ECLI:NL:HR:2025:1289 - Hoge Raad verklaart cassatieberoep in belastingzaak ongegrond met artikel 81.1 RO - 12 september 2025
Arrest
Essentie
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep in een zaak over een naheffingsaanslag in de accijns. De klachten leiden niet tot vernietiging. De Hoge Raad past artikel 81.1 Wet RO toe, omdat beantwoording van de rechtsvragen niet van belang is voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.
Formele relaties
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer24/02571 Datum12 september 2025
ARREST
in de zaak van
DE ERVEN VAN [A] (hierna: belanghebbenden)
tegen
-
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
-
de STAAT (de MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 29 mei 2024, nr. 22/1081
1 Geding in cassatie
Belanghebbenden, vertegenwoordigd door R. Zilver, hebben tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
4 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2025.
ECLI:NL:GHSHE:2024:1805.