Arrest inhoud

17 november 2017

Eerste Kamer

16/03190

TT/EE

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[eiser] ,wonende te [woonplaats],

EISER tot cassatie, advocaat: aanvankelijk mr. M.A.R. Schuckink Kool, na 24 juni 2017 zonder advocaat bij de Hoge Raad,

t e g e n

de ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT DEN HAAG,zetelende te Den Haag, VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de orde van advocaten.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het vonnis in de zaak C/09/493916 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 17 september 2015;

b. het arrest in de zaak 200.179.072/01 van het gerechtshof Den Haag van 12 april 2016.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Tegen de orde van advocaten is verstek verleend. De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat. De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep. De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 23 juni 2017 op die conclusie gereageerd. Op 13 juli 2017 is namens [eiser] een verzoek tot wraking ingediend door mr. Schuckinck Kool. Bij uitspraak van de Vierde Kamer van 3 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2806, is [eiser] in dat verzoek niet-ontvankelijk verklaard.

3 Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad: verwerpt het beroep; veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de orde van advocaten begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de vice-president C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op 17 november 2017.