Arrest inhoud

22 december 2009

Eerste Kamer

09/03732

EE/MD

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[De vader],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. P. Garretsen,

t e g e n

[De moeder],

wonende te [woonplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

advocaat: mr. E. Grabandt.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vader en de moeder.

1. Het geding in feitelijke instanties

Met een bij de griffie van de rechtbank Middelburg ingediend verzoekschrift heeft de vader zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, de beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 13 juni 2007 te wijzigen en de bij die beschikking vastgestelde omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarige kinderen van partijen - [kind 1] (hierna: [kind 1]), [kind 2] (hierna: [kind 2]) en [kind 3] (hierna: [kind 3]) (hierna gezamenlijk: de kinderen) - stop te zetten.

De moeder heeft het verzoek bestreden.

De rechtbank heeft bij beschikking van 4 juni 2008 het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 13 juni 2007 gewijzigd, en bepaald dat de omgangsregeling tussen de moeder en [kind 1] wordt stopgezet. Het meer of anders verzochte heeft de rechtbank afgewezen.

Tegen de beschikking van 4 juni 2008 heeft de vader hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.

Na een tussenbeschikking van 26 november 2008 heeft het hof bij eindbeschikking van 17 juni 2009 de bestreden beschikking bekrachtigd.

De eindbeschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de eindbeschikking van het hof heeft de vader beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De moeder heeft verzocht het beroep te verwerpen.

De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president F.H. Koster op 22 december 2009.