accijns

Het sproeidrogen van grondstoffen voor keramische tegels is een 'mineralogisch procedé' in de zin van de Wet belastingen op milieugrondslag. De Hoge Raad oordeelt, in lijn met het EU-recht, dat dit een essentieel onderdeel is van de vervaardiging en dus in aanmerking komt voor de vrijstelling van energiebelasting.

De Hoge Raad oordeelt dat de vrijstelling van energiebelasting voor 'vervaardiging van gips' in artikel 64, lid 4, Wbm restrictief moet worden uitgelegd. Dit omvat niet de vervaardiging van producten van gips, zoals gipsplaten. De wetgever heeft bewust aangesloten bij de NACE/SBI-nomenclatuur.

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. Centraal staat of accijns nageheven kan worden voor gasolie met te weinig merkstof (Solvent Yellow), ook al wordt de brandstof correct gebruikt voor de scheepvaart en is er geen sprake van fraude.

Een brief kan een rechtsgeldige naheffingsaanslag zijn als deze alle essentiële kenmerken bevat. De verplichting tot inbreng van stukken (art. 8:42 Awb) geldt niet voor documenten die de besluitvorming niet meer kunnen beïnvloeden, zoals bewijs aangeleverd na een fatale termijn.

De Hoge Raad oordeelt dat de vrijstelling voor energiebelasting bij metallurgische procedés richtlijnconform moet worden uitgelegd. Elektriciteit voor een compressor die enkel aandrijvende kracht levert, valt hier niet onder. De kwalificatie van een proces als "warmtebehandeling" is een feitelijk oordeel, voorbehouden aan de feitenrechter.

De omkering van de bewijslast door een informatiebeschikking geldt alleen voor de periode waarop het informatieverzoek ziet. Voor zover de naheffingsaanslag een langere periode beslaat, gelden de normale bewijsregels. De rechter moet dit ambtshalve toetsen, ook als partijen het eens zijn.

Een via EMCS ontvangen (vals) bericht van ontvangst is geen dwingend bewijs voor een correcte beëindiging van een accijnsschorsing. Het creëert slechts een weerlegbaar vermoeden, waardoor de risicoaansprakelijkheid van de afzender voor de accijns onverminderd van kracht blijft.

Een schipper in loondienst wordt vanwege zijn specifieke eigen verantwoordelijkheid voor de lading en het schip aangemerkt als degene die accijnsgoederen 'voorhanden heeft'. Hierdoor is hij persoonlijk aansprakelijk voor de verschuldigde accijns, ook als de werkgever aan boord is.

Het terugwinnen van vloeibare benzine uit benzinedamp wordt beschouwd als de productie van een nieuw accijnsgoed. Hierdoor is opnieuw accijns verschuldigd bij uitslag tot verbruik. Dit leidt niet tot een ongeoorloofde dubbele heffing, omdat de damp een ander product is dan de oorspronkelijke benzine.

Een ondernemer die accijnsgoederen in sloptanks voorhanden heeft zonder documenten, moet het vermoeden weerleggen dat hierover geen accijns is betaald. Bij een beroep op niet-gepubliceerd beleid moet de ondernemer aannemelijk maken dat materieel aan de voorwaarden daarvan is voldaan.

Een particulier die in een andere lidstaat tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen in Nederland voorhanden heeft, anders dan voor eigen behoeften, is Nederlandse accijns verschuldigd. Dit geldt ook als de goederen door een derde zijn vervoerd, omdat dit wordt gezien als 'voor commerciële doeleinden voorhanden hebben'.

De Accijnsrichtlijn biedt geen grondslag om zekerheid te eisen voor 'voorhanden hebben' van goederen die rechtstreeks worden geleverd. De nationale wetgever mag echter wel zekerheid verlangen voor de accijns die reeds verschuldigd is geworden wegens uitslag tot verbruik maar nog moet worden voldaan.

De cup van een waxinelichtje is een 'verpakking' in de zin van de Wet belastingen op milieugrondslag. De uitzondering voor producten die integraal deel uitmaken van een ander product is niet van toepassing, omdat niet alle elementen samen worden gebruikt, verbruikt én verwijderd.

