dat valt onder het instemmingsrecht.

3.2. Waternet verzet zich tegen toewijzing van het verzoek. Waternet verzoekt, voor het geval het besluit wel instemmingsplichtig is, vervangende toestemming van de kantonrechter om het besluit te nemen. Daartoe stelt Waternet dat het onthouden van de instemming door de OR onredelijk is. De hoogte van de vergoeding wijzigt namelijk niet want die wordt bepaald door de cao. Bij een werkgeversverklaring kan bij een wisselende toeslag een jaaropgave of 3 salarisstroken worden gevoegd ter onderbouwing van de verklaring en werknemers ondervinden daar geen nadeel van. Voorts wordt in geval van ziekte een wachtdienst geruild, net als voorheen. Enig verschil is dat de werknemer nu pas betaald krijgt als hij dan weer een dienst van iemand anders heeft waargenomen. Bij langdurige ziekte wordt wel doorbetaald. Het Individueel Keuze Budget (IKB) wordt berekend op de maandelijkse wachtdienstvergoeding die de medewerker ontvangt, nadat hij de dienst heeft gerealiseerd. Voorts wordt een wachtdienst gepland buiten het verlof van een medewerker, waarbij de medewerker moet ruilen als hij toch verlof wil opnemen. Er is derhalve terecht en net als voorheen geen recht op doorbetaling van de wachtdienstvergoeding tijdens verlof, aldus Waternet.

4 De beoordeling

4.1. De eerste vraag die beantwoord moet worden is of Waternet de OR een bovenwettelijk instemmingsrecht heeft gegeven per brief van 27 maart 2025. Waternet voert aan dat deze brief niet aan artikel 32 lid 2 WOR voldoet en dat daarmee geen instemmingsrecht is gegeven, ook omdat geen mededeling van de overeenkomst is gedaan aan de bedrijfscommissie. Echter, zelfs een mondelinge afspraak kan onder omstandigheden voldoen aan art. 32 lid 2 WOR (JAR 2007/137). Waternet heeft in haar schriftelijke verzoek om toestemming aan de OR enkel vermeldt dat zij dit verzoek deed ‘vanwege de juridische procedure waarbij de OR Waternet in rechte betrekt om het instemmingsrecht af te dwingen’. Zij heeft daarbij geen enkel voorbehoud gemaakt of aangegeven dat zij het verzoek voorwaardelijk deed, bijvoorbeeld onder de voorwaarde dat de kantonrechter tot het oordeel zou komen dat wel sprake was van instemmingsrecht. Zoals de OR terecht aanvoert mocht zij uit dit verzoek begrijpen dat Waternet haar alsnog tegemoetkwam en de OR instemmingsrecht had op het punt van de uitbetaling op realisatiebasis. Waternet heeft daarmee de OR een instemmingsrecht gegeven.

4.2. Ten overvloede geldt dat de OR in deze ook instemmingsrecht had gehad op grond van de wet. Een OR heeft instemmingsrecht op grond van artikel 27 lid 1 sub c WOR indien de ondernemer een beloningssyteem wil vaststellen, wijzigen of intrekken. Zoals hierna bij de beoordeling van het verzoek om het geven van vervangende toestemming uitgebreider zal blijken, blijkt uit de door Waternet beoogde wijziging dat werknemers niet langer gegarandeerd doorbetaald krijgen bij ziekte of verlof. Alleen daarom is al sprake van een wijziging van het beloningssysteem in de zin van artikel 27 lid 1 sub c WOR, en is instemming vereist. Met de OR wordt bovendien geoordeeld dat de wijze van uitbetaling in de cao niet uitputtend is geregeld. Waternet stelt dat uit artikel 3.3.2 lid 4 van de cao 2025-2026 volgt dat een wachtdienst niet meer met een maandelijks vast bedrag mag worden vergoed. Dat staat echter niet in het door Waternet aangehaalde artikel. Daar staat namelijk:In de berekening van het aantal uur (132 uur) bij een week wachtdienst is geen rekening gehouden met doordeweekse feestdagen en/of door de werkgever verplicht gestelde vrije dagen. Als daar tijdens een wachtdienst sprake van is moet met inachtneming van lid 3 bij de berekening van het aantal uur (132 uur) per doordeweekse feestdag en/of door de werkgever verplicht gestelde vrije dag 7,2 uur opgeteld worden. Hieruit volgt niet dat het betalen van een vaste maandelijkse vergoeding daarmee in strijd is. Bij de berekening van het vaste maandbedrag kan immers rekening worden gehouden met deze bepaling. Dat betekent dat de wijze van uitbetaling (vaste toelage of op realisatiebasis) niet geregeld is in de cao. Waternet komt derhalve geen beroep toe op artikel 27 lid 3 WOR (inhoudende dat instemming van de OR niet vereist is als de betrokken aangelegenheid reeds inhoudelijk in een cao is geregeld). Conclusie van het bovenstaande is dan ook dat de OR een instemmingsrecht heeft.

4.3. Vaststaat dat de OR de haar op 27 maart 2025 gevraagde instemming niet (onvoorwaardelijk) heeft gegeven. Derhalve dient het tegenverzoek te worden beoordeeld en moet worden beoordeeld of de kantonrechter vervangende toestemming moet geven om het besluit te nemen, waar de OR niet mee heeft willen instemmen. Dat kan alleen als de weigering van de instemming door de OR onredelijk is, of als het voorgenomen besluit van de onderneming gevergd wordt door zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen.

