Artikel 101 (Eigen schuld bij schadevergoeding)
1. Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.
2. Betreft de vergoedingsplicht schade, toegebracht aan een zaak die een derde voor de benadeelde in zijn macht had, dan worden bij toepassing van het vorige lid omstandigheden die aan de derde toegerekend kunnen worden, toegerekend aan de benadeelde.
Uitleg in duidelijke taal
1. Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.
Dit betekent letterlijk: wanneer de schade ook het gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde (de persoon die schade lijdt) kan worden toegerekend, dan wordt de verplichting om schade te vergoeden (de vergoedingsplicht) verminderd. Deze vermindering gebeurt door de schade te verdelen over de benadeelde en degene die de schade moet vergoeden (de vergoedingsplichtige). De verdeling wordt gemaakt in verhouding tot (evenredigheid met) de mate waarin de omstandigheden die aan ieder van hen kunnen worden toegerekend, tot de schade hebben bijgedragen. Hierbij geldt (met dien verstande) dat een andere verdeling kan plaatsvinden, of dat de vergoedingsplicht helemaal kan vervallen of juist volledig kan blijven bestaan, indien de billijkheid dit eist. De billijkheid kan dit eisen vanwege de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of vanwege andere omstandigheden van het specifieke geval.
2. Betreft de vergoedingsplicht schade, toegebracht aan een zaak die een derde voor de benadeelde in zijn macht had, dan worden bij toepassing van het vorige lid omstandigheden die aan de derde toegerekend kunnen worden, toegerekend aan de benadeelde.
Dit betekent letterlijk: als de vergoedingsplicht schade betreft die is toegebracht aan een zaak, en een derde persoon (dus niet de benadeelde zelf) deze zaak voor de benadeelde in zijn macht had (onder zich had), dan worden, wanneer het vorige lid (lid 1) wordt toegepast, de omstandigheden die aan die derde kunnen worden toegerekend, toegerekend aan de benadeelde.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:2012 - Effectenlease: Volledige schadevergoeding bij adviserende cliëntenremisier zonder vergunning
Een effectenlease-aanbieder die wist of behoorde te weten dat een cliënt werd aangebracht door een cliëntenremisier die zonder vergunning adviseerde, moet in beginsel de volledige schade van de belegger vergoeden. De standaard eigen schuld-verdeling vervalt dan op grond van de billijkheid.
ECLI:NL:HR:2018:1935 - Hoge Raad bevestigt [B]/Dexia-regel: geen afwijking door lagere rechter
De Hoge Raad oordeelt dat een lagere rechter niet mag afwijken van de [B]/Dexia-regel. De omstandigheid dat Dexia contracteerde met een klant geadviseerd door een onvergunde tussenpersoon, is zo ernstig dat Dexia de volledige schade moet vergoeden, ongeacht eigen schuld van de klant.
ECLI:NL:HR:2019:793
ECLI:NL:HR:2022:862 - Dexia-arrest: Aanprijzen is Adviseren bij Gepersonaliseerde Aanbeveling
Een tussenpersoon geeft vergunningplichtig advies bij een gepersonaliseerde aanbeveling voor een specifiek effectenleaseproduct. Als Dexia wist dat advies zonder vergunning werd gegeven, moet zij alle schade vergoeden. Het doorgeven van een order door een onbevoegde tussenpersoon leidt niet tot deze zware sanctie.
ECLI:NL:HR:2017:164 - Voordeelstoerekening in Effectenleasezaken: De Vaste Methode van de Hoge Raad
De Hoge Raad stelt een vaste, uniforme methode vast voor voordeelstoerekening in effectenleasezaken. Genoten voordelen worden eerst in mindering gebracht op de schade bestaande uit betaalde en onbetaalde termijnen (in chronologische volgorde) en pas daarna op een eventuele restschuld.
ECLI:NL:HR:2009:BH2815
ECLI:NL:HR:2015:1198
ECLI:NL:HR:2017:309 - Verjaring van Grond: Eigendomsverlies is Onrechtmatige Daad
Eigendomsverkrijging door een bezitter te kwader trouw (art. 3:105 BW) is mogelijk, ook als de eigenaar het land had moeten inspecteren om de inbezitneming te ontdekken. De voormalig eigenaar kan vervolgens wel schadevergoeding vorderen op grond van onrechtmatige daad, eventueel in de vorm van teruglevering van de grond.
ECLI:NL:HR:2019:1278
ECLI:NL:HR:2016:2015 - Vergunningplicht voor adviserende cliëntenremisier en gevolgen voor aansprakelijkheid bank
Een cliëntenremisier die naast het aanbrengen van cliënten ook beleggingsadvies geeft, is vergunningplichtig onder de Wte 1995. Een bank die wist of behoorde te weten van dit adviseren en de cliënt toch accepteerde, handelt onrechtmatig, wat leidt tot een zwaardere schadevergoedingsplicht.