Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 19/05791

Datum 17 juli 2020

BESCHIKKING

In de zaak van

[verzoekster],wonende te [woonplaats],

VERZOEKSTER tot cassatie,

hierna: verzoekster,

advocaat: E.J.H. Zandbergen,

tegen

[de vereffenaar],

in hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van [erflaatster],kantoorhoudende te [vestigingsplaats],

VERWEERDER in cassatie,

hierna: de vereffenaar,

niet verschenen.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaken 7874243 EJ VERZ 19-179 en 7874373 EJ VERZ 19-180 van de kantonrechter te Alkmaar van 11 december 2019.

Verzoekster heeft tegen de beschikking van de kantonrechter beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De vereffenaar heeft geen verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van verzoekster heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de kantonrechter beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 17 juli 2020.