ECLI:NL:HR:2017:1269
Arrest
Arrest inhoud
7 juli 2017
Eerste Kamer
16/04604
RM/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoekster] ,wonende te [woonplaats], VERZOEKSTER tot cassatie, verweerster in het incidenteel cassatieberoep, advocaat: mr. M.A.M. Wagemakers,
t e g e n
1. LEGER DES HEILS JEUGDBESCHERMING EN RECLASSERING, namens Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming,gevestigd te Enschede, VERWEERSTER in cassatie,niet verschenen,als belanghebbenden zijn aangemerkt: 2. [A] ,wondende te [woonplaats] , Belanghebbende in cassatie,niet verschenen, 3. [B] ,wonende te [woonplaats] , Belanghebbende in cassatie, tevens verzoekster in het incidenteel cassatieberoep, iebe advocaat: mr. J. van Weerden.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en LJ&R, en belanghebbenden als [B] en [A] .
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak C/08/180363 / JE RK 15-2062 van de rechtbank Overijssel van 18 en 24 december 2015;
b. de beschikking in de zaak 200.188.766/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 juni 2016.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. [B] heeft zich in dat beroep gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad en incidenteel cassatieberoep ingesteld. Het cassatierekest en het verweerschrift tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit. [verzoekster] heeft in het incidenteel cassatieberoep geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep en van het incidenteel cassatieberoep. De advocaten van [verzoekster] en [B] hebben ieder bij brief van 19 mei 2017 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad: in het principale en in het incidentele beroep: verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 7 juli 2017.