Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 10. Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding
Artikel 101

Artikel 101 (Eigen schuld bij schadevergoeding)

Laatste versie

1. Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.

2. Betreft de vergoedingsplicht schade, toegebracht aan een zaak die een derde voor de benadeelde in zijn macht had, dan worden bij toepassing van het vorige lid omstandigheden die aan de derde toegerekend kunnen worden, toegerekend aan de benadeelde.

Uitleg in duidelijke taal

1. Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.

Dit betekent letterlijk: wanneer de schade ook het gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde (de persoon die schade lijdt) kan worden toegerekend, dan wordt de verplichting om schade te vergoeden (de vergoedingsplicht) verminderd. Deze vermindering gebeurt door de schade te verdelen over de benadeelde en degene die de schade moet vergoeden (de vergoedingsplichtige). De verdeling wordt gemaakt in verhouding tot (evenredigheid met) de mate waarin de omstandigheden die aan ieder van hen kunnen worden toegerekend, tot de schade hebben bijgedragen. Hierbij geldt (met dien verstande) dat een andere verdeling kan plaatsvinden, of dat de vergoedingsplicht helemaal kan vervallen of juist volledig kan blijven bestaan, indien de billijkheid dit eist. De billijkheid kan dit eisen vanwege de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of vanwege andere omstandigheden van het specifieke geval.

2. Betreft de vergoedingsplicht schade, toegebracht aan een zaak die een derde voor de benadeelde in zijn macht had, dan worden bij toepassing van het vorige lid omstandigheden die aan de derde toegerekend kunnen worden, toegerekend aan de benadeelde.

Dit betekent letterlijk: als de vergoedingsplicht schade betreft die is toegebracht aan een zaak, en een derde persoon (dus niet de benadeelde zelf) deze zaak voor de benadeelde in zijn macht had (onder zich had), dan worden, wanneer het vorige lid (lid 1) wordt toegepast, de omstandigheden die aan die derde kunnen worden toegerekend, toegerekend aan de benadeelde.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad1397x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2012 - Effectenlease: Volledige schadevergoeding bij adviserende cliëntenremisier zonder vergunning

ECLI:NL:HR:2016:20122 september 2016Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak

Een effectenlease-aanbieder die wist of behoorde te weten dat een cliënt werd aangebracht door een cliëntenremisier die zonder vergunning adviseerde, moet in beginsel de volledige schade van de belegger vergoeden. De standaard eigen schuld-verdeling vervalt dan op grond van de billijkheid.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad1200x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1935 - Hoge Raad bevestigt [B]/Dexia-regel: geen afwijking door lagere rechter

ECLI:NL:HR:2018:193512 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een lagere rechter niet mag afwijken van de [B]/Dexia-regel. De omstandigheid dat Dexia contracteerde met een klant geadviseerd door een onvergunde tussenpersoon, is zo ernstig dat Dexia de volledige schade moet vergoeden, ongeacht eigen schuld van de klant.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad864x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:793

ECLI:NL:HR:2019:79328 mei 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad853x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:862 - Dexia-arrest: Aanprijzen is Adviseren bij Gepersonaliseerde Aanbeveling

ECLI:NL:HR:2022:86210 juni 2022Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Een tussenpersoon geeft vergunningplichtig advies bij een gepersonaliseerde aanbeveling voor een specifiek effectenleaseproduct. Als Dexia wist dat advies zonder vergunning werd gegeven, moet zij alle schade vergoeden. Het doorgeven van een order door een onbevoegde tussenpersoon leidt niet tot deze zware sanctie.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad607x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:164 - Voordeelstoerekening in Effectenleasezaken: De Vaste Methode van de Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2017:1643 februari 2017Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt een vaste, uniforme methode vast voor voordeelstoerekening in effectenleasezaken. Genoten voordelen worden eerst in mindering gebracht op de schade bestaande uit betaalde en onbetaalde termijnen (in chronologische volgorde) en pas daarna op een eventuele restschuld.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad409x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH2815

ECLI:NL:HR:2009:BH28155 juni 2009Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad304x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1198

ECLI:NL:HR:2015:11981 mei 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Financieel Recht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad247x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:309 - Verjaring van Grond: Eigendomsverlies is Onrechtmatige Daad

ECLI:NL:HR:2017:30924 februari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Eigendomsverkrijging door een bezitter te kwader trouw (art. 3:105 BW) is mogelijk, ook als de eigenaar het land had moeten inspecteren om de inbezitneming te ontdekken. De voormalig eigenaar kan vervolgens wel schadevergoeding vorderen op grond van onrechtmatige daad, eventueel in de vorm van teruglevering van de grond.

Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad217x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1278

ECLI:NL:HR:2019:127819 juli 2019Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad134x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2015 - Vergunningplicht voor adviserende cliëntenremisier en gevolgen voor aansprakelijkheid bank

ECLI:NL:HR:2016:20152 september 2016Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Een cliëntenremisier die naast het aanbrengen van cliënten ook beleggingsadvies geeft, is vergunningplichtig onder de Wte 1995. Een bank die wist of behoorde te weten van dit adviseren en de cliënt toch accepteerde, handelt onrechtmatig, wat leidt tot een zwaardere schadevergoedingsplicht.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht