ECLI:NL:HR:2012:BX5512
Arrest
Arrest inhoud
27 november 2012
Strafkamer
nr. S 11/04905 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Groningen van 5 oktober 2011, nummer RK 11/553, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door [klager]. Namens deze heeft mr. H.P. Eckert, advocaat te Groningen, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Leeuwarden teneinde op het bestaande beklag opnieuw te worden behandeld en afgedaan.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Het beroep is gericht tegen een beschikking die is gegeven op het klaagschrift van [A] H.O.D.N. [B], welk klaagschrift strekte tot teruggave van een scheepsschroef - die onder [klager] in beslag was genomen - aan [A]. Bij de bestreden beschikking is het klaagschrift van [A] gegrond verklaard en de teruggave van de scheepsschroef aan hem gelast. Tegen die beschikking staat voor [klager] blijkens art. 552d, tweede lid, Sv geen cassatieberoep open (vgl. HR 3 februari 2004, LJN AO0610).
3. Ambtshalve beschouwing
Opmerking verdient nog het volgende. Bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevindt zich een door de griffier van de Rechtbank vastgesteld en ondertekend stuk met opschrift "proces-verbaal", waarin is vermeld dat de bestreden beschikking zonder behandeling in een openbare raadkamer is gewezen. Ingevolge art. 552a, zesde lid, Sv dient het klaagschrift tijdens een openbare raadkamerzitting te worden behandeld. In art. 25, eerste lid, Sv is bepaald dat van het onderzoek in raadkamer door de griffier een proces-verbaal moet worden opgemaakt, behelzende de zakelijke inhoud van de afgelegde verklaringen en voorts hetgeen verder bij dat onderzoek is voorgevallen, terwijl dat artikel tevens voorschriften bevat ten aanzien van de wijze waarop het proces-verbaal dient te worden ingericht, vastgesteld en ondertekend en bepaalt dat het proces-verbaal bij de processtukken wordt gevoegd. Het verzuim het klaagschrift op een openbare raadkamerzitting te behandelen leidt tot nietigheid van de beschikking (vgl. HR 19 december 2006, LJN AZ1663).
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart [klager] niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en J. Wortel, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 november 2012.