Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 20/01508

Datum 5 november 2021

ARREST

In de zaak van

[eiser],wonende te [woonplaats],

EISER tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,

hierna: [eiser],

advocaat: K. Aantjes,

tegen

[verweerder],wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie, eiser in het voorwaardelijk incidentele cassatieberoep,

hierna: [verweerder],

advocaat: R.P.J.L. Tjittes.

de vonnissen in de zaak 117370/ HA ZA 12-14 van de rechtbank te Leeuwarden van 28 maart 2012 en 3 juli 2013;

de arresten in de zaak 200.136.482/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 juli 2014, 27 september 2016, 13 februari 2018, 4 december 2018 en 4 februari 2020.

[eiser] heeft tegen de arresten van het hof van 13 februari 2018, 4 december 2018 en 4 februari 2020 beroep in cassatie ingesteld.

[verweerder] heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.

Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt in het principale cassatieberoep tot verwerping.

De advocaat van [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel in het principale beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie). Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van de arresten van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.

3 Beslissing

De Hoge Raad:

Dit arrest is gewezen door de president G. de Groot als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op 5 november 2021.