De afschaffing van een vrijstelling van kolenbelasting is niet in strijd met het EU-recht als naast budgettaire doelen ook milieubeleidsoverwegingen een rol spelen, zelfs als deze ondergeschikt zijn. Een ongelijke fiscale behandeling van kolen en aardgas is toegestaan, gezien het grotere milieueffect van kolen.

De overgangsregeling bij afschaffing van de afvalstoffenbelasting geldt alleen voor voorraden die van meet af aan bestemd waren de inrichting te verlaten. De afschaffing van een voorwaardelijke aanspraak op belastingvermindering schendt artikel 1 EP niet, gezien de ruime beoordelingsmarge van de wetgever.

De Hoge Raad oordeelt dat infuuszakken onder de verpakkingenbelasting vallen. Ze kwalificeren niet voor de uitzondering voor integraal verbruikte producten, omdat de zak overblijft na gebruik. Het onderscheid met vrijgestelde injectiespuiten is, gelet op de ruime beoordelingsvrijheid van de wetgever, niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

Kartonnen kokers (cones) voor garen zijn belastbare verkoopverpakkingen omdat ze met het garen een verkoopeenheid vormen die de verkoopbaarheid vergroot. Een wettelijke lengtegrens (50 cm) voor een belastingvrijstelling voor logistieke hulpmiddelen is geen schending van het gelijkheidsbeginsel, gezien de ruime beoordelingsvrijheid van de wetgever.

De Hoge Raad oordeelt dat de 'release liner' (drager) van zelfklevende etiketten een verpakking is voor de verpakkingenbelasting. De uitleg moet conform de EU-Verpakkingenrichtlijn gebeuren, die een ruime definitie hanteert. De liner voldoet niet aan de uitzonderingscriteria voor integrale producten.

Kitkokers en -worsten vallen onder de verpakkingenbelasting. Een beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt, omdat zij, ondanks hun gebruiksfunctie, niet rechtens relevant vergelijkbaar zijn met de vrijgestelde toner- en inktcartridges. De minister heeft bij het opstellen van de uitzonderingslijst een ruime beoordelingsmarge.

De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie EU om uitleg van de Gecombineerde Nomenclatuur. Centraal staat de vraag of een neutrale, door gisting verkregen drank (basisdrank) en de daarvan vervaardigde eindproducten zonder gedistilleerde alcohol moeten worden ingedeeld als 'andere gegiste dranken' of als 'ethylalcohol'.

De inspecteur draagt de bewijslast dat de organoleptische eigenschappen van een gemengde drank indeling onder post 2208 GN rechtvaardigen. Bij het leveren van dit bewijs kan de rechter de receptuur, de aanprijzing bij de consument of proefondervindelijk onderzoek gebruiken, ook zonder deskundigenpanel.

Een belanghebbende kan onnauwkeurigheid van mestbemonstering aantonen met onderzoeksrapporten. Hij moet dan wel bewijzen dat in zijn geval is bemonsterd met dezelfde apparatuur en onder dezelfde omstandigheden, met name wat betreft de soort mest, als in de onderzoeken waarin de onnauwkeurigheid werd vastgesteld.

De exploitant die voor eigen rekening en risico een stortplaats beheert, is als ‘houder van de inrichting’ belastingplichtig voor de afvalstoffenbelasting, niet de vergunninghouder. Stoffen als rioolslib en veegvuil zijn geen vrijgesteld GFT-afval. Bouwstoffen zijn alleen vrijgesteld als er een reële marktprijs voor wordt betaald.

Indien bij intracommunautair vervoer van accijnsgoederen onder schorsing de vereiste douaneaftekening op het accijnsgeleidedocument ontbreekt, wordt de onregelmatigheid geacht in Nederland te zijn begaan. De accijns is dan verschuldigd op het moment van uitslag. De termijn van vier maanden om tegenbewijs te leveren is van toepassing.