ECLI:NL:RBAMS:2025:4763 - Rechtbank Amsterdam - 10 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 24/7459
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juli 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit Amstelveen, eiseres,
en
**de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze de raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank,**verweerder (gemachtigden: mr. E.M. Mulder en mr. K. Verbeek).
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een tegemoetkoming op grond van het Tijdelijk besluit eenmalig bedrag ouderen van Surinaamse herkomst (het Tijdelijk besluit).
Met het primaire besluit van 15 augustus 2024 heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen. Met het bestreden besluit van 1 november 2024 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 juni 2025. Eiseres was aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
Totstandkoming van de besluiten
1.1. Op 25 november 1975 is Suriname onafhankelijk geworden van het Koninkrijk der Nederlanden. Vele rijksgenoten verlieten Suriname voor die datum om zich in Nederland te vestigen en zo de Nederlandse nationaliteit te behouden.
1.2. Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1948 in Paramaribo (Suriname). Zij is op 16 jarige leeftijd getrouwd in Suriname en op 17-jarige leeftijd moeder geworden. Op 15 mei 1966 is eiseres samen met haar partner en kind in Nederland komen wonen. Op dat moment was eiseres 17 jaar oud. Zij is in Nederland meteen gaan werken, omdat het inkomen van haar partner onvoldoende was voor het gezin om rond te komen. Als gevolg van het huwelijk was zij automatisch meerderjarig. Zo had ze geen toestemming van haar ouders nodig om naar Nederland te gaan. In Nederland had zij geen toestemming nodig om als vrouw aan het arbeidsproces deel te nemen, zich bij het arbeidsbureau in te schrijven of een bankrekening te openen. Aan eiseres is een AOW-pensioen toegekend met een korting van 4%, omdat zij in de periode van 6 december 1963 tot en met 14 mei 1966 niet verzekerd is geweest voor de AOW. Op 29 juli 2024 heeft eiseres een tegemoetkoming op grond van het Tijdelijk besluit eenmalig bedrag ouderen van Surinaamse herkomst aangevraagd.
1.3. Met het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen, omdat zij niet voldoet aan alle voorwaarden voor een tegemoetkoming. Eiseres was namelijk jonger dan 18 jaar toen zij in Nederland kwam wonen. Met het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Volgens verweerder is de leeftijd van 18 jaar gekozen, omdat iemand op die leeftijd meerderjarig is en zelfstandig de keuze voor Nederland of Suriname kon maken. Omdat eiseres niet aan deze voorwaarden voldoet, blijft verweerder bij de afwijzing van haar aanvraag. Verweerder heeft geen ruimte om af te wijken van deze voorwaarde.
Beoordeling door de rechtbank
- De rechtbank beoordeelt of verweerder op goede gronden de aanvraag van eiseres heeft afgewezen. De rechtbank doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
Komt eiseres op grond van het Tijdelijk besluit in aanmerking voor het gebaar?
- Eiseres betwist niet dat verweerder met verwijzing naar de letterlijke tekst vanartikel 3, aanhef en onder c, van het Tijdelijk besluit haar aanvraag heeft mogen afwijzen. Eiseres is namelijk op 15 mei 1966 in Nederland komen wonen. Op deze dag had eiseres nog niet de leeftijd van 18 jaar bereikt. Eiseres voldoet daarmee niet aan alle voorwaarden om in aanmerking te komen voor het eenmalig bedrag. Eiseres wenst met haar beroep te bereiken dat verweerder (in haar geval) van deze voorwaarde afwijkt, omdat het leidt tot een onevenredige uitkomst. In het Tijdelijk besluit is echter geen mogelijkheid voor verweerder opgenomen om een uitzondering op één van de voorwaarden te maken. De minister heeft bewust gekozen om het Tijdelijk besluit niet te voorzien van bijvoorbeeld een hardheidsclausule.
[3] Gelet op de voorwaarden het Tijdelijk besluit heeft verweerder de aanvraag dan ook moeten afwijzen.
Is de leeftijdsvoorwaarde zodanig onrechtmatig dat deze buiten toepassing dient te blijven?
