ECLI:NL:HR:2025:1160 - Hoge Raad - 18 juli 2025
Arrest
Formele relaties
Rechtsgebieden
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 24/03747 Datum 18 juli 2025
ARREST
In de zaak van
[eiseres], wonende te [plaats], EISERES tot cassatie, hierna: [eiseres], advocaat: J.P. van den Berg,
tegen
[Vereniging van Eigenaren], gevestigd te [plaats], VERWEERSTER in cassatie, hierna: de VvE, niet verschenen.
1 Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar: a. de vonnissen in de zaak 8773715 CV EXPL 20-3347 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 2 december 2020, 15 december 2021 en 6 juli 2022; b. het arrest in de zaak 200.325.962/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 9 juli 2024. [eiseres] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld. Tegen de VvE is verstek verleend. De conclusie van de Advocaat-Generaal F. Ibili strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de VvE begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 18 juli 2025.