Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2020:477 - Hoge Raad - 19 maart 2020

Arrest

ECLI:NL:HR:2020:47719 maart 2020Deze uitspraak is in 4 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 18/05126

Datum 20 maart 2020

ARREST

In de zaak van

[eiseres],wonende te [woonplaats],

EISERES tot cassatie,

hierna: [eiseres],

advocaat: J.P. van den Berg,

tegen

5. [verweerder 5], wonende te [woonplaats],

6. [verweerder 6], wonende te [woonplaats],

7.  [verweerder 7], wonende te [woonplaats],

8.  [verweerder 8], wonende te [woonplaats],

9.  [verweerder 9], wonende te [woonplaats],

10. [verweerder 10], wonende te [woonplaats],

11. [verweerder 11], wonende te [woonplaats],

VERWEERDERS in cassatie,

hierna gezamenlijk: de Vereniging c.s.,

advocaat: J. de Bie Leuveling Tjeenk.

de vonnissen in de zaak C/15/242082 / HA ZA 16-261 van de rechtbank Noord-Holland van 6 juli 2016 en 8 maart 2017;

het arrest in de zaak 200.214.593/01 van het gerechtshof Amsterdam van 11 september 2018.

[eiseres] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

De Vereniging c.s. hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor de Vereniging c.s. mede door I.L.N. Timp.

De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op 20 maart 2020.