Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2019:9

Arrest

ECLI:NL:HR:2019:922 januari 2019Deze uitspraak is in 4 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

22 januari 2019

Strafkamer

nr. S 16/06204 B

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, van 7 november 2016, nummer RK 16/006240, op een klaagschrift als bedoeld in art. 1:37, vijfde lid, Algemene douanewet, ingediend door:

[klaagster], geboren op [geboortedatum] 1988.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft R.J. Baumgardt, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot verwijzing naar de Rechtbank Amsterdam teneinde op het bestaande beklag opnieuw te worden behandeld en afgedaan.

2 Beoordeling van het middel

2.1. Het middel klaagt dat de klaagster niet behoorlijk is opgeroepen voor de behandeling van het namens de klaagster ingediende klaagschrift van 31 augustus 2016.

2.2. Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5.2 tot en met 5.6 is het middel terecht voorgesteld.

3 Beslissing

De Hoge Raad: vernietigt de bestreden beschikking; verwijst de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.

Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 januari 2019.