Arrest inhoud

23 maart 2018

Eerste Kamer

17/04456

TT/MD

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[de moeder] ,wonende te [woonplaats] , VERZOEKSTER tot cassatie, advocaat: mr. C. Reijntjes-Wendenburg,

t e g e n

De gecertificeerde instelling STICHTING BUREAU JEUGDZORG LIMBURG,gevestigd te Roermond, VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder en de GI.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de beschikking in de zaak C/03/229799/FA RK 16-4723 van de rechtbank Limburg van 3 februari 2017;

b. de beschikking in de zaak 200.214.286/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 juni 2017.

De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De GI heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op 23 maart 2018.