4.1. De rechtbank kan bepalen dat (een bepaalde voorwaarde in) een algemeen verbindend voorschrift, zoals het Tijdelijk besluit, buiten toepassing dient te blijven als deze in strijd is met hogere regelgeving, de algemene rechtsbeginselen en/of de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het is vaste rechtspraak dat als bij het voorbereiden en nemen van een algemeen verbindend voorschrift de negatieve gevolgen daarvan voor een bepaalde groep uitdrukkelijk zijn betrokken en de afweging deugdelijk is gemotiveerd, deze keuze voldoet aan het zorgvuldigheids- en het motiveringsbeginsel.
4.2. De rechtbank heeft in haar uitspraken van 22 mei 2025 en 26 mei 2025 geoordeeld dat de door de minister bewust gekozen leeftijdsgrens van 18 jaar in beginsel de terughoudende rechterlijke toets kan doorstaan.
4.3. In deze zaak echter rijst in het bijzonder de vraag of de leeftijdsgrens van 18 jaar ook kan worden tegengeworpen aan personen van Surinaamse herkomst die bij aankomst in Nederland minderjarig en gehuwd waren. De rechtbank stelt vast dat het Tijdelijk besluit voortkomt uit een politiek-bestuurlijke wens om een gebaar te maken naar een groep ouderen van Surinaamse herkomst met een groot en langlopend gevoel van onrechtvaardigheid.
4.4. Naar het oordeel van de rechtbank is de leeftijdsvoorwaarde voor deze specifieke groep gehuwde minderjarigen niet geschikt en niet noodzakelijk in verhouding tot het daarmee te dienen doel. Uit de Toescheidingsovereenkomst volgt dat zij die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt of vroeger in het huwelijk zijn getreden meerderjarig zijn voor de bepalingen uit de Toescheidingsovereenkomst. Ook volgens de destijds geldende wettelijke regeling, zoals neergelegd in artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek (oud), werd een minderjarige door het huwelijk juridisch gelijkgesteld aan een meerderjarige.
4.5. Naar het oordeel van de rechtbank leidt de onverkorte toepassing van de leeftijdsvoorwaarde voor deze groep gehuwde minderjarigen tot een uitkomst die onevenredig is in verhouding tot het doel van het Tijdelijk besluit. De leeftijdsvoorwaarde zoals in artikel 3, aanhef en onder c, van het Tijdelijk besluit is bepaald, moet daarom voor deze groep gehuwde minderjarigen waaronder ook eiseres valt vanwege strijd met het evenredigheidsbeginsel buiten toepassing blijven.
- Omdat het beroep van eiseres op het evenredigheidsbeginsel slaagt, behoeven de overige beroepsgronden geen bespreking meer.
Conclusie en gevolgen
6.1. Het beroep is gegrond. Dit betekent dat eiseres gelijk krijgt. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit. Nu niet in geschil is dat eiseres aan de overige voorwaarden uit het Tijdelijk besluit voldoet, ziet de rechtbank aanleiding om zelf in de zaak te voorzien en te bepalen dat verweerder eiseres het eenmalige bedrag van € 5.000,- op grond van het Tijdelijk besluit toekent.
6.2. Omdat het beroep gegrond is dient verweerder ook het door eiseres betaalde griffierecht aan haar te vergoeden. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank:
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A.W. Jansen, rechter, in aanwezigheid van mr. N.J.A. van Eck, griffier*.*De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2025.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingediend bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. De indiener van het hoger beroep kan de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening te treffen. Het indienen van een hogerberoepschrift kan digitaal via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl of door verzending per post aan de Centrale Raad van Beroep.
Dit volgt uit de Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname, Paramaribo.
Een pensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet.
Kamerstukken II, 2022–2023, 20 361, nr. 220.
Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van 1 juli 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2016 en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:452.
Zie de uitspraken van de rechtbank Amsterdam van 22 mei 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:3558 en ECLI:NL:RBAMS:2025:3560 en de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 26 mei 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:3559.
Staatsblad 2023, 386, pagina 7.
Staatsblad 2023, 386, pagina 8 en 9.
Kamerstukken II, 2022–2023, 20 361, nr. 220, p 31.
Dit betekent dat een gehuwde minderjarige als handelingsbekwaam wordt beschouwd en zelfstandig rechtshandelingen kan verrichten zonder toestemming van zijn of haar wettelijke vertegenwoordigers.