4.4. Waternet heeft aangevoerd dat de uitbetaling van een vaste maandelijkse vergoeding niet gewenst was, fiscaal op problemen stuit en feitelijk ook niet uitvoerbaar is, en dat de oude Uitvoeringsregeling is vervallen en niet toepasbaar is op de huidige cao bepaling. Voorts voert Waternet aan dat de fluctuatie van inkomen per maand niet een ander jaarinkomen oplevert, dat de samenloop van verlof met wachtdienst al in de cao is gecodificeerd en dat met betrekking tot ziekte de sociale partners nog in overleg zijn hoe dit moet worden vastgelegd. Als er sprake is van langdurige ziekte wordt er thans wel doorbetaald. De OR heeft daartegen evenwel aangevoerd dat werknemers tot op heden tijdens ziekte en verlof niet krijgen doorbetaald – ze krijgen immers pas betaald na realisatie van de wachtdienst –, dat de loonstroken wisselend en niet te controleren zijn en dat de wachtdienst niet meer in de IKB beloning wordt meegenomen. Ook heeft het nadelige gevolgen voor de pensioenopbouw als de wachtdienst niet wordt betaald bij ziekte en verlof, en heeft het gevolgen voor de kosten van het kopen van IKB uren. Voor wat betreft het aanvragen van een hypotheek is de nieuwe regeling voor werknemers ook nadelig, aldus de OR.

4.5. Onbetwist is komen vast te staan dat sprake is van een jaarlijks, structureel rooster van wachtdiensten, waarbij iedere 4, 5 of 6 weken een wachtdienst wordt gelopen. Die interval staat van tevoren vast en is dus ook van tevoren voor iedereen bekend. Het is een wederkerende cyclus die daarmee ook volledig voorspelbaar is, anders dan wellicht overwerk of een ploegendienst. Vaststaat verder dat al 20 jaar met een vaste vergoeding wordt gewerkt, ook na het vervallen in 2020 van de Uitvoeringsregeling die daaraan ten grondslag lag. Dat het Waternet niet is toegestaan om maandelijks een vast bedrag uit te betalen blijkt niet uit de cao of andere stukken. De cao is op dit punt niet gewijzigd. Onder deze omstandigheden heeft Waternet onvoldoende gesteld om te kunnen concluderen dat oude regeling niet meer zou kunnen worden toegepast. Waternet heeft evenwel verwezen naar het advies van haar belastingadviseur, maar daar kan weinig waarde aan worden gehecht omdat dit advies uitgaat van onjuiste uitgangspunten. Nu de cao de betaling van de wachtdienst niet uitputtend regelt en nergens uit blijkt dat betaling van een vast maandbedrag (belastingtechnisch) niet (meer) is toegestaan, komt dit argument van Waternet geen gewicht toe.

4.6. Daarbij geldt dat het berekenen van een vast maandelijks bedrag, eventueel aangevuld met een losse declaratie als een extra wachtdienst wordt gelopen, zoals dit al decennia de praktijd is niet ingewikkeld lijkt. Deze kan simpelweg berekend worden door de vergoeding voor het aantal geroosterde diensten/uren (conform het in het jaar daarvoor in oktober gemaakte rooster) te delen door 12. Daarmee is ook direct de doorbetaling van de vergoeding bij ziekte en verlof gedekt. Nog daargelaten dat het zeer de vraag is of het standpunt dat Waternet inneemt – dat bij (kortdurende) ziekte de wachtdienstvergoeding niet moet worden doorbetaald – juridisch correct is, hetgeen hier niet voorligt, geldt dat in artikel 6.2.1. van de cao 2025-2026 staat dat een werknemer die door ziekte zijn functie niet kan uitvoeren vanaf de eerste ziektedag 12 maanden recht heeft op zijn volledige salaris, toelagen en IKB. Door de wachtdiensten op realisatiebasis uit te betalen wijzigt zij dan ook de wijze van deze berekening, want een zieke werknemer kan – buiten zijn eigen schuld om – geen wachtdienst realiseren.

4.7. Wat daarnaast ook gewicht toekomt zijn de bezwaren die de OR heeft opgeworpen die zien op het storings- en fraudegevoelige systeem (inloggen en afmelden in SVS-applicatie). Het niet (tijdig) inloggen kan niet worden hersteld: een werknemer die niet tijdig inlogt, of als zelfs een andere (ongemerkte) werknemer voor hem inlogt, kan dat ertoe leiden dat deze werknemer daarvoor niet betaald krijgt, ook al was hij wel beschikbaar. Ook is niet weersproken dat voor de werknemers niet (goed) controleerbaar is hoe de uitbetaalde wachtdienst is berekend, hetgeen eveneens een wijziging van het systeem is.

4.8. Conclusie is dan ook dat het niet onredelijk is dat de OR zijn instemming heeft onthouden zodat geen vervangende toestemming zal worden verleend.

4.9. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het verzoek van de OR zal worden toegewezen en het tegenverzoek van Waternet zal worden afgewezen. Daarbij zal Waternet in de kosten van de OR worden veroordeeld, tot op heden begroot op € 1.016,50 bestaande uit € 135,00 aan griffierecht, € 814,00 aan salaris gemachtigde en € 67,50 wegens nakosten.

5 De beslissing

De kantonrechter

In het verzoek

5.1. verklaart voor recht dat aan de OR een (bovenwettelijke) instemmingsrecht is gegeven over het besluit tot invoering van de regeling uitbetaling op realisatiebasis;

5.2. verbiedt Waternet uitvoering te (blijven) geven aan het nietige besluit tot invoering van de nieuwe regeling uitbetaling op realisatiebasis;

In het tegenverzoek:

5.3. wijst het verzoek af;

In beide verzoeken:

5.4. veroordeelt Waternet in de proceskosten van € 1.016,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Waternet niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;

5.5. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

5.6. wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr. L. van Berkum en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2025.