Terug naar bibliotheek
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

ECLI:NL:OGEAA:2025:275 - Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba - 17 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:OGEAA:2025:27517 september 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Vonnis van 17 september 2025

Behorend bij A.R. AUA202403972 AR

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

VONNIS

in de zaak van:

[Eiser 1], [Eiser 2], [Eiser 3], [Eiser 4], [Eiser 5], [Eiser 6], te Aruba, eisers in conventie tevens gedaagden in reconventie, hierna gezamenlijk te noemen: eisers, gemachtigde: mr. D.G. KOCK,

tegen:

[Gedaagde], te Aruba, gedaagde in conventie tevens eiseres in reconventie, hierna te noemen: gedaagde, procederend in persoon.

1 DE PROCEDURE

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het verzoekschrift van eisers, met bijlagen, van 4 september 2024;

  • het verweerschrift van gedaagde, met bijlagen;

  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 20 september 2024;

  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 20 september 2024;

  • de conclusie van repliek tevens antwoord in reconventie van de zijde van eisers, met bijlagen;

  • de conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie van de zijde van gedaagde;

  • de conclusie van dupliek in reconventie van de zijde van eisers.

1.2 De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2 DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 Eisers zijn samen met gedaagde de kinderen en tevens de enige erfgenamen van wijlen [erflater], geboren te Aruba op [geboortedatum] 1925 en overleden te Aruba op 16 september 2020, hierna ook te noemen: de vader.

2.2 Ten name van de vader staat een perceel erfpachtgrond, groot 507 m2, kadastraal bekend als Land Aruba Kadastraal [kadastraal nummer], oftewel [adres], [plaats], hierna ook: de woning.

2.3 De vader heeft bij leven, als een van de “Verkopers” van het perceel [adres], een “Verklaring van voorlopige koopakkoord van perceel [adres]” (hierna ook te noemen: de verklaring) ondertekend op 11 september 2019. Ook eisers hebben deze verklaring, als “Verkopers” ondertekend. Alleen gedaagde, die in de verklaring mede staat genoteerd als een van de “Verkopers”, heeft deze niet ondertekend. In de verklaring staat als “Koopster” [verkoper] genoteerd, die deze ook heeft ondertekend. Verder staat onder meer in de verklaring het volgende:

“1. Verkopers verkopen het perceel [adres] voor de summa van awg.85.000 aan Koopster. (…) 5. Het notarieel proces tot definitieve koop zal aanvangen op het moment dat het perceel [adres] , dat thans in huurgrond is, tot erfpacht is omgezet. (…)” .

2.4 Eisers hebben een taxatie van de woning laten verrichten door [taxateur], van het bouwkundig ingenieursbureau Arcotec N.V. In het taxatierapport van 10 december 2024 staat onder meer dat de woning wordt getaxeerd op een marktwaarde van Afl. 246.000.

3 DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie en in reconventie

3.1 Eisers vorderen dat de uitspraak van het Gerecht in de zin van artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats komt van de noodzakelijke medewerking van gedaagde aan de akte strekkende tot de verkoop van het hierboven vermelde onroerende goed [adres] aan [verkoper] voor de prijs van AWG. 85.000,- kosten koper, en te bepalen dat de uitspraak van het Gerecht in de zin van artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats komt van de noodzakelijke medewerking van gedaagde aan de akte van levering strekkende tot de eigendomsoverdracht van het hierboven vermelde onroerende goed aan [verkoper] vrij en onbelast en overigens op de overeengekomen en gebruikelijke bedingen, alsook om gedaagde te veroordelen in de kosten van dit geding; alles uitvoerbaar bij voorraad.

3.2 Gedaagde voert hiertegen gemotiveerd verweer. Bovendien heeft zij in reconventie gevorderd:

  • verdeling van de huurpenningen die mevrouw [verkoper] heeft betaald/had moeten betalen sinds het moment waarop zij de woning heeft betrokken;

  • schadevergoeding in verband met het feit dat de woning aanvankelijk aan haar was beloofd, zij daardoor heeft afgezien van de bouw van een eigen woning, maar eisers de woning uiteindelijk toch aan mevrouw [verkoper] hebben toegezegd;

  • ( als het Gerecht het goed begrijpt) vergoeding van de kosten die zij tijdens het leven van erflater heeft betaald voor de woning.

3.3 Het Gerecht zal op de standpunten van partijen hierna, waar nodig, nader ingaan.

4 DE BEOORDELING

in conventie en in reconventie

4.1 Nu de vorderingen in conventie en in reconventie met elkaar samenhangen, zal het Gerecht deze hieronder gezamenlijk beoordelen.

4.2 De woning maakt deel uit van de nalatenschap waarin partijen gezamenlijk gerechtigd zijn. Gedaagde verleent geen medewerking aan de verkoop en de levering van de woning. Zolang niet is overgegaan tot een verdeling van de gemeenschap, kan een deelgenoot niet zonder medewerking van een andere deelgenoot tot de verkoop en levering van een gemeenschappelijk goed overgaan.

4.3 De ingestelde vordering strekt ertoe om een geldige overdracht van de woning op grond van de verklaring te bewerkstelligen, zonder dat daarbij de medewerking van de gedaagde nog noodzakelijk is.

4.4 Gedaagde verleent geen medewerking aan de verkoop en de levering van de woning, omdat zij van mening is dat de verkoopprijs van de woning te laag is. Bovendien stelt gedaagde dat:

  • zij recht heeft op (een deel van) de huurpenningen die mevrouw [verkoper] volgens haar had moeten betalen of die mevrouw [verkoper] al heeft betaald, nu zij feitelijk in de woning verblijft;

  • zij recht heeft op een schadevergoeding nu de woning aanvankelijk aan haar was beloofd, en;

  • zij recht heeft op een vergoeding van de kosten die zij tijdens het leven van de erflater heeft betaald voor de woning.

4.5 Het Gerecht constateert dat de in de verklaring van 2019 opgenomen verkoopwaarde vele malen lager is dan de eind 2024 getaxeerde marktwaarde – die door geen van de partijen in twijfel wordt getrokken. De woning is, in een tijdsbestek van vijf jaar, aldus meer dan tweeënhalf keer zoveel waard. Eisers hebben geen verklaring gegeven voor dit flinke verschil en persisteren bij hun initiële vorderingen. Dat betekent dat het Gerecht wordt gevraagd gedaagde te veroordelen mee te werken aan verkoop en levering van een woning, voor een niet reële waarde. Het Gerecht kan reeds daarom hier niet toe overgaan, en volgt gedaagde in zoverre in haar verweer. Het Gerecht wijst dan ook de vorderingen van eisers af.

4.6 De vorderingen van gedaagde over de huurpenningen, de schadevergoeding, en kostenvergoeding zijn door eisers betwist en door gedaagde niet (nader) gemotiveerd. Zij heeft dit enkel naar voren gebracht, maar niet voorzien van verdere (feitelijke) onderbouwing. Het Gerecht wijst dan ook de vorderingen van gedaagde af.

4.7 Het Gerecht ziet, gelet op de onderlinge verhouding tussen partijen, aanleiding om elk van de beide partijen de eigen proceskosten te laten dragen.

5 DE UITSPRAAK

Het Gerecht:

in conventie en in reconventie

wijst het gevorderde af;

compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.M. Vingerling, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 17 september 2025 in aanwezigheid van de griffier.