Arrest inhoud

21 december 2018

Eerste Kamer

17/05998

TT/MD

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

Mario Dennis WINTER, handelend in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van [erflater] ,wonende te Den Haag , EISER tot cassatie, verweerder in het incidenteel cassatieberoep, advocaat: mr. P.S. Kamminga,

t e g e n

1. [verweerder 1] ,wonende te [woonplaats] , VERWEERDER in cassatie, eiser in het incidenteel cassatieberoep, advocaat: mr. C.G.A. van Stratum, 2. [verweerder 2] ,wonende te [woonplaats] , VERWEERDER in cassatie, niet verschenen.

Eiser zal hierna ook worden aangeduid als Winter q.q. Verweerder onder 1 zal hierna worden aangeduid als [verweerder 1] .

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. het vonnis in de zaak C/09/451641/HAZA 13-1094 van de rechtbank Den Haag van 3 december 2014;

b. de arresten in de zaak 200.164.733/01 van het gerechtshof Den Haag van 11 oktober 2016 en 19 september 2017.

De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof heeft Winter q.q. beroep in cassatie ingesteld. [verweerder 1] heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. De procesinleiding en het verweerschrift tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit. Winter q.q. en [verweerder 1] hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend. De zaak is voor Winter q.q. toegelicht door zijn advocaat. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van zowel het principale cassatieberoep als het incidentele cassatieberoep. De advocaat van Winter q.q. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad: in het principale en in het incidentele beroep: verwerpt het beroep; in het principale en in het incidentele beroep voorts: compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 21 december 2018.