Arrest inhoud

28 januari 2014

Strafkamer

nr. S 11/03787

KD/IV

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 14 juli 2011, nummer 21/004454-10, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De waarnemend Advocaat-Generaal N. Jörg heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest doch uitsluitend voor zover daarbij de onttrekking aan het verkeer van het inbeslaggenomen navigatiesysteem Tomtom (in hoesje met autolader) is uitgesproken, alsmede wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, tot verbeurdverklaring van genoemd voorwerp, met vermelding van de art. 33 en 33a Sr als wettelijke voorschriften waarop de strafoplegging mede berust, tot vermindering van de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2 Beoordeling van het tiende middel

2.1. Het middel komt op tegen 's Hofs beslissing tot onttrekking aan het verkeer van een navigatiesysteem, in hoesje met autolader.

2.2. Ten laste van de verdachte is in de zaak met parketnummer 05-898012-09 onder 10 bewezenverklaard dat: "hij op 26 maart 2009 in de gemeente Appingedam, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een school op of aan de Pastorielaan weg te nemen geld en/of een of meer goederen, geheel of ten dele toebehorende aan het Ommelander College, en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en/of voormeld(e) goeder(en) onder verdachtes bereik te brengen door middel van braak, inklimming, naar die school is toegegaan en ruiten/ramen van die school heeft geforceerd en die school is binnengeklommen en binnengegaan en (vervolgens) een ruimte in die school heeft doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid."

2.3. De bestreden uitspraak houdt het volgende in: "Beslag Het in de zaak met parketnummer 05-898012-09 onder 10 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met behulp van een van de hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Voorts is een van de hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten aangetroffen. Het behoort aan verdachte toe en kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten dan wel tot belemmering van de opsporing daarvan. Uitgezonderd de hierna te noemen aan verdachte terug te geven voorwerpen, zullen deze aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang. (...) BESLISSING Het hof: (...) Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:

  • een (1) navigatiesysteem Tomtom, in hoesje met autolader; (...)."

2.4. Zonder nadere motivering, die in de bestreden uitspraak ontbreekt, is niet begrijpelijk het oordeel van het Hof dat het aan het verkeer onttrokken verklaarde navigatiesysteem, in hoesje met autolader, van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Het middel klaagt daarover terecht, zodat het bestreden arrest in zoverre niet in stand kan blijven. Nu in dit geval op de gronden vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3, is voldaan aan de voorwaarden voor verbeurdverklaring van het navigatiesysteem, zal de Hoge Raad om doelmatigheidsredenen dat navigatiesysteem, in hoesje met autolader, verbeurd verklaren.

3 Beoordeling van de overige middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak

De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van 30 maanden.

5 Slotsom

Nu de Hoge Raad geen andere dan de hiervoor onder 4 genoemde grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

6 Beslissing

De Hoge Raad: vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover daarbij de onttrekking aan het verkeer is uitgesproken van het inbeslaggenomen navigatiesysteem, in hoesje met autolader, en wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf; verklaart de genoemde voorwerpen verbeurd; vermeldt de art. 33 en 33a Sr als wettelijke voorschriften waarop de strafoplegging mede berust; vermindert de duur van de opgelegde gevangenisstraf in die zin dat deze 28 maanden beloopt; verwerpt het beroep voor het overige.

Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 januari 2014.