Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2011:BQ7062

Arrest

ECLI:NL:HR:2011:BQ70622 september 2011Deze uitspraak is in 4 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

2 september 2011

Eerste Kamer

10/00895

DV/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiser], handelende onder de naam [A],

wonende te [woonplaats],

EISER tot cassatie,

advocaat: mr. R.A.A. Duk,

t e g e n

AON NEDERLAND C.V., handelende onder de naam Aon Verzekeringen, Assurantie bemiddeling,

gevestigd te Rotterdam,

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. K. Teuben.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Aon.

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het vonnis in de zaak 231378/HA ZA 05-159 van de rechtbank Rotterdam van 21 december 2005;

b. het arrest in de zaak 105.004.640/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 17 november 2009.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Aon heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor [eiser] toegelicht door mr. M. Ynzonides en mr. W. Princée, beiden advocaat te Amsterdam, en voor Aon door haar advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Aon begroot op € 1.829,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 2 september 2011.