Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 21/02031

Datum 10 juni 2022

ARREST

In de zaak van

FITLAND LEIDEN II B.V.,gevestigd te Mill, gemeente Mill en Sint Hubert,

EISERES tot cassatie,

hierna: Fitland,

advocaten: B.T.M. van der Wiel en T. van Tatenhove,

tegen

STICHTING MBORIJNLAND,gevestigd te Leiden,

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: ROC,

advocaat: B.I. Kraaipoel.

de vonnissen in de zaak C/09/536104 / HA ZA 17-741 van de rechtbank Den Haag van 21 maart 2018 en 16 januari 2019;

het arrest in de zaak 200.258.545/01 van het gerechtshof Den Haag van 9 februari 2021.

Fitland heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

ROC heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Fitland mede door L.A. Burwick, en voor ROC mede door S.E. Streng.

De conclusie van de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaten van Fitland hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op 10 juni 2022.