Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1255 - Hoge Raad verwerpt cassatieberoep zonder motivering op grond van artikel 81 RO - 16 september 2025

Arrest

ECLI:NL:HR:2025:125516 september 2025

Essentie

De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep zonder inhoudelijke motivering. De aangevoerde klachten, betreffende de betekening van de dagvaarding en de redelijke termijn, zijn niet van belang voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De veroordeling door het gerechtshof blijft hierdoor in stand.

Rechtsgebieden

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer23/03633 Datum16 september 2025

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 15 september 2023, nummer 23-003365-18, in de strafzaak

tegen

[verdachte] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988, hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat J. Kuijper bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De advocaat-generaal M.E. van Wees heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2 Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 september 2025.