Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1299 - Hoge Raad: Verwerping alternatief scenario DNA-bewijs is niet onbegrijpelijk - 16 september 2025

Arrest

ECLI:NL:HR:2025:129916 september 2025

Essentie

De Hoge Raad oordeelt dat een hof een alternatief scenario voor de aanwezigheid van DNA-sporen op een handschoen mocht verwerpen. De verwerping, gebaseerd op politieonderzoek en een deskundigenverklaring over de laatste drager, is niet onbegrijpelijk en voldoende gemotiveerd. Ook een tapgesprek mocht als redengevend bewijs worden gebruikt.

Rechtsgebieden

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer23/01739 Datum16 september 2025

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 20 april 2023, nummer 21-002929-20, in de strafzaak

tegen

[verdachte] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964, hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat J. Kuijper bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, tot vermindering daarvan naar de gebruikelijke maatstaf en tot verwerping van het beroep voor het overige. De raadsvrouw van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2 Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1 Het cassatiemiddel klaagt over de motivering van het bewezenverklaarde.

2.2 Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3 Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof

De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van 42 maanden.

4 Beslissing

De Hoge Raad:

  • vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
  • vermindert deze in die zin dat deze 40 maanden beloopt;
  • verwerpt het beroep voor het overige.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en R. Kuiper, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 september 2025.